laatste wijziging: 14-05-2018

Paul FRISSEN – Het geheim v d laatste staat

Proloog

het verlangen naar transparantie
paradoxale dubbelzinnigheid
De laatste staat

 

De ondertitel van dit boek is Kritiek van de transparantie.

 

De schrijver hanteert daarbij het uitgangspunt, dat zowel de democratische rechtsstaat als de burger gediend is bij geheimen.

[EXPAND †“ paradox]Om de vrijheid van de burger te beschermen heeft de staat geheimen nodig. Inherent aan de vrijheid van de burger heeft die geheimen nodig. Terwijl zowel de burger als de staat beiden zeggen voorstander te zijn van transparantie. Hier is sprake van een paradox. De schrijver besteedt in de eerste vier hoofdstukken vanuit verschillende perspectieven aandacht aan die paradox. Het vijfde hoofdstuk heeft als titel Kleine antropologie van het staatsgeheim, waarin hij de resultaten van een onderzoek in de wereld van geheime diensten presenteert. Het zesde “” afsluitende “” hoofdstuk laat de lijnen uit de vijf eerdere hoofdstukken samen komen.[/EXPAND]

 

INFORMATIE OVER DE AUTEUR

 

P.H.A. (Paul Frissen) (Puth,.1955) is hoogleraar Bestuurskunde aan de School voor Politiek en Bestuur van de Universiteit van Tilburg (U.v.T.) Hij is ook decaan van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (N.S.O.B.) en lid van het adviesorgaan Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (R.M.O.). Hij promoveerde in 1989 cum laude op het proefschrift Bureaucratische cultuur en informatisering. Dit proefschrift leverde hem de Samsom H.D. Tjeenk Willink Prijs 1985-1989 en de G.A. van Poeljeprijs 1989 van de “¢` Vereniging voor Bestuurskunde op. Paul Frissen houdt zich bezig met analyses van de moderne staat versus de postmoderne netwerksamenleving en de plaats die de informatietechnologie, met name internet, daarin inneemt. Daarin neemt hij afscheid van de verouderde beschouwing van de staat als centraal sturend orgaan. Hij uit zich sceptisch over de resultaten van overheidsbernoeienis, vooral ook over die tot achter de voordeur. In zijn boek Het geheim van de laatste staat geeft hij kritiek op (het streven naar) transparantie, dat burgers en overheid eisen, maar dat tegelijkertijd een onmogelijkheid is: burgers en overheid hebben geheim, zonder welke zij beiden niet zouden kunnen en willen bestaan.

 

BIBLIOGRAFIE

  1. De Staat, De Belie, Amsterdam 2002
  2. De Staat van Verschil, een kritiek van de gelijkheid, Van Gennep, Amsterdam 2007
  3. De Fatale Staat, over de politiek noodzakelijke verzoening met tragiek, Van Gennep Amsterdam, 2013
  4. Het geheim van de Laatste Staat, kritiek van de transparantie, Boom, Amsterdam 2016.

 

Leeswijzer Het geheim van de laatste staat 3 Stichting Senia

 

 

 

GESPREKSVRAGEN

  1. Hierin het stuk Paradoxale dubbelzinnigheid (blz.17):

 

Wat vindt u van die titel? Kunt u nog meer (dan de vier genoemde) manieren noemen?

 

De wereld onthuld

 

  1. Vertellingen over transparantie. Deze geven (blz. 31 e.v.) een relatief traditioneel beeld van het begrip transparantie weer. Op blz. 41 citeert de schrijver Keane, die spreekt over communicative abundance: de snelle veranderingen in de productie en verspreiding van nieuws. De rol van de (nieuwe) sociale media is hierin groot.

Denkt u dat die communicative abundance de inhoud van die zeven vertellingen kan beinvloeden, wellicht ook wezenlijk veranderen?

 

  1. De droom van de transparantie: glaserner Burger. Transparantie is doel en middel. Bladzijde 45 t/m 53 gaan in op de relatie tussen transparantie en democratie.

Wat vindt u van de stelling, dat er een rechtevenredig verband is tussen de mate, waarin het democratisch, representatief bestel functioneert en de mate waarin transparantie middel is? (Zowel Bingham als Rousseau vallen dan buiten het bereik van deze stelling).

 

  1. Ontsporing of immanentie: de technologie van de transparantie. Transparantie is niet alleen doel of middel, maar oefent ook systeemdwang uit. En wel binnen de bureaucratie van de in voile glorie staande natiestaat (blz. 56). Die systeemdwang wordt gefaciliteerd door technologische en ICT ontwikkelingen, die die bureaucratie ook mogelijk maken c.q. maakt.

Klopt dit beeld?

 

  1. De transparante samenleving Die: is een gelijkgeschakelde samenleving; omvat een controlesamenleving; is de welhaast perfecte verwezenlijking van Binghams panopticum. (blz. 60-blz. 63).

Wat vindt u van deze drie stellingen?

 

Verblindend licht

 

  1. In het eerste deel van dit hoofdstuk Iaat de schrijver aan de hand van iiteratuur over utopieen of liever dystopieen zien waartoe het streven near transparantie kan leiden. De auteur trekt lijnen door en het beeld, dat dan ontstaat is ronduit schokkend. De magie van overheden en met name bedrijven is totaal gewijzigd of verdwenen. De wereld is nu echt finaal onttoverd.

Wat vindt u? Loopt het allemaal wel los? Overneden en het bedrijfsleven hanteren toch ook ethische noties? OF: Is deze tekst een nu at realistische beschrijving van praktijken en ontwikkelingen?

Leeswijzer Het geheim van de laatste staat 4 Stichting Senia

 

  1. Radicale veriichting, totale onttovering. Max Weber (1864-1920) introduceert de onttovering van de wereld. Dat is de gedachte praktische problemen niet meer met magie, maar met technologie op te lossen.*De onttovering van de wereld gebruikt Weber om de aard van de gemoderniseerde, bureaucratische en geseculariseerde westerse samenleving te omschrijven, waarin wetenschappelijke verkiaring een hogere waarde heeft dan geloof. Keuzes worden gemaakt op basis van rationele doelen. In het verlengde daarvan ligt openheid, als kwestie van beschaving (blz. 75): transparantie is er het gevolg van. Men mag alles weten. Kennis maakt mensen gelijk en twijfel overbodig. De ratio regeert. Maar dan is er de paradox: het verlangen naar onttovering is “” in de visie van de schrijver “” ten diepste een religieus verlangen. De utopie van rationaliteit en gedeelde kennis wordt metafysisch (blz. 78).

Is het voor u vanzelfsprekend, dat het verlangen naar onttovering au fond een religieus, metafysisch verlangen is?

 

  1. De Cirkel en Wij In dit hoofdstuk citeert de auteur met name het boek De Cirkel van David Eggers. De verbeelding, de literatuur is aan het woord.

Versterkt of verzwakt de verbeelding het politiek-filosofische woord?

 

  1. De belofte van onmiddellijkheid: het spiegelpaleis. Dit hoofdstuk gaat in op de verhouding transparantie:social media: democratie. Een directe democratie lonkt: dankzij de directheid van de social media. Echter, doordat disliken onmogelijk is, is afwijken van de norm niet vanzelfsprekend. Overigens: afwijken is een kenmerk van de representatieve democratie. Een relatief nieuw fenomeen is de (directe) doedemocratie: actieve bewoners voeren overheidsbeleid uit. De schrijver ziet het gevaar van het ontstaan van ongelijkheid en verschil.

Kan het zijn, dat: “¢ de doe-democratie nu participatiesamenleving heet? “¢ die participatiesamenleving en transparantie zich ten diepste niet tot elkaar verhouden? “¢ de social media meer dan de traditionele media uitnodigen tot het uiten van niet op feiten gebaseerde meningen en wellicht ook tot het aanvallen van personen?

 

  1. In het Iicht is alles gelijk:esthetica van de transparintie. Rechte Iijnen, zichtbaarheid van boven en van buiten. De modernistische architectuur maakt die totale zichtbaarheid mogelijk. Er is in die architectuur weinig, wellicht geen ruimte voor ethiek (blz. 91). De cirkel als metafoor voor een totale inclusiviteit (blz. 92).

is in die cirkel ethiek wel te vinden?

Leeswijzer Het geheim van de laatste staat 5 Stichting Senia

 

  1. Het recht op duisternis De schrijver citeert Schnitzler: Totele terreur en totale transparantie zijn broer en zus, willekeur en wantrouwen hun wettige erfgenamen.

Is dat niet wat overdreven in de situatie van een representatieve democratie?

 

De verhulde wereld

 

  1. De ongekende wereld van het geheim (biz. 103 e.v.) Geheimen spelen een grote rol in de intermenselijke verhoudingen: in het bedrijfsleven, de politiek, het Koninklijk Huis, de (toegepaste) wetenschap. Geheimen zijn metafysische, betoverde bronnen van kennis. Zo gedefinieerd zou er een pleidooi kunnen volgen voor het delen van geheimen, voor het openbaren ervan. De schrijver bepleit dat niet.

Wat is verstandig in dezen? Wat vindt u?

 

  1. De staat als mystiek Iichaam Hobbes (de mens is de mens een wolf) plaatst de Leviathan onder de onsterfelijke God als de sterfelijke !eider, die tot zijn dood aan de macht blijft. Het leiden van een samenleving zou je ook een rol, een functie kunnen noemen.

Hoe verhouden Hobbes’ uitspraak en de rationaliteit van rol of functie zich dan tot de visie van de schrijver, die stelt dat de staat een mystiek lichaam is?

 

  1. Het is Iogisch, dat (ook) de staat geheimen heeft. (blz. 115) Als Schnitzler gelijk heeft met de onder vraag 11 genoemde stelling, is het vervolg ervan de stelling gerechtvaardigd:

Hoe meer geheimen de staat heeft, hoe groter het democratisch gehalte ervan? Wat vindt u?

 

  1. Het geheim van de staat -Iegitimiteit van de macht. De legitimiteit van de macht vindt de tekst in een veranderend/veranderd vijandbeeld: vroeger staten als tegenstander, nu netwerken, milities, terreurbewegingen en wat al niet. (blz. 120) Het legitimeren van de “” geheime “” macht is lastig. Dat vraagt openheid, bijvoorbeeld in/aan het Parlement. Die tegenstrijdigheid komt nadrukkelijk naar voren in de uitspraak: De dienst bewaart geheimen,maar heeft niets te verbergen (blz. 125).

Stel: u bent voorzitter van een fractie in de Tweede Kamer en uit hoofde van die functie lid van de Commissie voor de lnlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Cie.Stiekem). Wat zou u in deze voor u vermoedelijk paradoxale situatie doen, als het “” beperkte “” jaarverslag van de A.I.V.D. ter sprake komt.

 

  1. Citaat: De staat heeft om de vrijheid te beschermen geheimen en geheimhouding nodig. Zowel de logica als de legitimiteit van de macht vragen daarom. (blz. 10)

Vindt u, dat de teksten over de logica en de legitimiteit van de macht deze stelling onderbouwen?

Leeswijzer Het geheim van de laatste staat 6 Stichting Senia

 

  1. Beleidsintimiteit, beleidsgefluister Citaat: Het is terecht dat zorgvuldige beleidsvorming strijdig is met permanente openbaarheid, zoals dat ook geldt voor onderhandeling en diplomatie. Beleidsvorming vindt plaats onder de voorwaarden van beleidsintimiteit en beleidsgefluister.

Bent u het met de schrijver eens?

 

  1. en burgergeheim De schrijver constateert (blz. 134), dat de overheid een paradoxale positie t.o.v. de burger inneemt. Enerzijds de beschermer van diens privacy “” anderzijds de vrager van veel particuliere informatie, geheimen zelfs.

Bent u het eens met die constatering?

 

  1. Citaat: Dit impliceert echter dat staat en burger niet alles kunnen rechtvaardigen in het licht van het een of andere principe of de een of andere normatieve grondslag (biz. 134).

Is met deze uitspraak er een staat ontstaan zonder veel moraliteit?

 

Soevereine

 

  1. De vraag naar het minste kwaad. geheimen Om die vraag te beantwoorden “” daarbij dilemma’s erkennend “” vindt de schrijver een moreel, zelfs een moraliserend antwoord geen soelaas bieden (blz. 142) Zelfs: een moraliserend antwoord ontkent de dilemma’s (biz. 143).

Een democratische rechtsstaat is per definite een morele, c.q. moraliserende staat. Wat zijn motieven om daarvan of te wijken, als het om het beschermen en verdedigen ervan gaat? Wat vindt

 

  1. Bedreiging, verstoring en ondermijning (blz. 145). Het minste kwaad voor en in een democratische rechtsstaat is het pluralisme te verdedigen tegen bedreiging, verstoring en ondermijning. Die verdediging is gediend met geheimhouding en daar waar transparantie wordt verwacht geeft de bureaucratie het antwoord. Zonder wrok of sympathie rapporteert die bureaucratie. En de standaardisering biedt de gelegenheid vaagtaal te gebruiken.

Stelling: de bureaucratie erkent de dilemma’s en gaat er creatief mee om. Wat is uw gedachte hierbij?

 

  1. Duistere krachten in het verborgene: de enscenering van de angst. De morele veroordeling van- duister vijandschap schiet hopeloos tekort en leidt uiteindelijk tot capitulatie (blz. 153). Dat inzicnt moet leiden tot strijd (blz. 154).

Klopt deze redenering?

 

  1. Toch worden jihadistische aanslagen moreel veroordeeld. De schrijver noemt dat hypocrisie en wel vanwege de geopolitieke context (blz. 157).

Vormen dan bestuurlijke nuchterheid en terughoudendheid (blz. 156) de enige mogelijkheid?

 

  1. De burger heeft het “” onvervreemdbare recht te liegen (blz. 158), te zwijgen. De ander (bijv.de overheid) moet aantonen, dat de burger de waarheid niet uitspreekt.

Verandert dat recht door: de opkomst van de netwerk-samenleving? EN/OF: de veranderende visie op de soevereiniteit van de rechtsstaat?

Kleine antropologie De schrijver beoogt met dit hoofdstuk de cultuur van de AIVD te van het beschrijven. Het gaat in dit hoofdstuk over zaken als initiatie, transparante staatsgeheim geheimhouding, heldenverhalen en de tragiek van de regenjas. Daar waar de andere hoofdstukken uitnodigen tot overdenkingen en vragen is de tekst van dit hoofdstuk vooral beschrijvend. We laten daarom vragen hier achterwege.

 

25 De laatste staat

In dit hoofdstuk worden vier paradoxen van het geheim genoemd (blz. 243 de vrijheid van de e.v.): burger

Zijn die paradoxen nu wezenlijk anders, dan de volgende, literaire paradoxen:

 

RECENSIES

https://beta.volkskrant.nl/cultuur-media/gun-staat-en-burger-geheimen~bf2ca295/

https://www.nrc.nl/nieuws/2016/02/20/de-rechtsstaat-kan-niet-zonder-geheimen-1589968-a641851

http://8weekly.nl/recensie/pleidooi-voor-het-geheim/

Het grootste deel van het boek is, gezien de vele herhalingen, moeilijk om doorheen te komen. Een voorbeeld: “Daarom is het ook zo belangrijk dat politiek wordt aanvaard dat transparantie weliswaar een waarde van democratie kan zijn en de controleerbaarheid van machthebbers dient, maar dat geheimhouding onafwendbaar is in de taakvervulling van een geheime dienst.” Zinnen met soortgelijke strekking kom je, net iets anders geformuleerd, om de paar pagina”s tegen. Je krijgt soms het idee te maken te hebben met een student die wanhopige pogingen doet om het minimum aantal woorden voor zijn scriptie te halen. Niet omdat er iets mis is met zijn these of onderbouwing of omdat hij een slechte student is, maar omdat die these en onderbouwing te licht zijn voor een scriptie en beter tot hun recht zouden zijn gekomen in een essay. Hetzelfde geldt voor dit werk van Frissen.

VERDER LEZEN

 

 

 

 

De wereld onthuld

Verblindend licht

De verhulde wereld

https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6749/waarom-geheime-diensten-overbodig-zijn.html