Troost voor onmacht
Boek: De troost van de filosofie - Troost voor frustratie Auteur: Alain de Botton 61 bladzijden: besproken op vrijdag 6 april met Toon, Marjolein en Janne
Montaigne ziet de rede niet zoals ik die zie. Montaigne is in mijn ogen dan ook meer een essayist, een schrijver, dan een filosoof. Tijdens deze sessie komt met name het gegeven aan de orde dat we “verzuipen” in de informatie. Niet het achterwerk is het probleem, maar de titel. Waarom maken mensen verschil tussen koningin en burgers? Ik denk dat we allemaal wereldburger zijn. We gaan verder uitgebreid in op feiten: hoe komen we aan een mening? De mens is een dier. Maar dan wel in dier met een denkvermogen. In die zin ben ik Kantiaan. Als laatste raad Marjolijn mij het boek “Aap zoekt zin” aan.
Volgens Toon ligt de periode 1500 – 1600 aan de basis van onze huidige samenleving. TO DO Zie bladzijde 168 : V1; satirisch v2 : openhartiger v3 : Abnormaal. Wat is abnormaal? Bijvoorbeeld Trump, fake nieuws zodanig in de werkelijkheid (als voorbeeld klimaatverandering wat door de meeste wetenschappers als werkelijkheid wordt gezien, maar Trump niet) omzetten dat het populisme de norm wordt. De werkelijkheid wordt dus “vervormd” door nationalisme en racisme. Dit is dan de bubbel waarin we leven. Wat moet ik lezen? Ik kan tegenwoordig kiezen uit miljoenen boeken, terwijl vroeger ( voor Montaigne) voor een mens er maar een paar duizend boeken voorhanden waren. Rond 1200 hadden monniken waarschijnlijk maar zo’n 100 boeken tot hun beschikking.
Voor het jaar 1650 werden in de Short-Title Catalogue, Netherlands (STCN) 697 nieuwe uitgaven verantwoord.6 Met aftrek van de pamfletten (197), overheidspublicaties (138) en een aantal efemere werken (14) kwam dat neer op 328 “˜boeken”. Het leeuwendeel daarvan betrof godsdienstige thema’s (115), 32 stuks handelden over historische onderwerpen en 84 hadden betrekking op taal- en letterkunde. In die laatste categorie bevonden zich 41 Nederlandstalige publicaties, 23 in het Latijn en 19 in andere talen. Het zijn bescheiden aantallen in vergelijking met de reusachtige Nederlandse boekproductie van de twintigste eeuw en dan vooral van de laatste decennia. Een paar cijfers: de totale titelproductie voor de gehele vorige eeuw (1900-1999) wordt geraamd op rond de 815.000 titels; volgens de laatste beschikbare gegevens bedroeg in 1997 de titelproductie 17.235 en het totale titelaanbod 77.558 titels. Het totale titelaanbod aan literatuur (proza, poëzie, literatuur diverse; de zogenaamde “˜spannende en romantische” boeken bleven buiten beschouwing) omvatte in april van 1999 maar liefst 9.394 titels, waarmee de literatuur in een geheel van 52 categorieën goede tweede werd na de schoolboeken. Let wel, de cijfers hebben betrekking op titels en niet op oplagecijfers.
Montaigne (1533-1592) bewonderde Socrates, maar was het oneens met Cicero die het nut van intellectuele arbeid prees.
Montaigne, die overigens zeer belezen was, was er niet zeker van dat ons denkvermogen ons reden gaf tot dankbaarheid.
De meeste geleerden leken minder gelukkig dan de dieren om hem heen. Als we onze zwakheden maar erkenden, zouden we op onze halfwijze, half dwaze manier wel heel wat kunnen. Seksuele onmacht zouden we moeten accepteren en we zouden er minder geheimzinnig over moeten doen. Culturele onmacht ziet Montaigne als chauvinisme. Bepaalde waarden zijn altijd streek- en tijdgebonden. We moeten beschuldigingen van vreemd gedrag in het perspectief van de wereldburger plaatsen. Een ander verdedigingsmiddel tegen de beschuldiging van abnormaal gedrag is vriendschap met een geestverwant. Intellectuele onmacht die het gevolg is van het ontbreken van geleerdheid, dat wat op scholen wordt onderwezen, is vaak van geen belang. Alleen wijsheid. alles wat ertoe bijdraagt een goed, gelukkig en deugdzaam leken te leiden, ook als daarvoor geen papieren bewijs bestaat, is belangrijk. De Botton test de lezer hierover in een examen “Montaigne wijsheid” zonder overigens de juiste antwoorden te geven.
Het denkvermogen
- 132 het gelukkigst leeft men zonder gedachten (Sophocles)
- 132 Ziet gij een man die wijze is in eigen oog, voor een dwaas is meer hoop dan voor hem (Spreuken)
- 132 er iets niets zekere dan onzekerheid, niets aan zaliger en trotser op dan de mens (Plinius)
- 132 de mens kan de raadselen des levens niet doorgronden (Prediker
Over seksuele onmacht
- 137 Het lichaam stinkt, doet pijn, zakt uit, klopt, bonst en verouderd. Dit lichaam gijzelt onze geest met zijn grillen en ritmes
- 142 Alle mensen zijn gelijk.
- 146 het begrip wijsheid volgens Montaigne
Over culturele onmacht
- 147 het kamp van het normale en dat van het abnormale.
- 164 net als Epicurus vond Montaigne dat vriendschap een wezenlijk onderdeel van geluk vormde
Over intellectuele onmacht
- 168 Er zijn een aantal algemeen aanvaarde criteria waaraan een slim iemand moet voldoen
- een zege in het verschil tussen geleerdheid en wijsheid
Wat slimme mensen moeten weten
- 179 ze moeten weten wat “feiten” zijn
Waar slimme met mensen hun ideeën vandaan te halen
- 180 durf zelf een mening te vormen