V Vrijheid
Hoofdstuk V : Vrijheid bladzijde 223 tot en met 277
Bronnen:
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrijheid_(filosofie)
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrije_wil
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Determinisme_(filosofie)
-
- 223 Vrijheid
- 230 Kan ik willen dat ik niet wil wat ik wil?
- 234 Het ik is geen eenarmige bandiet
- 241 Waarom oorzaak en grond niet niet hetzelfde zijn en wat dat met tomatensaus te maken heeft
- 249 Sympathiek wint het van onsympathiek en overwint het metafysische pessimisme
- 257 De menselijke waardigheid
- 262 Op hetzelfde niveau als God of de natuur?
- 268 PS Er bestaan geen wilden
- 272 De mens is geen gezicht in het zand
223 Vrijheid
- 223 De vraag is of onze wil werkelijk vrij is.
- 223 Nu weten we inderdaad dat er veel factoren zijn die ons beïnvloeden bij onze cursus en bij de ontwikkeling van onze persoonlijkheid. We hebben onze voorkeuren in zoverre niet in de hand dat we zouden kunnen uitkiezen alsof het een voorgerecht in een restaurant of een soort worstjes in de supermarkt betrof. We komen ter wereld met voorkeuren die deels genetisch zijn bepaald, en we ontwikkelen in de loop van ons leven nog meer voorkeuren in de omgang met andere mensen en met gezag om haar zonder dat we ons daarbij bewust zijn van de mechanismen van de keuze die uiteindelijk een bepaald gedragspatroon opleveren.
- 224 De homunculus-misvatting gaat uit dat we een bepaald commandocentrum hebben.
- 224 TO DO //// De hersenonderzoeker Wolf Singer: “Niemand kan anders [zijn] dan hij is“
- 224 Ons organisme als biologisch wezen functioneert ze zo dat we veel van de processen van informatieverwerking en beslissen niet bewust waarnemen.
- 225 Het Dreyfus-model voor de verwerving van vaardigheden houdt in dat werkelijke expertise zich onderscheidt van simpele competentie doordat een expert als het ware direct ziet welke handeling er in een bepaalde situatie gevraagd is.
- 225 Uit grondig onderzoek is gebleken dat het bij het verwerven van deskundigheid bij het sportschaakspel niet simpelweg zo is dat de beste grootmeesters gewoon beter in staat zijn ingewikkelde posities door te rekenen en daarom meer op computers lijken dan anderen.
[bg_collapse view=”button-orange” color=”#4a4949″ collapse_text=”225 In werkelijkheid speelt juist de intuïtie bij het schaken een grote rol. Goede schakers zien in een bepaalde opstelling mogelijkheden, maken een keuze uit de mogelijk paden en doen dan vanwege tijdgebrek intuïtief een zet. pas dan rekenen ze de gekozen paden door. Hoe sneller een schaker doorheeft welke paden inzetten hij moet doorrekenen en welke hij bij voorbaat al kan uitsluiten (omdat ze tegen intuïtief zijn), des te succesvoller is hij bij het spel. Het rijke vermogen en de bijbehorende visuele inbeelding is kracht zijn zeker onmisbaar, maar zonder intuïtief inzicht in de wezenlijke structuur van een gegeven schaakpositie zouden de grootmeester niet zo goed spelen als ze doen.” expand_text=”Een voorbeeld is hier het schaakspel” ][/bg_collapse]
- 226 Zo gaat het ook met het leren van een nieuwe taal. Zodra een taal eenmaal vloeiend spreken, over ons de toegepaste regels niet meer expliciet voor de geest te halen en zullen we ze misschien zelfs wel vergeten.
- 226 Singer: “Als we toegeven dat de bewuste uitwisseling van argumenten op neuronale processen berust, dan moet ze toch op dezelfde manier onderworpen zijn aan het neuronale determinisme als de onbewuste beslissingen, waarvoor we dat al onderkennen.” Volgens Gabriel klopt deze redenatie niet.
Wat is determinisme?
[EXPAND †“ Determinisme volgens Wikipedia]Determinisme is een filosofisch concept dat stelt dat elke gebeurtenis of stand van zaken veroorzaakt is door eerdere gebeurtenissen volgens de causale wetten die de wereld regelen en beheersen. Bij een radicale interpretatie (het harde determinisme) sluit dit in feite de menselijke vrije wil uit, omdat daarvoor in een rationeel universum geen plaats is. Binnen het determinisme zijn er echter veel standpunten in te nemen.[/EXPAND]
- 227 Het naïeve determinisme houdt in dat alle gebeurtenissen die zich in de natuur afspelen, volgens onverbiddelijke natuurwetten verlopen die op elk moment exact bepalen wat er in het volgende ogenblik gaat gebeuren. Zoals alles wat we uit het raam gooien op straat kan landen (dankzij de natuurwet van de zwaartekracht), zo zei eigenlijk alles in de natuur onvermijdelijk zijn.
- 227 Kortom: De vrije wil is een illusie. (Zie ook Laarman Vrije wil)
- 228 Gabriel noemt dit naïeve determinisme de speelfilmtheorie van de natuur.
[EXPAND †“ (hard) determinisme / in(compatibilisme / libertarisme ]
Is het determinisme waar? | Is het determinisme compatibel met de vrije wil die vereist is voor morele verantwoordelijkheid? | Hebben we de vrije wil die vereist is voor morele verantwoordelijkheid? | |
JA | NEE | NEE | Hard determinisme |
NEE | NEE | JA | Libertarisme |
WELLICHT | JA | JA | Compatibilisme |
WELLICHT | NEE | NEE | Hard incompatibilisme |
[/EXPAND]
- 228 Het determinisme is hooguit een metafysische speculatie en geen natuurkundig onderbouwde of zelfs maar nog te onderbouwen these.
- 228 Brigitte Falkenburg : Met de een of andere vorm van speculatieve metafysica kan het determinisme altijd wel gered worden. Dat blijkt namelijk uiteindelijk geen empirisch te testen wetenschappelijke hypothese te zijn, maar zuiver een kwestie van overtuiging.
- 229 We willen gewoon niet erkennen dat we als biologische soort vastzitten op deze planeet, dat er vroeger of later geen mensen meer zullen bestaan: vroeger, als we niet snel besluiten een stuk voorzichtiger om te gaan met het milieu, en later, als we het weten vol te houden tot onze planeet door het uit elkaar spatten van onze stervende zon voor eens en voor altijd, net al het intelligente menselijk leven dat erop huist, zal verdampen.
We kunnen op de lange duur proberen om ons zonnestelsel te verlaten met behulp van ruimteschepen.
- 229 Maar moeten we dan, enkel omdat het determinisme nergens op gebaseerd is, zomaar als kinderen aannemen dat we een vrije wil hebben of vrij zijn?
230 Kan ik willen dat ik niet wil wat ik wil?
- 229 Het moeilijke probleem van de vrije wil, zoals ik het noem, is een paradox, dat wil zeggen: een reeks aannames die we ogenschijnlijk allemaal wel moeten accepteren, maar die tot een onhoudbare conclusie leiden.
- 230 De paradox:
- Het positieve deel van deze paradox ziet als volgt uit:
- Ik kan doen wat ik wil (dat noemt men handelingsvrijheid)
- Wat ik wil, kan ik beïnvloeden, omdat ik het met mijn wil tot stand breng
- Zich een wil vormen, is een handeling.
- Dus bestaat er een vrije wil ( dat domein wilsvrijheid )
- Het negatieve deel van deze paradox is:
- Als de wil vrij gevormd wordt, zal ik ook een andere wil kunnen vormen.
- //// Ik het zou dus niet alleen moeten kunnen doen wat ik wil, ik moet bovendien kunnen uitzoeken wat ik wil.
- ////Wat ik wil, kan ik echter niet uitzoeken. (Ik kan doen wat ik wil … Maar ik ben niet in staat het te willen, zoals Schopenhauer al stelde).
- Daaruit volgt dat de wil niet vrij tot stand is gekomen en dus onvrij is.
- TO DO het negatieve deel van deze paradox
- Het positieve deel van deze paradox ziet als volgt uit:
- 230 Dat betekent dat mijn handelingsvrijheid ook beperkt is, want ik kan niet altijd doen wat ik wil.
- 230 //// Als het, om te kunnen doen wat men wil, nodig is dat we een wil vormen, zouden we waarschijnlijk nooit volledig vrij zijn, omdat uitgerekend onze wil zelf ons onvrij maakt. Ik kan namelijk mijn wil niet veranderen, want dan zou ik moeten willen. Op een bepaald moment moeten we wel aannemen dat we gewoon zomaar willen. Maar dan lijkt me niet vrij te zijn, maar eigenlijk vastgelegde onze wil, die me principieel niet kunnen uitzoeken.
- 231 Zinzi , reclame : “Find any reason” –> is ogenschijnlijke vrijheid
- 231 In de filosofie het is inmiddels al vaak geprobeerd het moeilijke probleem van de vrije wil op te lossen.
- 231 Wat men echter om te beginnen moet beseffen, is dat het probleem maar heel weinig met de hersenen te maken heeft.
- 232 Lang heeft het theologische determinisme centraal gestaan.
[EXPAND †“ Luther: Over de geknechte wil] 232 En ook dit is voor een christen voor alles noodzakelijk en heilzaam om te weten, dat God niets toevallig vooraf weet, maar dat hij alles met een onveranderlijke, eeuwige en onfeilbare wil voorziet, besluit en uitvoert. Door die bliksemflits wordt de vrije wil volstrekt achterhaald en vernietigd. (…) Daaruit volgt onherroepelijk: alles wat we doen, alles wat er gebeurt, gebeurt (ook dan wanneer het onveranderlijk en toevallig lijkt) in werkelijkheid noodzakelijk en onveranderlijk, wanneer je Gods wil aanschouwt.[/EXPAND]
- 232 Het natuurlijke determinisme beweert dat we niet vrij zijn omdat er in werkelijkheid alleen naar die dingen in gebeurtenissen zijn waarover de deeltjesfysica spreekt, omdat de hele natuurlijke werkelijkheid uit elementaire deeltjes is samengesteld (en dat is overigens een metafysische en geen natuurkundig noodzakelijke aanname).
- 233 Het neuronale determinisme voegt daar nog eens aan toe dat onbewuste neuronale processen die in onze hersenen plaatsvinden, alleen volgens vastgelegde standaardschakelingen verlopen en dat daarbij voor elk bewust genomen beslissing (die zo dus als illusie kan worden doorzien) uiteindelijk in onze plaats (dat wil zeggen: in plaats van bewust belevende, zogenaamd autonome subjecten) beslissingen nemen. De hersenen nemen onze beslissingen voor ons, en wel principieel zo dat wij er even weinig directe invloed op hebben als op onze bloedsuikerspiegel op onze spijsvertering.
- 233 Onze kwetsbare vrijheid leidt dus door van alles en nog wat te worden bedreigd: door God, het natuurlijke universum en zelfs door onze eigen hersenen.
- 233 Bij het moeilijke probleem gaat het namelijk om de vraag of het begrip van de vrije wil eigenlijk wel coherent is, en of hij niet uiteindelijk net zo ongerijmd is als van het grootste natuurlijke getal.
- 234 We denken dat we vrij zijn, omdat we niet weten (Spinoza) wat ons determineert.
234 Het ik is geen eenarmige bandiet
- 234 Tegen de achtergrond van het feit of we wel of niet vrij zijn, werd in de geschiedenis van de filosofie het begrip van de wil geïntroduceerd.
- 234 In de hedendaagse filosofie spreekt men liever over vermogens en competenties die we kunnen inzetten, of juist niet. Vrijheid wordt nu gezocht in de competenties en vermogens die we hebben. Laten we die benadering de competentietheorie van de menselijke vrijheid noemen.
- 234 Competentie = het vermogen tot = bekwaamheid.
- 235 Ik kies niet mijn keuze, maar een handeling: boontjes (salade) of patat (schnitzel)
- We kiezen er voor om te kiezen om boontjes of patat te eten.
- We kiezen er voor om te kiezen om te kiezen om boontjes of patat te eten.
- Kortom: een oneindige regressie…..
- 235 Maar hoe komt dit beslissing tot stand?
- 236 Dan komt het probleem van het toeval om de hoek kijken.
- 236 Gabriel geeft als voorbeeld een éénarmige bandiet automaat, waarbij we aannemen dat het resultaat na een keer spelen niet vooraf geprogrammeerd is. Het zou dan dus echt zuiver afhankelijk zijn van het toeval of er bijvoorbeeld 8 8 7 of 4 5 4 staat. Het toeval’s principe schrijf dan voordat de beslissing of er een competentie uitoefenen of niet, vergelijkbaar is met het resultaat van een keer spelen op de eenarmige bandiet. Dan zouden onze beslissingen namelijk niet zijn vastgelegd, niet zijn voorgeprogrammeerd. In dat geval heeft het determinisme dus ongelijk.
- 236 Toch hebben we dan alleen maar het determinisme vervangen door indeterminisme. Het indeterminisme gaat er vanuit dat bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden zonder dat daarvoor de noodzakelijke en gezamenlijke voldoende voorwaarden voorhanden zijn.
- 237 //// Een éénarmige bandiet automaat is niet vrij, het is een toevalsmachine.
- 237 //// Als we aan de willekeur zijn overgeleverd, maakt ons dat volstrekt niet vrijer dan wanneer noodzakelijke voorwaarden of schakelingen in onze hersenen ontstond de uitoefening van bepaalde competenties “dwingen”.
- 237 //// Als de werkelijke uitoefening van onze competenties steeds door het toeval zal worden geactiveerd, worden we daardoor niet vrij, maar juist afhankelijk van het toeval. Of men van het lot, de natuurwetten of het toeval afhankelijk is, speelt voor het moeilijke probleem van de vrije wil een ondergeschikte rol.
- 237 De filosoof Peter van Inwagen (An essay on Free Will – 1983) maakt onderscheid tussen:
- 238 Compatibilisme: Determinisme en vrijheid zijn met elkaar te verenigen.
- 238 Incompatibilisme: Deze theorie gaat er van uit dat we alleen dan vrij kunnen zijn wanneer het determinisme onjuist is, omdat vrijheid en determinisme onverenigbaar (incompatibel) zijn.
- 238 Volgens Gabriel faalt het incompatibilisme omdat het geen oplossing biedt voor het probleem van het toeval.
- 238 //// Gewoonlijk verwijten de incompatibilisten de compatibilisten dat ze de vrijheid hebben opgeofferd. nauwkeurig bezien zijn ze het op een groot aantal zeer technische punten met elkaar oneens.
- Het fundamentele verwijt laat zich echter makkelijk ontkrachten: het Compatibilisme beweert niet dat we niet vrij, maar gedetermineerd zijn. Het beweert wel dat het echte determinisme en de vrijheid met elkaar te verenigen zijn.
- 239 In werkelijkheid ik ga deze discussie volgens Gabriël niet over vrijheid of over de vrije wil, maar over het achterliggende wereldbeeld.
- 239 //// Het doorslaggevende punt van Gabriel aan dit debat is dat er helemaal geen allesomvattende werkelijkheid bestaat, waarin bij wijze van spreken al sinds het begin der tijden één enkele keten van causaliteit is aan te wijzen
- 239 Het moeilijke probleem van de vrije wil gaan daar echter goed beschouwd ook niet van uit!
- De vraag namelijk niet of er kraaltjes zijn aan een ketting die sinds het begin der tijden wordt vol gedreven aan de hand van onverbiddelijke natuurwetten.
- De angst die het in incompatibilisme beheerst, is de vrees dat we de speelbal van een anonieme keten van causaliteit een zouden zijn.
- Dan hoeven echter helemaal niet aan te nemen om tot determinisme te besluiten.
- Het idee van een anonieme keten van causaliteit en is een vijfde wiel aan de wagen van het determinisme.
- En omdat het uitgaat van een merkwaardige voorstelling van het universum, kan iedere determineert zich er beter verre van houden, aangezien het verder toch al niets bijdraagt.
[EXPAND †“ Als voorbeeld nog kiezen tussen een broodje worst of een kom noedels]
Mijn handelingsvrijheid bestaat er in dat ik kan kiezen voor het broodje of voor de kom noedels. Niets weerhoudt me er van die keuze te maken. Integendeel. Als ik kies voor het broodje, dan is dat geen toeval. Ik kan immers wel uitleggen hoe ik tot die keuze ben gekomen. Gisteren had ik al noedels, het broodje ziet er lekker uit, et cetera. Natuurlijk vinden er ook neuronale processen plaats, zoals signalen dat ik een lege maag heb, wat vertaald wordt als “trek”.
[/EXPAND]
-
-
- 240 Gabriel concludeert uiteindelijk dat vrijheid en determinisme niet onverenigbaar zijn.
- 241 Onze handelingen zijn dus vrij omdat ze niet geheel en al worden veroorzaakt. En toch kunnen we ze helemaal begrijpen door alle noodzakelijke en bij elkaar opgedeelde voldoende voorwaarden op te sommen die ertoe leiden dat deze handeling tot stand komt, en niet een andere. Dat is geen toeval. Hoewel er de nodige bandieten onder ons zullen zijn, zullen daar geen eenarmige onder zijn (althans, niet zoals in het casino)
-
241 Waarom oorzaak en grond niet niet hetzelfde zijn en wat dat met tomatensaus te maken heeft
- 241 Leibniz : principe : de wet van de toereikende grond. Dit principe houdt in dat er niets zonder goede grond gebeurt.
[EXPAND 242 Een voorbeeld van een fluitsignaal aan het begin van een interland]
Als er iets gebeurt, is er een reeks gronden voor het feit dat dit gebeurt. Daar kunnen we een lijstje van maken:
- 22 spelers (voldoende gezonde)bevinden zich op het veld
- De scheidsrechter heeft een fluitje
- de scheidsrechter wil absoluut dat de wedstrijd op tijd begint (omdat hij de vorige keer problemen kreeg met de FIFA toen hij te laat was begonnen)
- het speelveld bestaat uit het bijzonder geschikte gras (en dus niet uit beton of hij ijs)
- het publiek gedraagt zich (men gooit geen bierblikjes op het veld)
- de zwaartekracht op aarde bedraagt 1G
- . . .
Alles wat in dit lijstje wordt opgesomd, is een noodzakelijke voorwaarde voor het kunnen geven van het fluitsignaal waarmee een voetbalwedstrijd begint.
Het principe van Leibniz stelt nu dat een gebeurtenis precies en ook alleen dan plaatsvindt, wanneer aan het hele lijstje is voldaan.
[/EXPAND]
- 243 //// Gabriel: De wet van de toereikende grond: voor elke gebeurtenis die plaatsvindt, bestaat er een reeks noodzakelijke voorwaarden die bij elkaar opgeteld voldoende zijn om de gebeurtenis te laten plaatsvinden.
- 244 Gabriel maakt een verschil tussen harde oorzaken en gronden.
- 244 Een harde oorzaak is een oorzaak waar een bepaald effect optreedt, of we dat nu willen of niet.
[EXPAND 244 Voorbeelden van harde oorzaken:]
- Als ik tien minuten onder water wordt gehouden verdrink ik, of dat nu wil of niet.
- Als ik een mes in mijn been steekt, zal dat pijn doen, of het wil of niet.
[/EXPAND]
- 245 Als er een grond voorhanden is, gebeuren dingen
[EXPAND 245 Een voorbeeld van een grond]
Olaf is een kettingroker. Olaf krijgt de allerbeste reden om op te houwen met roken, hij blijft langer leven, hij hoeft minder te hoesten, en hij stinkt minder naar rook. Daaruit volgt nog niet dat hij gedwongen is om met roken te stoppen. Hij stopt alleen met roken als hij dat echt wil, en anders blijft er roken.
[/EXPAND]
- 245 //// Dit onderscheid tussen harde oorzaken en gronden zou ons ertoe kunnen brengen een paradox van de vrije wil te formuleren. Daartoe hoeven we slechts aan te nemen dat de natuur niet meer is dan het afspelen van anonieme oorzaken, waaruit effecten volgen, die vervolgens weer harde oorzaken zijn voor wat anders enzovoort. In dat raderwerk zou er voor ons geen ruimte zijn, omdat alles er gebeurt ongeacht of het nu willen of niet. Tegenover dat raderwerk verwijten wil te staan die zich doorgronden laten leiden.
- 245 John McDowell (1942) maakt onderscheid tussen “een rijk van oorzaken” en een “rijk van gronden”
- 246 Uitgangspunt: beide kunnen ons gedrag sturen.
- 246 Kortom: er zijn voorwaarden, noodzakelijke voorwaarden , harde oorzaken en gronden
- 246 Gabriel geeft als voorbeeld waarom hij kiest voor tomatensaus i.p.v. roomsaus.
- 247 Gabriel stel dus dat determinisme en vrijheid met elkaar te verenigen zijn. Hij is echter niet een harde determinist.
- 247 //// Het door Schopenhauer gecorrigeerde neuronale determinisme van Wolf Singer en een theologisch determinisme zouden desalniettemin echte vormen van determinisme zijn.
- 248 De metafysica houdt houdt zich echter bezig met alles, met het allergrootste geheel, met de wereld. Nu is het echter zo dat, zoals ik al heb laten zien, een dergelijk allergrootste geheel helemaal niet bestaat.
hier ben ik het nog niet helemaal mee eens: volgens mij bestaat de wereld wel.
- 249 De oplossing van Gabriel voor het moeilijke probleem van de vrije wil is compatibilisme.
249 Sympathiek wint het van onsympathiek en overwint het metafysische pessimisme
- 249 Waar worden we blij van?
[EXPAND †“ Romeo geeft Julia een roos (een sympathieke lijst)]
- Romeo houdt van Julia
- Romeo had het benodigde kleingeld voor roos
- Romeo weet waar hij Juliana kan vinden voordat de roos verdort
- Romeo kan zich bewegen
- Romeo wil Julia een roos geven om haar blij te maken
- Romeo is iemand die het leuk vindt om andere mensen blij te maken, maar vooral om Julia blijkt te maken
[/EXPAND]
[EXPAND †“ Romeo geeft Julia een roos (een onsympathieke lijst)]
- Romeo houdt van Julia, uitsluitend vanwege zijn genetische dispositie
- Romeo had het benodigde kleingeld voor roos, hij vond het geld toevallig op straat terwijl hij toevallig een bloemenwinkel binnenliep
- Romeo weet waar hij Julia kan vinden voordat de roos verdort, die kennis is zuiver animo is dies, hij vindt instinctief zijn weg naar Julia voordat zijn zenuwstelsel geursporen van Julia op pikt, zonder dat R daar zelf erg in heeft
- Romeo kan zich bewegen, de wind blaast hem allerlei kanten op. Hij wordt heen en weer geblazen als een blad in de wind
- Romeo wil Julia een roos geven om haar blij te maken, maar ook alleen omdat een bepaald hormonen vrijkwam als gevolg van een hersenletsel
- Romeo is iemand die het leuk vindt om andere mensen blij te maken, maar vooral om Julia blijkt te maken, omdat hij een langdurige klinische depressie achter de rug heeft die hem niet toestaat zich ook maar ergens over te verheugen, behalve wanneer anderen zich verheugen, wat hem tot een dwangmatige gelukkig maker maakt
[/EXPAND]
- 250 Op deze lijsten staan dus elementen die wel en niet een vrijheid beperkend karakter hebben.
- 251 We herkennen waarschijnlijk allemaal wel dat we soms niet zo zeker weten wat onze werkelijke motieven zijn in de omgang met anderen. Daarom zijn we op zoek naar handelingsmodellen, dat wil zeggen naar verklaringen die ons helpen te begrijpen waarom iemand iets doet. Daarbij kunnen we welwillendheid of bijbedoelingen vermoeden.
- 251 In onsympathieke lijsten wordt de indruk van welwillendheid vervangen door bijbedoelingen (verkeerde motieven) of door verklaringen die het mogelijk maken een persoon geen vrijheid te hoeven toedichten. Wanneer ik bijvoorbeeld struikel of daarbij op straat iemand per ongeluk aanstoot, zal niemand daar een verkeerd motief achter vermoeden. Ik was in dit opzicht gewoon niet vrij.
- 252 Schopenhauer: “er is geen vrouw die deugt “
- 253 met de kennis die we nu hebben van de geschiedenis, zien we dat deze teksten puur biologisch zijn, en dat ze een natuur (van de vrouw) verschenen om zo bepaalde sociale structuren te rechtvaardigen die eigenlijk uit vrijheid bestaan dus ook veranderd (afgeschaft!) Kunnen worden
- 253 er is helemaal geen aanleiding voor een allesomvattend metafysisch pessimisme waarin alle sympathieke lijsten door onsympathieke worden vervangen. Dat gaat werkelijk te ver, en het principiële wantrouwen van zichzelf en alle anderen is een vorm van pseudo wetenschappelijk gestaafde paranoia.
- 253 De hier opgestelde oplossing voor de paradox van de vrije wil bestaat eruit dat de wet van de toereikende grond juist is, en dat desondanks zowel het natuurkundige als het neuronale determinisme waar zou kunnen zijn.
- 253 Die zouden echter alleen een bedreiging vormen voor onze vrijheid als alle gebeurtenissen uitsluitend door de natuurlijke orde behoren, wat in het gunstigste geval zou betekenen dat we ze in de taal en met de middelen van de natuurwetenschappen beter kunnen begrijpen dan op een andere manier. Dat is feitelijk de these van het naturalisme, maar die is eerder al volgens Gabriel niet waar.
- 254 Volgend Nietzsche is “de wil” een valse verstoffelijking.
- 254 Van Schopenhauer stamt namelijk de tot op heden toonaangevende formules die stelt dat we weliswaar kunnen doen wat we willen (handelingsvrijheid), maar niet willen kunnen wat we willen.
- 255 Waarom zouden we niet gewoon zeggen dat we van alles willen om haar verlangen, prettig vinden, dat is onze voorkeur heeft omdat we het verkiezen, zonder dat daarvoor de wil, het verlangen, het vermogen, de voorkeur of de keuze in ons werkzaam worden als een soort vreemde wezens die zich achter ons bewustzijn verbergen en ons ongemerkt sturen? Dergelijke verkeerde conclusies worden registraties oma dat wil zeggen voor verstoffelijkingen , genoemd.
- 255 Klik [EXPAND hier] We kunnen lopen dingen nadenken (katten, wormen, borden enzovoort) wanneer we over dingen nadenken, hebben we gedachten wanneer we gedachten hebben, is er iemand die deze gedachten heeft omdat we graag ik zeggen, noemen we de drager van gedachten het ik we kunnen over de drager van gedachten nadenken Conclusie: dus is het ik (de drager van gedachten) een ding[/EXPAND] voor meer uitleg van een verkeerde conclusie (een paralogisme).
- 256 De fout is hierbij over het hoofd gezien dat we niet alleen over dingen kunnen nadenken.
- 256 Het eurocentrisme gaat ervan uit dat wij een ding onder de dingen zijn en dat alleen dingen bestaan.
- 256 Het is echter onjuist dat alleen maar dingen zijn, omdat er onder meer ook waarden, verwachtingen en getallen bestaan oma die niet zonder meer als dingen kunnen worden aangeduid.
- 256 De fundamentele fout is gelegen in het idee dat er een wereld bestaat die een volstrekt van ons onafhankelijk meubilair heeft, zoals er momenteel onder filosofen populaire metafoor het wil, een meubilair van de werkelijkheid
- 256 De voorwerpen waarmee de werkelijkheid is ingericht zouden dan concrete dingen zijn die aan de hand van onverbrekelijke natuurwetten door ruimte en tijd worden bewogen. Zou daarmee als lichaam’s dingen slechts een ding onder dingen zijn. Dan lijkt het bestaan van bewustzijn, getallen, waarden, open mogelijkheden, enzovoort natuurlijk een raadsel. Dat komt echter niet doordat er raadselachtig zouden zijn, maar doordat het idee van een geheel en al voor stoffelijk universum een misleide metafysische fantasie is.
- 256 Als er bij voorbaat alles verstoffelijken, verstrekken we onszelf in tegenspraken.
- 257 een dergelijke metafysica noem ik Legocentrisme
257 De menselijke waardigheid
- 257 Artikel 1 van de grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland luidt: “de menselijke waardigheid is onaantastbaar “. (In de Nederlandse grondwet is dat niet zo…, zie daar artikel 11: Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.)
- 257 Het waardevolle inzichten dat menselijke waardigheid en mensenrechten op theoretisch niveau samenhangen (waarbij er dan in de rechtsfilosofie discussie is over de menselijke waardigheid de basis vormt voor de mensenrechten, of juist andersom, omdat de mensenrechten nu precies de menselijke waardigheid zijn enzovoort).
- 257 Wat we daarbij niet over het hoofd mogen zien, is dat de menselijke waardigheid ook letterlijk onaantastbaar is, aangezien het geen ding is. We kunnen menselijke waardigheid niet aanraken of zelfs maar met onze ogen waarnemen zoals de dingen waarnemen ze komt ons niet toe omdat de mensen-dingen zijn waarin hersen-dingen zijn geplaatst die onder ons schedeldak groeien gedijen.
- 257 Hier helpt Kant’s beroemde onderscheid tussen waardigheid en waarde ons verder. Hij schrijft:
- 258 Alles [heeft] ofwel een prijs ofwel een waardigheid. Voor datgene wat een prijs heeft, kan ook iets anders in de plaats gesteld worden als equivalent. Wat daarentegen boven elke prijs verheven is en derhalve geen equivalent toelaat, heeft een waardigheid. Wat betrekking heeft op de algemene menselijke neigingen en behoeften, heeft een marktprijs. (“¦) Dat evenwel, wordt de voorwaarde vormt waaronder alleen iets doel op zichzelf kan zijn, heeft niet louter een relatieve waarde, dat wil zeggen: een prijs, maar een intrinsieke waarde, dat wil zeggen waardigheid. (1999 bladzijde 61 fundering voor de metafysica van de zeden)
- 258 Hier spreekt Kant over een voorwaarde voor het feit dat iets doel op zich kan zijn.
- 258 Volgens Kant komt ons mensen waardigheid toe, omdat er in “het rijk der doelen ” leven. Het rijk der doelen is een orde van begrippen die we gebruiken om menselijk handelen te begrijpen daartoe behoren begrippen als vriendschap, bedrog, copyright, president, copyright, uitbuiting, ontvreemding, ideologie, revolutie, hervorming en geschiedenis. Deze begrippen onderscheiden zich van de begrippen die we gebruiken om ons een idee te vormen van natuurlijke processen die ook zonder ons toedoen zouden plaatsvinden.
- 259 In tegenstelling tot veel hedendaagse voorvechters van het determinisme houdt Kant zich namelijk wel bezig met het door Leibniz geformuleerde een moeilijk probleem van de vrije wil:
- 259 We kijken je alleen naar de noodzakelijkheid van de verbinding van gebeurtenissen in tijdreeks, zoals die zich volgens de natuurwet afspeelt; het of we het subject waarin deze voortgang plaatsvindt nu “automaton materiale” noemen, waarbij de machinerie door materie wordt aangedreven, dan wel, met Leibniz, “automaton spirtuale“, waarbij voorstellingen haar aandrijven. En als de vrijheid van onze wil uitsluiten dat laatste is dan zou die in wezen niet beter zijn dan de vrijheid van een raadslid, dat als je opwindt ook vanzelf bewegingen uitvoert.
- 259 Daarentegen zouden we, uitgaande van een onorthodoxe lezing van Kant , kunnen aannemen dat we als inwoners van het rijk van de doelen in zoverre werkelijk vrij zijn, dat elkaar over en weer alleen kunnen begrijpen waar nieuwe theologische handelingsmodellen op de koop toenemen.
- 259 Handelingen worden meestal van natuurlijke gebeurtenissen onderscheiden in zoverre dat natuurlijke gebeurtenis volledig kan worden begrepen maar ook als er geen rekening wordt gehouden met een of ander doel. Daarom zijn natuurlijke gebeurtenissen (bijvoorbeeld de aandrang om te plassen) onvrijwillig. Die aandrang vervult weliswaar een functie in het organisme, maar heeft geen doel dat door iemand is gesteld.
- 260 Daarnaast bestaat het grootste deel van de menselijke beschaving eruit dat mijn natuurlijke gebeurtenissen rondom het menselijk lichaam verdringen of in elk geval verfraaien: we knippen onze nagels en haren, bekleden ons, beschikken over afsluitbare toiletruimte is, of technologie waarmee we onze natuurlijke mogelijkheden verbeteren (rekenmachines, treinen enzovoort).
- 260 Een menswaardig leven is een leven dat zich in het “rijk der doelen ” kan bewegen.
- 260 Maar dat is dus niet de normale toestand, zoals het neuro centralisme ons wil wijsmaken.
- 260 Wij worden alleen dan door de harde oorzaken en schakelingen in onze lichamen gestuurd om haar wanneer we ziek zijn.
- 260 Wie zich inspant voor bescherming van het milieu en de dierenwereld, doe dat niet alleen omdat er onder zijn schedeldak een neuronenstorm plaatsvindt die hem ertoe drijft, dan wel zonder dat hij het wil de wil inplant om zich op deze manier voor de gemeenschap in te zetten
- 260 De menselijke waardigheid is onaantastbaar, omdat we niet alleen organismen en dieren van een bepaalde soort zijn, maar juist die dieren in het rijk der doelen leven. Laat ik er over eens bij zeggen dat ik niet denk dat alle andere diersoorten daarvan zijn uitgesloten.
- 261 Wij mensen zijn echter in die zin vrijer dan andere diersoorten, dat we er dank zij de beschaving en de geestesgeschiedenis actief en zelfbewust aan werken dat we niet langer primeren door harde oorzaken worden gestuurd.
- 261 We vormen als het ware zachte handelingsmodellen, waarmee we ons deels bevrijden van de oorzaken.
- 260 Andere diersoorten beschikken niet over een reflexief, filosofisch gefundeerd rechtssysteem als het onze, dat is ontstaan uit duizenden jaren van afwegingen over de structuur van een rechtvaardige staat dat pragmatisch door de oude Grieken op hol theoretisch niveau is uitgewerkt. De oude rechts- en staats kunde vinden hierbij aansluiting.
- 261 Door deze reflexieve verworvenheden zijn we niet waardevoller dan andere diersoorten.
262 Op hetzelfde niveau als God of de natuur?
- 262 Stanley Cavell: “niets is zo menselijk als de wens om geen mens te zijn“
- 262 Sartre : op-zich en voor-zich:
- Op-zich : iets dat op-zich is, is zonder toedoen van het begrip volkomen identiek aan zichzelf. Het heeft een absoluut wezen. Het kan weliswaar worden vernietigd, maar kan zich niet veranderen door zijn meningen om zichzelf te veranderen – omdat het geen meningen heeft. Stenen en sommige dieren behoren daartoe.
-
JST: vergelijk dit met het “ding an sich” van Kant
-
- Voor-zich: dit is “de menselijke werkelijkheid“, waarvan wij deel uitmaken. Dit is het idee dat ons beeld van onszelf (ook wanneer het een onjuist beeld is) iets over ons zegt. We zijn nu eenmaal diegenen voor wie we onszelf houden. Als ik denk dat ik goed kan dansen (ook al heb ik ongelijk) dan ben ik degene die denkt dat hij goed kan dansen.
- Op-zich : iets dat op-zich is, is zonder toedoen van het begrip volkomen identiek aan zichzelf. Het heeft een absoluut wezen. Het kan weliswaar worden vernietigd, maar kan zich niet veranderen door zijn meningen om zichzelf te veranderen – omdat het geen meningen heeft. Stenen en sommige dieren behoren daartoe.
- 262 Volgens Sartre heeft de mens het idee “God “uitgevonden omdat God de perfecte combinatie van op-zich en voor-zich zou zijn.
- 263 Sartre is van mening dat we vrij zijn, omdat er een gat valt tussen ons op-zich (ons lichaam, onze afkomst enzovoort) en ons voor-zich.
- 263 Daartoe behoorde in het bijzonder ook het essentialisme, dat in dit geval staat voor de aanname dat de mens of een groep mensen doorverwezen (een essentie) op bepaalde, slechts schijnbare vrije patronen van handelingen is vastgelegd. Racistische en seksistische ideeën zijn essentieel list is, net als nationalistische, die ervan uitgaan dat de Duitsers of de Grieken een wezen hebben dat zich in hun handelingen manifesteert. De Duitsers drinken bijvoorbeeld bier, de Grieken zijn corrupt, radicaal links enzovoort.
- 263 Tegen die achtergrond kunnen we de extensie autistische motieven van Cavell en Sartre combineren en twee gevaren benoemen:
- De verruwing naar boven dreigt wanneer we God als ik-ideaal kiezen, wanneer we dus als God willen worden. (De Homo-Deus)
- De verruwing naar onderen dreigt, wanneer we in de ban zijn van darwinites en denken dat al het menselijk gedrag zich volledig laat verklaren met behulp van van de evolutionaire biologie.
- 263 In de huidige samenleving houdt de verruwing naar boven eigenlijk niet zo sterk verband met religie, maar eerder met de almachtsfantasieën van het post-humanisme en trans-humanisme, en met het idee van een allesverslindende digitale revolutie die in de handen van de goden van Silicon Valley ligt. Er bestaande stromingen die ervan uitgaan dat wij mensen door onze technologie allang cyborgs zijn.
- 264 De vertegenwoordigers van de these van de uitgebreide geest (extended mind) gaan ervan uit dat de mens uiteindelijk digitaal een oneindig leven kan hebben.
- 264 De verruwing naar boven komt voort uit een idee van de “verhersening van onze cultuur”
- 264 Benn: “Nach dem Nihilismus” (1932):
- Hebben wij nog de kracht, zo vraagt de schrijver zich af, tegenover het wetenschappelijk bepalende wereldbeeld een vrij scheppend ik te verdedigen?
- Hebben wij nog de kracht niet vanuit economisch zionisme en politiek mythologische elementen, maar vanuit de macht van het denken van het Avondland, een materialistisch mechanische vorm een wereld door te prikken en vanuit een zichzelf stellen de ideale tijd en een zichzelf beteugelende maat de beelden van diepere werelden te ontwerpen?
- 265 De verruwing naar boven is ook werkzaam in het functionalisme, dat ervan uitgaat dat bewustzijn of geest slechts een functionele structuur is die zich in de vorm van verschillende materialen zou laten implementeren – en omdat dit het tijdperk van Silicon Valley is, wordt dan vervolgens steeds meer sierlijke als voorbeeld aangehaald. We zouden kunnen denken dat het functionalisme een nieuwe these is die met de opkomst van de computer is ontstaan.
- 265 Benn schrijft hierover:
- Een nieuwe cerebralisatiestap lijkt zich aan te kondigen, een kille, koudere: het eigen bestaan, de geschiedenis, het universum moeten voortaan in nog slechts twee categorieën worden bevat: het begrip en de hallucinatie.
- Het verval van de werkelijkheid vanaf Goethe loopt zozeer de spuigaten uit dat zelfs steltlopers te water moeten, wanneer ze ermee geconfronteerd worden: de aardbodem is overhoop gehaald door de pure dynamiek en ongebreidelde relativiteit.
- Het is een en al functionalisme wat de klok slaat, beweging zonder drager, zijn zonder bestaan.
- 266 Net als Goethe en Nietzsche beveelt ook Benn ons aan eens na te denken over de voorgeschiedenis van de moderne intellectualisering.
- 266 Fichte was verwikkeld in de atheïsmestrijd, omdat hij uiteindelijk voorstander was van een soort religie van de rede.
- 267 Het idee dat onze leven door een egoïstische berekening, gericht op het overleven, zou worden gestuurd, wordt gecorrigeerd door te verwijzen naar het feit dat we tot erotisch enthousiasme in staat zijn. Zo wordt de verruwing naar boven doorkruist.
- 267 De verruwing naar onderen neemt tegenwoordig de vorm van darwinites aan.
- 267 Gabriel geeft hier als voorbeeld de poging om de menselijke goedheid ( ons vermogen tot het hebben van een moraal ) te verweren op grond van de studie van apen samenlevingen en ook daar al altruïstisch sociaal gedrag in aan te wijzen.
- 268 Auteurs als Frans de Waal hebben zeker gelijk wanneer ze erop wijzen dat een dualisme waarin moraal tegenover natuur wordt gezet en de mensheid tegenover andere dieren, niet te verdedigen valt. Het idee dat er in de rest van het dierenrijk alleen maar
268 PS Er bestaan geen wilden
- 268 Er heeft in de moderne filosofie een langdurig debat plaatsgevonden over de vraag of “de wilden “(dat waren vooral de door de Europeanen een nieuw ontdekte bewoners van Noord en Zuid Amerika) in een staats-en zelfs moraal vrije natuurlijke toestand leefden.
- 268 De symmetrische antropologie verdeelde mensheid niet langer in een voor moderne (de voormalige “wilden “) en een moderne groep (de voormalige “beschaafden “).
- 269 Na lange, vele mensenlevens verslindende processen die toonde juist om die reden ook wel als moordmachine geziene moderniteiten leiden, werd uiteindelijk duidelijk dat er eigenlijk helemaal geen alternatief is voor het universalisme.
- 269 Het universalisme is de these dat alle mensen fundamenteel gelijk zijn, dat er geen verschillende soorten (of nog erger: rassen) mensen bestaan die zich op de een of andere wijze op een ander ontwikkelingsniveau bevinden en daarom fundamenteel andere waarden hebben die zich niet laten verenigen met de hoog ontwikkelde moderniteit.
- 269 Dat inzicht had echter tot gevolg dat een typische rechtvaardiging van de politieke macht niet langer functioneerde. Die rechtvaardiging (waarvan overigens tot op de dag van vandaag nog rijkelijk gebruik wordt gemaakt, zowel politiek als ideologisch) gaat er vanuit dat de mens van nature anarchistisch is geneigd de ander te overvallen, te beroven en voor zijn egoïstische doelstellingen te instrumentaliseren.
- 269 Dit ideologische idee van een “natuurtoestand “, zoals Hobbes die op bijzondere invloed rijke wijze heeft beschreven in zijn duistere werk Leviathan, kennen we vandaag de dag vooral uit het Hollywood genre van de apocalyptische films. Dergelijke films wekken de indruk dat de staats orde ons als het ware tegen onszelf beschermd. Als deze orde wegvalt, is de mens weer “voor de mens een wolf “, zoals Hobbes het zo beroemd verwoordde.
- 270 Ons idee van de democratische rechtsstaat is gelukkig universeel is dies van aard, dat wil zeggen, niet gerechtvaardigde dat wij de rechtsstaat als onze toevallige staatsvorm beschouwen die slechts door de staat wordt benut om zijn greep op de macht en aanzien van de kwade en brede staatsburgers te rechtvaardigen. Dat model laat zich namelijk niet verenigen met de eisen die wij stellen aan politieke vrijheid. Als we allen zouden denken dat de staat en alleen de staat onze gedragscodes als de moraal oplegt, zodat we elkaar niet voortdurend met moord en doodslag bedrijven, zouden we ons terecht niet werkelijk vrij voelen. Dan zouden de indruk kunnen krijgen dat we eigenlijk een “volk van duivels ” zijn.
- 270 Kant : naar de eeuwige vrede: de aanname dat we van nature kwaad zijn, is slechts een verzinsel die we gebruiken om te kunnen begrijpen waarom instituties zowel voor goede als voor kwade mensen zinvol zijn:
[EXPAND †“ Citaat van Kant:] 270 Het probleem van het vestigen van de staat kan, hoe hard het ook klinkt, zelfs voor een volk van duivels worden opgelost (als ze maar verstand hebben) en luidt als volgt: ” een veelheid van redelijke wezens die tezamen een algemene wetten verlangen voor het behoud, zowel ieder ervan in het geheim echter geneigd is om voor zichzelf daarvan uit te zonderen, moet zodanig geworden zijn en hun constitutie zodanig ingericht dat (ook al staan zij in private gezindheid tegenover elkaar) deze elkaar toch zo belemmeren dat het resultaat in hun publieke gedrag precies hetzelfde is als wanneer zijn zo slechte gezindheid niet zouden hebben.[/EXPAND]
- 271 Het punt is dat de staat (dat wil zeggen, zijn verkozen vertegenwoordigers) er niet van kan uitgaan dat wij een volk van engelen of duivels zijn.
- 271 Het gaat er om dat de politieke vrijheid voor allen wordt gegarandeerd
Ik denk dat dit klopt: democratische landen t.o.v. landen met een regime …
- 271 Gelukkig hebben we ons min of meer van het idee weten te ontdoen dat er een wezen van de mens bestaat dat zich fenotypisch (als ras) of historisch-nationaal (de Duitsers, de Noren, de Chinezen) laat bepalen door bijvoorbeeld naar de economische ontwikkelingsgraad te kijken.
- 272 Kant heeft een verruwingsargument aangedragen: hij wijst erop dat we een “plicht hebben, ontstond houden van de gewelddadige en tegelijk brede behandeling van dieren”, omdat daardoor ook het “medeleven “voor andere mensen wordt “afgestompt “.
[EXPAND †“ Citaat Kant:] Zelfs dankbaarheid voor lang geleverde diensten van een oud paard of een oude hond (ongeacht of ze huisgenoten zijn geweest) behoort indirect op de plicht van de mens, namelijk een aanzien van deze dieren. Direct beschouwd is er altijd slechts een plicht van de mensen tegenover zichzelf.[/EXPAND]
- 272 We moeten dus mensen blijven en alleen proberen beter te begrijpen welke morele en politieke kansen dat met zich meebrengt.
- 272 Wij zijn anders dan alle andere dieren, meer niet.
272 De mens is geen gezicht in het zand
- 272 In dit boek heb ik (Gabriel) de grote lijnen van een filosofie van de geest voor de eenentwintigste eeuw geschetst.
- 272 Daarbij was het mijn bedoeling het begrip van de geestelijke vrijheid te ontwikkelen en te beschermen tegen reductie- en eliminatiepogingen die onze wijs maken dat we nog over geest, noch over vrijheid beschikken.
- 272 De tegenstander heet de “ideologie“, dat wil zeggen de verschillende pogingen van de mens om zichzelf af te schaffen, zoals die in de loop van de tijd de revue zijn gepasseerd. Vandaag de dag neem dat de meest uiteenlopende vormen aan, deels zijn het varianten op het denken van het trans humanisme en kost humanisme, dat wil zeggen van het idee dat de tijd van de mens voorbij is, omdat we op in de toekomst cyborgs onze natuur zullen ontgroeien.
- 273 Een probleem dat aan biologie van onze tijd bijdraagt, is dat de geesteswetenschappen al langere tijd geneigd zijn de geest op te geven.
- 273 De moderne tijd wordt ook wel de nieuwe tijd genoemd, omdat dit het tijdperk is waarin men denkt iets radicaal nieuws te kunnen beginnen dat alles zo ingrijpend veranderd dat we eindelijk in de eindtijd zijn aanbeland. De nieuwe tijd verlangt en na de eindtijd te zijn. Men wil dat zich eindelijk een allesbeslissende gebeurtenis voordoet, een revolutie waarna niets meer hetzelfde zal zijn, maar beter en definitief. En in het bijzonder hoog men dan dat er ook een einde komt aan de aanspraken op vrijheid.
- 274 Kortom: de moderne tijd koestert ontlastende fantasieën. Daar moeten we ons echter uit naam van de geestelijke vrijheid tegen teweerstellen.
- 274 De ware vooruitgang bestaat niet uit het illusoire ideaal van de overwinning van geest en mens, maar uit het verbeteren van de morele en rechterlijke orde in het licht van onze inzichten.
- 274 Er is dus geen onvervulde utopie, geen post tijdperk dat principieel niet meer geschikt zou zijn om de vrijheid te bevorderen dan het tijdperk waarin wij ons nu bevinden, en nog de postmoderniteit, noch het post-humanisme zal beter aan de vorderingen van de vrijheid tegemoet kunnen komen dan dat wij dat nu kunnen. Wij hebben de verheffing van de mensheid zelf in de hand, als individuele en instituties. Niemand kan ons dat afnemen, ook de toekomst niet.
- 274 Heidegger heeft het mis volgens Gabriel: hij koos voor een utopisch, gestoord idee van het wezen van de Duitse volk.
- 274 Heidegger vervangt het het begrip “geest”, dat erop wijst dat onze vrijheid bestaat dat we aan onszelf betreft in het licht van de begrijpelijke en ethische eisen historisch en maatschappelijk relevant kunnen werken,
- 274 door het begrip van het “wezen “, dat ons onderhands aan ons vaderland moet binden.
- 274 Ook Foucault heeft het mis volgens Gabriel: hij haalt het boek aan “De orde van het spreken”. ??? (Vertaling van de woorden en de dingen? )
- 274 In het boek stelt Foucault dat de mens pas sinds een paar eeuwen bestaat, omdat de mens enkel beschouwd wordt als het snijpunt van verschillende wetenschappelijke “discoursen”, dat wil zeggen als een constructie:
- Uit de keuze van een relatief kort tijdsbestek en een begrensd geografisch gebied (de Europese cultuur vanaf de 16e eeuw) is duidelijk komen vast te staan dat de mens een recente uitvinding is
- Het boek van Foucault eindigt met het vooruitzicht ” dat de mens zal verdwijnen, als een gezicht in het zand op de vloedlijn van de zee” (Uit: Foucault: De woorden en de dingen)
- 275 Natuurlijk zal de mens ooit verdwijnen, maar dan gewoon omdat we (daar durf ik wel om te wedden) ook met behulp van androïden en warp-drives nooit in een Star Trek – universum zullen aankomen en planeten zullen kunnen komen indiceren die ver genoeg van onze zon verwijderd zijn om niet mee te worden gesleurd als die op een dag ten onder gaan.
- 275 De mensheid is niet als geheel voor de eeuwigheid te redden. Ze is, zoals elk individu, eindig. Gelukkig hebben we in de moderne tijd veel vooruitgang geboekt. We leven in het tijdperk van de kennis.
- 276 Daarom is het voor onze eeuw een belangrijke taak en nieuwe visie te ontwerpen op onze situatie als levende wezens met een geest. We moeten het materialisme overwinnen dat ons voorhoudt dat alleen datgene bestaat wat in het universum (als de materiële- energetische werkelijkheid van harte anonieme oorzaken) bevindt en daarom handenwringend op zoek is naar een idee van de geest dat deze weet te reduceren tot het bewustzijn en vervolgens tot een neuronen storm.
- 276 Voorlopig is de mens voor de mens nog een wolf.
- 276 De grootste vijand van de mens is nog altijd de mens.
- 277 Wij mensen zijn er zelf schuldig aan als we niet gezamenlijk aan werken om op deze planeet de voorwaarden voor vrijheid, welzijn, gezondheid en gerechtigheid te verbeteren.
- 277 Een andere planeet is er niet voor ons, en met een ander leven waarin we alles beter kunnen maken over niet serieus te rekenen.
- 277 Daarom is het een belangrijke opgave van de filosofie om aan een zelfportret van de menselijke geest te werken dat als ideologie kritiek tegen de lege beloften van een post humane tijdperk instelling kan worden gebracht.
- 277 Credo: Schelling : “het alfa en omega van alle filosofie is vrijheid”