laatste wijziging: 23-03-2020
033 041 samenvatting
- 33 In de filosofie is er nog in het geheel geen sprake van enige objectief gefundeerde theoretische kennis, en dat betekent dat ze nog geen wetenschap genoemd kan worden.
34 naturalistische filosofie
- 34 het naturalisme vat de gehele werkelijkheid op als een wetmatig gedetermineerde natuur van psychofysische aard
- 34 Elke natuurwetenschap gaat er op naïeve wijze van uit dat de dingen een bestaan hebben in tijd en ruimte. Deze aldus gegeven dingen vormen het object van de natuurwetenschap. Het psychische wordt gedacht als iets dat zijn plaats heeft binnen het psychofysische geheel van de natuur en is het object van de experimentele psychologie
- 35 Onderzoekingen naar het wezen van het bewustzijn in al zijn aspecten, en naar het wezen van de objecten vormen samen het gebied van de fenomenologie
- 37 Het onderscheid tussen de wetenschappen van het psychische en van het fysische is een meegegeven dat alleen de wereld van tijd de ruimtelijke lichamen natuur in pregnante zin vormt.
- Het psychische is slechts natuur in afgeleide zin
-
- Alleen het materiële is te ervaren als iets dat door iedereen als “hetzelfde” kan worden waargenomen
- Datgene wat identiek blijft in alle waarneming is de “natuur” van het ding, die behoort tot de materiële wereld, die onderworpen is aan de wetten van de causaliteit
- Deze wereld vormt het object van de natuurwetenschap
-
- In de wereld van het psychische, daarentegen, is er geen sprake van “dingen “die in zichzelf identiek blijven, terwijl ze zich eventueel een steeds wisselende verschijningen vertonen
- Hier vallen verschijning en zijn samen
- Een psychisch fenomeen heeft dus geen natuur, zoals die ten grondslag ligt aan de verschijningen van de materiële dingen, en het zou ook absurd zijn het een natuur aan te meten
- Wat “het psychische “is kan niet aan de ervaring worden ontleend het psychische wordt niet ervaren als iets dat verschijnt; het is een “beleving “die in de reflectie onmiddellijk wordt aanschouwd
- Het heeft niets van doen met natuur, ruimte, tijd, substantialiteit of autoriteit, maar vormt een stroom van fenomenen, geordend langs de intentionele lijn van de immanente tijd
- 38 Alle problemen die betrekking hebben op het bewustzijn, maar die onoplosbaar waren omdat ze empirisch werden geïnterpreteerd (Hume) , kunnen via deze fenomenologische bewustzijnsanalyse worden opgehelderd. De zuivere fenomenologie kan en wil alleen onderzoek naar het wezen doen en niet naar het feitelijk bestaan van de dingen, die ze methodisch uitsluit
39 historisme en wereldbeschouwelijke filosofie
- 39 Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen datgene wat op zich absoluut en eeuwig geldig is en datgene wat zich in de historische omstandigheden als geldig voordoet
- 39 Over het eerste heeft de geschiedwetenschap helemaal niets te zeggen
- 39 De ware filosofie kan door de historicus noch gefundeerd worden, noch kan de mogelijkheid daarvan door hem worden neerlegd