H-1 vragen

Deze vragen kunnen gebruikt voor de discussie in de leesgroep. Ze kunnen ook individueel beantwoord worden na het lezen van dit hoofdstuk. De vragen zijn vaak complex, dus sommige zijn wellicht niet geheel individueel te beantwoorden. De doelstelling is dan ook niet om een compleet antwoord te vinden. Ze zijn meer bedoeld om nog eens na te denken over wat u gelezen hebt en hoe u dat zelf herkent.

• Hannah Arendt noemt het een metafysische misvatting dat een oorzaak van hogere orde is dan het gevolg (p. 54). Gesproken wordt over het (ware) Zijn en het (louter) Verschijnen. Welke gronden voert Hannah Arendt om dit een misvatting te noemen, en welke conclusies trekt ze? Herkent u die?
• Veelal worden geest en ziel in een adem genoemd. Hannah Arendt ziet ze nadrukkelijk als verschillend. Welke zijn die verschillen volgens Hannah Arendt? Wat vindt u zelf?
• Menselijke organen zijn lelijk en asymmetrisch en we hebben allemaal dezelfde, toch zijn mensen wezenlijk verschillend zegt Hannah Arendt. Hoe ziet Hannah Arendt die samenhang tussen de pluraliteit van mensen en de uniformiteit van bouwstenen? Zijn we LEGO poppetjes?
• Het speculatieve denken is bevrijd door Kant, die zich distantieerde van Descartes, en systematisch een relatie legde tussen de wereld van verschijnselen op zich, en hoe de mens deze ervaart. Op welke grond zegt Hannah Arendt dat?
• Kent u een humoristische filosoof? Is humor zielig of geestelijk?