laatste wijziging: 10-12-2019

Puett – Eerste sessie

SENIA Assen Sessie op vrijdag 6 december


Hoofdstuk – 1 – HET TIJDPERK VAN ZELFGENOEGZAAMHEID

In de moderne samenleving denken we dat we individuen zijn met een redelijk verstand en niet meer onderworpen aan de traditionele samenleving van voor de 19de eeuw. Dit is echter slechts een van vele zienswijzen, wat we leren als we kijken hoe er lang geleden in China heel anders over gedacht werd.

Mythe 1 – We leven in een tijd van ongekende vrijheid We zijn verlost van alle grote ideologieën en menen nu dat we vrij zijn. Toch weten we niet of we de wereld wel juist hebben ingericht. We zijn enerzijds zelfgenoegzaam en anderzijds zijn er grote problemen waar we niets aan doen. De oude Chinezen hielden zich al bezig met discussies over hoe de wereld in te richten, maar zonder grote ideologie.

Mythe 2 – We zijn in staat de koers van ons !even te bepalen Wij denken dat we problemen rationeel moeten oplossen, zoals het ’trolley probleem’ op het spoor (gooi ik de wissel om zodat de denderende trein niet vijf mensen doodt maar slechts een) maar in de praktijk reageren we niet rationeel maar op basis van onze emoties en instincten. De Chinezen vonden dan ook dat we juist deze emoties en instincten moeten [3] aanscherpen door training en een proces van zelfontwikkeling, zodat we dagelijks op een moreel verantwoorde manier kunnen reageren.

Mythe 3 – Wie we werkelijk zijn ligt in onszelf verborgen Als we ontdekken ‘wie we zijn’ dan reduceren we als mens onze mogelijkheden. De Chinese denkers menen dat we complexe wezens zijn die voortdurend veranderen. We zijn niet onveranderlijk wie we zijn. we kunnen voortdurend actief onszelf verbeteren. De ontdekking van ‘wie we zijn’, diep van binnen, geeft ons geen vrijheid, maar houdt ons gevangen in het tijdperk van zelfgenoegzaamheid. We zitten onszelf in de weg.


– 2- HET TIJDPERK VAN DE FILOSOFIE

Zo’n 2500 jaar geleden bogen Confucius, Socrates en Boeddha zich op ongeveer hetzelfde moment over dezelfde filosofische kwesties. Ze reageerden op vergelijkbare maatschappelijke krachten, namelijk het uiteenvallen van aristocratische machten, en dat vroeg om nieuwe bestuursvormen. In Griekenland was het de radicale democratie, in China was het een gecentraliseerde bureaucratie die ontstond. Het zoeken was ook naar een antwoord op de vraag: hoe moet ik leven? De moraal leek zoek en de vraag was hoe de mens zich kon verbeteren. De antwoorden varieerden van afzondering van de wereld in gemeenschappen die geweld verwierpen tot concentratie op een hogere wereld die het aardse ontstijgt. De Chinezen zochten het eerder in het veranderen van de patronen van het dagelijks leven. 3(C Confucius wordt vaak beschouwd als een voorstander van een rigide maatschappelijke hiërarchie en een conservatieve kijk op correct gedrag. Maar uit zijn boek De Gesprekken komt eerder naar voren dat hij werelden trachtte te scheppen waarin ieder kon gedijen, in het hier en nu. Veel filosofen die we in dit boek tegenkomen hadden diezelfde gedachte, en deden inspirerende ontdekkingen over het vermogen van mensen om nobel en goed te worden.

 

OVER RELATIES: CONFUCIUS EN HET ALSOF-RITUEEL

 

In De Gesprekken van Confucius zien we dat Confucius zich niet bezighield met Grote Vragen zoals de vrije wil, de zin van het leven et cetera. Hij hield zich bezig met de vraag  ‘hoe leid jij je leven elke dag?’. Xing Zi Ming Chu introduceerde  “het mandaat”.  Het leven van mensen bestaat uit interacties en daaruit volgen de emoties. We moeten door ervaring leren hoe we beter kunnen reageren op deze interacties en uiteindelijk met fatsoen reageren. Deze verfijning van emoties en reacties leren we dankzij rituelen. We reageren wel verschillend in verschillende situaties, maar vaak worden deze reacties automatismen en passen zich niet aan aan veranderde omstandigheden over de opvatting van de Chinese filosofen is dat we gevormd worden door al onze interacties, we hebben geen statisch `zelf dat in ons zit en onveranderlijk is. Een ‘zelf dat we moeten zoeken en dan verwezenlijken hebben we niet Rituelen stellen ons in staat even een ander persoon te zijn, en na elk ritueel blijft iets daarvan hangen. Voorouderverering is een voorbeeld van rituelen die dienen om alle emoties rond een overleden persoon, zowel van kinderen met die persoon als kinderen en familie onderling, in banen te leiden. De overlevenden vereren de ouder en doen dat deugdzaam. De herhaling van deze rituelen brengt de familie elke keer weer dichter bij elkaar, waarna de familieleden verder wat minder ruzie maken. Essentieel is dat de deelnemers in het ritueel zich ervan bewust zijn dat ze een alternatieve werkelijkheid [4] binnengaan, waarin ze andere kanten van zichzelf verbeelden. In de liefde speelt dat ook een rol: als de geliefden doen alsof ze echt van de ander houden voelen ze die liefde ook zo. Het eettafelritueel is een hedendaags voorbeeld waarin we als gezin even samen uit het dagelijks bestaan stappen. Ons moderne idee dat we onszelf moeten zijn houdt ons tegen om te doen `alsof en blokkeert deze vorm van zelfontwikkeling in relaties met anderen. Door op onze westerse manier trouw te zijn aan je `ware’ zelf laat je ook destructieve gewoontes uitgroeien tot een onwrikbare identiteit. Door jezelf te beschouwen als een complexe verzameling emoties, neigingen. verlangens en eigenschappen die ons vaak in verschillende richtingen duwen word je plooibaar en pin je je niet vast in een authentiek zelf. Transformatie is voor Confucius een geleidelijk proces van heel kleine stapjes, dankzij rituelen. Medemenselijkheid is het vermogen correct op anderen te reageren, een aangeleerde gevoeligheid die je in staat stelt je te gedragen op een manier die goed is voor de mensen om je heen, en die het beste in hen naar voren brengt. Confucius gaf zijn leerlingen geen eenduidige definitie van medemenselijkheid maar wilde zijn leerlingen duidelijk maken dat we die medemenselijkheid moeten aanvoelen in allerlei omstandigheden om het concept in de praktijk te kunnen brengen. De Duitse filosoof Kant staat daar recht tegenover: er is een gedragslijn te vinden die in elke omstandigheid moet worden toegepast. Voor Confucius is een ethisch mens iemand die medemenselijkheid in de praktijk brengt in de chaotische wereld door als-of rituelen kan een verbetering stapsgewijs gerealiseerd worden en zo creëren we een nieuwe wereld, terwijl we toch verankerd blijven in het alledaagse….

 

 

– 4 – OVER BESLISSINGEN: MENCIUS EN DE 1- ONBEREKENBARE WERELD

 

Mencius kreeg een tegenslag in zijn leven waardoor hij zijn ambitie niet waar kon maken. Zijn leer is daardoor beïnvloed en zegt dat we niet in een coherente. stabiele wereld wonen, maar in een onvoorspelbare en onberekenbare wereld. Hoe kunnen we in zo’n wereld een lijn van leven uitstippelen? Zijn tijdgenoot Mo Zi had een wereldbeeld dat veel op ons protestantse wereldbeeld lijkt: we zijn berekenbare personen in een voorspelbare wereld. Als je maar een wereld creëert waarin er een goed beeld is van goed en kwaad en een systeem van regels dat daarop gebaseerd is. met beloningen en straffen, zou iedereen goed of zijn volgens Mo Zi. Mencius was het hiermee oneens. Hard werken wordt niet altijd beloond en slecht doen wordt niet altijd bestraft, vond hij. De wereld is onberekenbaar.  In een Mo Zi wereld baseren mensen hun daden op `wat moet ik doen om te krijgen wat ik wil’. Het creëert een berekenend systeem en leidt tot een tweespalt tussen onze cognitieve vermogens en onze emotionele kant. Mo Zi staat voor een wereld met een geloof in universeel toepasbare  regels. Mencius gaat uit van een onvoorspelbare wereld waar je nooit op kunt vertrouwen. Een wereld die je voortdurend opnieuw vormgeeft door jezelf en je relaties met anderen door middel van kleine daden verder te ontwikkelen. Vaak nemen we besluiten deels rationeel, deels emotioneel maar uiteindelijk geeft ons gevoel de doorslag. Wat nu als we onze emotionele vermogens zo konden ontwikkelen dat ze in de pas gaan lopen met ons verstand en we beslissingen nemen die mogelijkheden voor ons openen in plaats van afsluiten? Dan moet je leren je emoties te oefenen zodat je beslissingen kunt beschouwen in samenhang met een complex zelf, een [5] complexe wereld en de complexe, uiteenlopende wendingen die de dingen kunnen nemen. Mencius geloofde dat we allemaal worden geboren met de aanleg om dat te doen: een aanleg tot goedheid Deze kiem moeten we ontwikkelen, we hebben bij geboorte allemaal dezelfde potentie om een wijze te worden, die in staat is een omgeving te creëren waarin iedereen kan gedijen. In het Chinees staat het woord Xin zowel voor hart als voor geest. De hart-geest is de zetel van emoties zowel als redelijk verstand. Gebruik je geest om je eigen emoties te begrijpen en daarmee ook emoties van anderen te begrijpen. Dan kun je in conflictsituaties betere inschattingen maken van de situatie. deze breder zien en doorgronden hoe je de uitkomst kunt wijzigen. Het plannen van je leven is te vergelijken met hoe een boer zijn oogst krijgt: door de condities te scheppen en daden te verrichten die tot een goede oogst leiden. Je kunt jezelf geen weg beitelen naar een resultaat, je kunt wel de diverse interesses en aspecten van jezelf organisch tot wasdom laten komen. Je ontwikkelt jezelf niet vanuit de idee ik kan alles worden wat ik wil, maar vanuit de gedachte ik weet nog niet wat ik kan worden. Dat schept veel meer mogelijkheden in een onvoorspelbare wereld. Je kunt kanten van jezelf ontdekken waarvan je het bestaan niet wist, en de wereld biedt je eindeloze mogelijkheden.