laatste wijziging: 30-07-2021
139 DEEL 2 voor-zich-zijn
Het voor-zich-zijn (geest)
41 Eerste hoofdstuk — De onmiddellijke structuren van het voor-zich
- 141 De tegenwoordigheid bij zichzelf
- 148 II De facticiteit van het voor-zich
- 154 III Het voor-zich en het zijn van de waarde
- 167 IV Het voor-zich en het zijn van de mogelijkheden
- 176 V Het ik en de cirkel van de zelfheid
179 Tweede hoofdstuk — De tijdelijkheid
- 179 I Fenomenologie van de drie tijdsdimensies
- 205 II Ontologie van de tijdelijkheid
- 227 III Oorspronkelijke tijdelijkheid en psychische ijdelijkheid: de reflectie
251 Derde hoofdstuk — De transcendentie
- 253 I Kennis als betrekkingstype tussen het voor-zich en het op-zich
- 262 II Over de bepaling als ontkenning
- 269 III Hoedanigheid en hoeveelheid, potentialiteit, werktuiglijkheid
- 289 IV De tijd van de wereld
- 303 V De kennis