15 Stoïcijnse levenskunst
Auteur: van Reijen, Miriam Boek: Stoïcijnse levenskunst - 2016 ISBN: 978-94-91693-83-0 Gelezen: september 2020 leesclub SENIA Assen
- https://www.trouw.nl/nieuws/emotie-is-vaak-maar-ballast~b4626b51/
- emoties
- gevoelens
- geluk
- De filosofische ABCDE oefening
- vrijheid
Mensen lijden emotioneel niet door andere mensen of door de dingen die hen overkomen, maar door hun eigen gedachten daarover. Het zijn irrationele gedachten die negatieve emoties als irritatie, angst, teleurstelling, jaloezie en schuldgevoel veroorzaken. Daarom kan kritisch denken (filosoferen) hier verandering in brengen. Dit soort emoties heeft bovendien geen enkele positieve functie, ze betekenen alleen lijden. Inzicht, ambitie en moed kunnen meer tot stand brengen.
Wie in plaats van een lijder (passief) een leider (actief) wil worden, kan terecht bij de stoïcijnse levenskunst van onder meer Epictetus, Seneca, Spinoza en Sartre. Daarbij hoort ook het keuzes maken zonder nodeloze onzekerheid en gepieker vooraf en zonder zinloze spijt- en schuldgevoelens achteraf. Miriam van Reijen – zelf enthousiast stoïcijn – legt uit, ook aan de hand van alledaagse voorbeelden, hoe het mogelijk is om te leven zonder emoties als irritatie, schuldgevoel en teleurstelling.
7 – Voorwoord
- 7 De stoïcijnen gaan ervan uit dat negatieve gemoedsaandoeningen, zoals woede, jaloezie en schuldgevoel, je geluk in de weg zitten
- 8 Colleges als luisterboek zij bestellen op www.luisterrijk.nl
11 – Hoofdstuk 1 : Praktische filosofie
- 11 Geloven, filosoferen en weten
- Geloven
- iets aannemen op gezag van een ander
- Filosoferen
- kritisch over nadenkt, jezelf vragen stellen, en kijken hoe ver je met je eigen denkvermogen kunnen komen
- Weten
- feiten kennis
- 13 uit de filosofie zijn één voor één de wetenschappen ontstaan. Daarom wordt filosofie ook wel “de moeder van alle wetenschappen “genoemd
- Geloven
13 Praktische filosofie
- 18 Filosofen
17 Filosofen na Socrates, Plato en Aristoteles
- “als je de mens niet in het geheel begrijpt, dan begrijp je hem in het geheel niet”
18 Van Socrates tot en met de stoa : 4 filosofische scholen
- 18 De drie klassieken : Socrates, Plato en Aristoteles SPA
- 19 scepticisme
- 20 cynisme
- 21 hedonisme
- 23 stoïcisme
23 De Stoïcijnse filosofie : wordt een leider i.p.v. een lijder!
- 23 in de oudheid betekende het woord “schole” (school) vrije tijd
- 24 Hoe wordt je van passief actief ?
24 Het belang van taal bij het filosoferen
- 24 In de oudheid werd filosofie onderverdeeld in drie delen:
- fysica
- kenleer : het menselijk kenvermogen
- ethiek
- 25 Denken en uitwisselen van gedachten gaat in taal
- 27 Uitspraken:
- Feitelijke uitspraken
- proposities
- beweringen
- Normatieve uitspraken
- uitspraken over
- moeten
- (niet) mogen
- uitspraken over
- Feitelijke uitspraken
27 Wat is geluk?
- 27 Twee manieren:
-
- je kunt geluk hebben
- je kunt gelukkig zijn
-
- 27 In die uitspraken wordt gesuggereerd dat wijsheid en geluk op gespannen voet met elkaar staan
- 28 Je geluk afhankelijk stellen van iets hebben is dus voor een stoïcijn geen optie
- 28 Vraag je eens af: is het niet zo dat je je gelukkig voelt op de momenten dat je denkt dat je het bent
- 28 Misschien is “je gelukkig voelen” eigenlijk niets anders dan denken dat je het bent?
- 29 Bewustzijn van iets specifieks en concreets (consciouness), ten opzichte van een besef (awareness)
- 29 Epicurus : geluk is de afwezigheid van pijn en onrust
- 29 “Toppen en dalen”
- *** Leef een gelijkmatig leven – de nullijn
- *** Voorbeeld van de afwezigheid van pijn
- *** Voor geen pijn hebben we geen woord . . . .
- *** Leef een gelijkmatig leven – de nullijn
- 29 “Toppen en dalen”
- 30 Als je gelooft dat je je pas gelukkig kunt voelen na gemis, pijn of andere ellende, zou je bijna die ellende op gaan zoeken . . .
- 31 In het boeddhisme is het niet-streven juist een voorwaarde voor geluk. En ook volgens epicurist en de stoïcijnse filosofen is hier gelukkig voelen meer een kwestie van je innerlijke instelling dan van datgene wat op een bepaald momenter is of niet is, gebeurt of niet gebeurt
31 De stoïcijnse filosofie: een oproep tot actie!
- 32 Stoa betekent zuilengang: een plaats waar filosofen bijeen kwamen
- 32 Voor de stoïcijnse filosofen is het niet hebben van passies juist een voorwaarde voor het kunnen ervaren van geluk en andere prettige gevoelens. Dat was hun inzet: het gelukkige leven
- 32 Emoties kosten veel energie en zorgen ervoor dat je minder effectief kunnen handelen en minder voor elkaar kunt krijgen
- 32 Emoties hebben geen enkel positief effect op nut dat je ook niet zou kunnen verkrijgen door op grond van inzicht en moet behandelen
- 32 Het zijn in de praktijk juist vaak de passies, de emoties zoals jaloezie en woede, die mensen ongevoelig maken voor anderen voelen en willen. Door die emoties verliezen mensen uit het oog worden ander op dat moment beweegt, en dit kan leiden tot handelingen als zinloos geweld op straat, en kind- en bepaalde doding
- 33 “Vanuit gemoedsrust doet niemand een ander kwaad “
- 33 Stoïcijnen hebben dus niets tegen “goede gevoelens “
- 33 Het begrip “passie” heeft oorspronkelijk te maken met lijden, met passief zijn, lijdend voorwerp
34 Epicurus versus de stoïcijnen
- 34 Epicurus (341 – 270 v C :: 61 geworden) : geluk is de afwezigheid van pijn en onrust
- 35 Epicurus : Nee, je kunt je op de pijnbank niet gelukkig zijn
- 35 Stoïcijnen : Ja, je kunt je op de pijnbank gelukkig zijn
- 35 Apatheia : ( Grieks : van a- “zonder” en pathos “lijden” of “passie”), in het stoïcisme , verwijst naar een state of mind waarin men niet wordt verstoord door de passies . Het is het beste vertaald door het woord gelijkmoedigheid (Gelijkmoedigheid is een toestand van psychische stabiliteit en kalmte. Tijdens deze toestand is er gelijkmoedigheid van geest door bewust te zijn van lichamelijke gewaarwordingen, gedachten en emoties die voorbijkomen) in plaats van onverschilligheid.
- 35 Epicurus raadt aan, in het kader van het bereiken en bewaren van je gemoedsrust, geen relatie aan te gaan, geen kinderen te hebben en niet aan politiek te doen
36 Bedreigingen en mogelijkheden voor het bereiken van geluk
-
- 36 Volgens Seneca, en veel filosofen zijn het met hem eens, zijn mensen van nature uit op gelukkig zijn, op zichzelf realiseren
*** TO DO : Seneca – dialogen
- 36 “Het geluk is afhankelijk van je eigen manier van denken: dankzij de rede kun je werkelijk gelukkig zijn”
- 37 Seneca was zelf rijk. Maar hij “kon het hebben”, hij was niet de slaaf van zijn bezit.
- 37 De stoïcijn vindt het fijn om iets te hebben, en geniet juist meer omdat hij niet hecht.
- De stoïcijn kende ze wel menselijke en onwenselijke zaken, maar dit is geen bedreiging voor de gemoedsrust.
- De stoïcijn is in veel opzichten net een gewoon mens:
- hij is liever kwijt dan arm,
- liever gezond dan ziek,
- liever wel omringd door vrienden dan eenzaam,
- liever niet verbannen dan wel
- De stoïcijn is in veel opzichten net een gewoon mens:
- De stoïcijn kende ze wel menselijke en onwenselijke zaken, maar dit is geen bedreiging voor de gemoedsrust.
- 38 Net als Socrates heeft ook Seneca laten zien dat hij zijn vonnis gelijk moedig accepteerde, zelfs terwijl hij er misschien onderuit had kunnen komen
39 Nog meer misverstanden over de stoïcijnen
- 39 Misverstand : ongevoelig : Een stoïcijn voelt alleen bepaalde zaken niet, maar juist daardoor andere zaken wel: gezond, fit, sterk, lekker, actief. Zo is het ook met de passies, die zitten de prettige gevoelens, zoals geluk, dankbaarheid, genieten, blij zijn, in de weg. Probeer maar eens als je heel erg kwaad of jaloers bent te genieten van een mooi muziekstuk
- 40 Zowel het oorspronkelijke christendom als de stoïcijnen hechten niet aan aardse bezittingen
- 42 Het voelen van een emotie is altijd het effect van een bepaalde gedachte
Hoofdstuk 2 Seneca over woede
- 46 “Zet je in voor alles wat in je macht ligt, en accepteer alles wat niet (meer) in je macht ligt “
- 46 Seneca ( 4 v C – 65 : 69 jaar geworden) : geluk is de afwezigheid van angst
- 46 Seneca : geluk heeft te maken met de afwezigheid van angst
- 47 “Het volk” in de betekenis van “het gepeupel” zijn mensen die niet kritisch nadenken en niet juist oordelen
47 de weg naar geluk
- 47 Geluksfundamentalisme
- 48 In de Tao en het zijn boeddhisme wordt gezegd: de weg is het doel
- 49 Het is gemakkelijker als je iets doet om de activiteit zelf
- 49 [..] je gaat ergens heen, maar je weet nog niet waartoe ( de weg )
49 Seneca over het ontstaan van de gemoedsaandoeningen
- 49 Voorbeeld: een persoon heeft een wond. Hij heeft pijn. Een vriend zegt: “aansteller. . .”
- 50 De wond heelt, maar de woorden over de wond niet
- 50 De eerste gedachte betreft een feit ( ik heb pijn )
- Dit feit heb je niet in je macht
- 50 De tweede gedachte is het woord “aansteller”
- Dit “feit” kun je zelf veranderen, want . . .
- 50 De eerste gedachte betreft een feit ( ik heb pijn )
51 Seneca over woede
- 51 Een beetje woede, wat is dat? Dat is toch een tegenstrijdigheid? Woede is toch juist woede als het een ernstige aandoening is?
- 52 Seneca zegt over woede dat voorkomen beter is dan genezen
- 52 “De oorzaak van alle ongewenste gemoed aandoen in is in de eigen gedachten te vinden “
- 52 Net als voor angst (bang, zenuwachtig, aangespannen, ongerust, paniek, plankenkoorts) hebben we voor woede (boosheid, irritatie, kwaad, ergernis, de pest in hebben) verschillende namen voor hetzelfde gevoel, maar in een verschillende mate van heftigheid
- 53 Het is universeel:
- vervelende, ongewenste emoties ontstaan bij alle mensen, overal, altijd, op precies dezelfde manier, door twee simpele gedachten over iets of iemand op zichzelf
- 53 Ten eerste vindt woede altijd plaats nadat er al iets is gezegd of gebeurt
- 55 ABC Denken
-
- Activating Event (het object van denken)
- Belief (geloof)
- Consequence (consequenties) tot
-
- 55 “Aan zowel kleine irritaties als een grote woede ligt altijd een oordeel van “onrecht” ten grondslag”
- 55 Zie verder Seneca 3 boeken over woede een
- 56 De emotie woede is niet nuttig
56 Argument 1 : Woede is niet natuurlijk
- 56 Het is toch menselijk? –> Agressie is altijd een reactie op
- Bij de woorden “natuurlijk” en
- Het begint altijd met “er iets van te maken”
- 57 Wees voorzichtig met het toeschrijven van emoties en gevoelens aan iemand op grond van wat je ziet
- 58 Maak onderscheid tussen denken, voelen en gedrag
- Denken
- Voelen
- Gedrag
- 58 Seneca gelooft in gerechtigheid
59 woede en straf
- 59 Woede is niet nodig om te kunnen straffen op maatregelen te nemen
- 63 Het gezegde
60 Argument 3 : Woede en actie
Woede is in het algemeen niet nodig om in actie te komen
- 60 Veel mensen denken dat woede een aanzet is om bepaalde zaken te kunnen doen
- 61 Het is mogelijk een andere motivatie dan woede of angst te hebben voor hetzelfde gedrag
- 61 In de stoïcijnse filosofie die van Reijen aanhangt kun je nooit iemand anders verantwoordelijk stellen voor wat jij voelt
- 62 Er is vandaag de dag veel discussie over de vraag of opvattingen of meningen waardoor anderen zich gekwetst en beledigd (zouden kunnen) voelen een criterium kunnen zijn om het uiten van bepaalde opvattingen te verbieden. Van Reijen denkt van niet
64 Argument 4 Woede en moraal
Woede is geen manifestatie van een moreel hoogstaand mens zijn
- 63 De rationele weg is om goed na te denken via de ratio, en niet te handelen op basis van je emoties
- 63 Het gezegde “even tot 10 tellen “is van Seneca
65 Argument 5 Het lucht zo lekker op!
-
- Dit is een non – argument : flauwekul
65 Seneca over verdriet
- 65 Zes weken is genoeg voor het rouwproces volgens de Romeinen (Freud ging uit van 3 jaar)
- 66 Er is een belangrijk verschil wat betreft de kijk op de dood vergeleken met onze tijd, en men had ook een andere kijk op menswaardig leven.
- 66 Het woord “euthanasie” (goede dood) komt uit het Grieks
- 66 “Wij hebben geen verdriet om wat erg is, werden verdriet om wat me erg vinden “
- 66 Bij de Romeinen werden kinderen die gehandicapt of ziek werden geboren gedood, met een beroep op feit dat ze geen menswaardig leven zouden kunnen leiden
- 66 Zelfdoding was in de oudheid een geaccepteerde praktijk
- 69 Met woorden als “kwijt “, “verliest “en “gemis “geeft iemand uiting aan het feit dat hij of zij iets of iemand als eigendom beschouwde en er kennelijk aan gehecht was.
- Het verschil tussen hebben en hechten
71 Hoofdstuk 3 : Een cognitieve theorie over emoties
71 Epictetus over het ontstaan van emoties
- 71 Het woord “emotie” betekent volgens van Reijen een (meestal) vervelend gevoel, dat ontstaat door een onware gedachte
- 71 Epictetus : mensen lijden nooit door de gebeurtenissen of door andere mensen, maar altijd door hun eigen opvattingen over die gebeurtenissen of andere mens
- 71 RET therapie = = rationeel emotieve therapie
- ABCDE model : is door Albert Ellis ontwikkeld
- 72 Het is nooit de gebeurtenis die de emotie opwekt
- 72 Het is je eigen denken dat oorzaak is van de emoties
72 Wat is een emotie?
- 72 Het woord dat van Reijen meestal gebruikt is “emotie “, maar omdat ze dat alleen gebruikt voor de vervelende, ongewenste gevoel eens, is het verwarrend, en zeker omdat ze de wettige gevoelens die op ware gedachten berusten, gewoon “gevoel “noemt
- 72 Beter is het woord “gemoedsaandoening”
- Dit woord verwijst naar de twee aspecten van onszelf die wij kennen: lichaam en geest
- Het lichaam
- definitie gemoedsaandoeningen :
- 73 ..
- definitie gemoedsaandoeningen :
- De geest
- lichamelijke aandoeningen
- .
- aandoening wordt opgevat als een neutraal woord
- lichamelijke aandoeningen
- Het lichaam
- Dit woord verwijst naar de twee aspecten van onszelf die wij kennen: lichaam en geest
- 73 Er bestaat een hele medische encyclopedie wat een mens kan mankeren, maar is maar één woord dat we gebruiken om aan te geven dat we dat allemaal niet hebben, namelijk “gezond “
- 73 Dus :
- emoties
- vervelende gevoelens
- gevoel
- prettige gevoelens, zoals het beluisteren van Pink Floyd
- emoties
- 73 Van Reijen onderscheidt 3 aspecten aan een emotie:
- Het vervelende gevoel
- De onwaarheid van de onderliggende gedachte
- Het effect voor jezelf en anderen
74 - 1 ) Het alledaagse aspect
- 74 Een grof criterium : Net als bij de lichamelijke gevoelens of aandoeningen hoeft iemand die geniet van zijn of haar hoede of een schuldgevoel niet kwijt wil, dus daar niets aan te doen. Net zomin als iemand die lust beleeft aan lichamelijke pijn, voor die pijn naar de arts gaat. Van Reijen gebruikt het woord emotie voor wat in de filosofie en in het dagelijkse leven eeuwen lang werd aangeduid met “passie“
74 - 2 ) Het filosofische aspect
- 74 In de psychologie wordt dit een “cognitieve dissonantie” genoemd
- 74 Filosofie en filosoferen staat voor van Reijen altijd in het teken van zelfkennis: mens, ken je eigen gedachten, en onderzoekt ze kritisch
- 74 In de praktijk blijkt dat alle vervelende gevoel eens ontstaan door onware gedachten. De prettige gevoelens ontstaan voor (ik zeg maar wat) 98% door ware gedachten of helemaal niet denken en je gewoon goed voelen. De twee uitzonderingen zijn:
- verliefd zijn
- blij zijn om iets wat niet zo is
75 - 3 ) Het boeddhistische aspect
- 75 Van Reijen werkt als filosoof alleen met het tweede aspect van de emoties: de waarheid en onwaarheid van de onderliggende gedachten. Er zijn altijd twee gedachten nodig voor 1 emotie, waarvan de ene een feitelijke constatering is, en de andere een normatieve uitspraak. Deze twee gedachten staan haaks op elkaar, botsen, en het effect van die botsing is het vervelende gevoel
- 76 Van Reijen : ik kan niet genoeg benadrukken dat het niet hebben van een bepaalde emotie niet betekent dat iemand in een ongewenste situatie berust
- 76 De stoïcijnse filosofie is juist een oproep tot actie !!!
- 76 Epictetus :
- “Geef me de moed om alles te accepteren wat niet of niet meer in mijn vermogen ligt”
- “Geef me de kracht en de energie om alles te veranderen wat nog wel in mijn vermogen ligt”
- (Zakboekje)
- “Wat niet in onze macht ligt is de wereld, andere mensen, ons lichaam . . .”
- “Wat wel in onze maag ligt is zijn onze gedachten, onze willen, onze keuzes”
- (Zakboekje)
- 77 Het accepteren van een feit komt pas wanneer blijkt dat het toch niet in je vermogen ligt
77 En nu de praktijk
- 77 In de oudheid werd waren er nog geen psychologen, en werd iemand met klachten die we nu “psychisch” noemen, naar de filosoof verwezen
De filosofische ABCDE oefening
- A = de ongewenste situatie waarin je een vervelend gevoel kreeg
- Voorbeeld: Ik vond dat het woord “onrechtvaardig” niet van toepassing was op een datumprikker.
- In feite kreeg ik dit gevoel door de mail van 26 augustus van Janne:
- Dag allemaal,
We hebben allemaal de eerste vrijdag van de maand gereserveerd in onze agenda voor de filosofieclub. Er kan natuurlijk altijd iets voor iemand tussen komen, waarbij we dan proberen een andere datum te vinden. Mooi. Ik merk alleen dat ik er een ander rechtvaardigheidsgevoel op na houd dan alleen de macht van het getal wat nu gehanteerd wordt. Nu is Roelf, die keurig kan de eerste vrijdag, de pineut.
- Dag allemaal,
- (Janne ging voor mijn gevoel op “mijn stoel zitten”)
- Zelf doe ik het anders in de groepen die ik leid: Kan iemand niet, dan proberen we een andere datum te vinden waarop iedereen kan, wordt die niet gevonden, dan houden we ons aan de oorspronkelijke afspraak. (of een datum waarop misschien van meerdere afzeggers toch nog iemand wel kan en de rest van de groep) Laten we het er over hebben en een afspraak maken over welke methode we hanteren op onze volgende bijeenkomst. Hartelijke groet, Janne
- Door alleen over deze zaken na te denken maakte ik het datumprikker incident veel groter dan het was
- C = de naam van het gevoel
- (woede) pissig worden om een zo’n groot woord als rechtvaardigheid te gebruiken
- B = de twee voorgaande gedachten die samen het gevoel veroorzaken ( zelfonderzoek )
- Gedachte 1 : Hoe meer mensen bij elkaar filosoferen hoe leuker
- Gedachte 2 : De gedachte over Plato ’s rechtvaardigheid over hoe zaken verdeeld worden
- D = Discussie
- discussie / dialoog
- Aan de keukentafel met Liesbeth (mijn partner) en Els (mijn dochter) een gesprek over hoe “rechtvaardig” het is om iemand (Roelf) de pineut te laten zijn
- discussie / dialoog
- E 1 = gemoedsrust
- Erkennen dat ik onjuist een irritatie had.
- E 2 Bedenk een actie die
- Deze oefening op papier zetten en als voorbeeld geven voor mijn mede SENIA filosofen
-
Valkuilen:
-
- Het minder erg maken (wensdenken = positief denken)
- Denken dat het het misschien niet waar is
- Denken dat je niets hoeft te doen
-
- E 1 Welk gevoel geef deze andere gedachten?
- E 2 Wat ga je nu doen om de ongewenste situatie bij A waar het allemaal mee is begonnen te verbeteren/veranderen voor jezelf en/of anderen?
80 Wat is waar ?
- 80 Is de gedachte waar of onwaar? Wat is eigenlijk waar? Dat is zelf al een filosofische vraag
- Alleen uitspraken kunnen waar zijn of niet
- 80 De feiten zijn de feiten, ofwel de werkelijkheid is “gewoon” de werkelijkheid.
- Iemand heeft het eens zo geformuleerd: “de werkelijkheid is dat wat niet weg gaat als ik er niet in geloof”.
- Alleen uitspraken over de werkelijkheid kunnen waar zijn nog niet.
- Het is onzin om te zeggen dat de regen waar is.
- Als het regent is dat een feit en de uitspraak “het regent “is dan waar als het inderdaad regent, en die uitspraak is niet waar als het niet regent
- 81 *** Waar is wat overeenkomt met de werkelijkheid
- 81 Het blijft echter de werkelijkheid en waarheid voor ons mensen, en we kunnen dus ook alleen uitspraken doen over hoe de werkelijkheid zich aan ons mensen voordoet!
- 81 Descartes “Twijfel experiment”
- Waar kan ik zeker van zijn?
- 82 Het “ik denk, dus ik besta” wordt verkeerd opgevat, namelijk als een “ik “dat denkt
- 82 Descartes is echter verdergegaan door uit te gaan van een “goede God “, die geen bedrieger is, en is van daaruit verder gaan redeneren
- 82 Voor mij blijft daarom staan dat je nergens anders zeker van kunnen zijn dan van het gegeven dat als je denkt er denken is, maar dat je niet kunt weten of wat je denkt ook waar is.
- JST Ook al leven we in de matrix, dan nog zou dat geen enkel probleem zijn voor de realiteit zoals we deze nu momenteel beleven
- 82 Na dit uitstapje in de geschiedenis van de sceptische en idealistische filosofie [. . .]
- 83 Waar en onwaar :
- een taalkundige en taal filosofische kwestie
- 84 “De koning van Frankrijk is kaal”
- 84 Uitspraken met waarde oordelen
- 84 Uitspraken met normen
85 een verwachting leidt nooit tot teleurstelling
- 85 Een voorbeeld: teleurstelling
- 85 voor een emotie zijn, net als voor botsingen en ruzies, altijd twee zaken nodig.
- Een emotie is de manifestatie van een botsing in je hoofd.
- Een gedachte kan nooit een emotie geven, je moet er altijd minstens twee hebben, en ze moeten nog met elkaar botsen ook
- 85 voor een emotie zijn, net als voor botsingen en ruzies, altijd twee zaken nodig.
- 86 Wat voor soort gedachten noem je eigenlijk een verwachting?
- 86 Bij twee varianten:
- . . . dat je, naast die verwachting, tegelijk al “stiekem” op rekende
- . . . teleurgesteld raken in de zekerheid
- 87 Als ze met het begrip emotioneel bedoelen dat ze snel ontroerd zijn, zou er een ander woord voor gebruiken: gevoelig.
- 87 Emoties in de stoïcijnse zin (woede en jaloezie) maken mensen juist ongevoelig voor anderen beweegt
- 87 “Een “verkeerde “denkhouding” is nog moeilijker te veranderen dan een verkeerde lichaamshouding”
88 Van onbewust onbekwaam naar onbewust bekwaam
-
-
- 88 Onbewust onbekwaam is het lijden onder irritatie, teleurstelden of schuldgevoel, zonder je bewust te zijn van de werkelijke oorzaak
- 88 bewust onbekwaam: het gebeurt nog, maar je beseft dat je het zelf doet. De tijd tussen het gevoel ervaren en je reviseren dat je het zelf doet, en jezelf corrigeren kan steeds korter worden
- 88 Dan word je bewust bekwaam. Dat geeft een goed gevoel, maar je bent er je er nog bewust van en je moet jezelf nog wel toespreken en erbij nadenken.
- 88 Als je er niet meer bij na hoeft te denken, ben je onbewust bekwaam
-
89 schuldgevoel
- 89 Ik heb niet zoveel last van schuldgevoel
- 90 Als je beweert dat je iets niet had gemogen of juist wel had gemoeten, kan die uitspraak niet worden getoetst op waarheid, omdat ze normatief is en niet feitelijk
90 jaloezie en afgunst
- 90 Jalousie speelt altijd in een situatie met drie personen
- 90 Afgunst speelt tussen hoog of haartwee personen
- 90 bij afgunst gaat het altijd om een eigenschap, een vaardigheid, gedrag, bezit, of om iets als bijvoorbeeld aandacht
- 92 Om recht op iets te claimen moet je juist weinig van de ander verschillen, want anders is het wel duidelijk waarom de ander wel iets krijgt of haalt en jij niet
- 93 Zo heeft iedere in motie waar een woord voor hebben een typisch eigen gedachten bekroond, zoals ook elke lichamelijke ziekte of klachten eigen oorzaak heeft
*** Er zijn altijd twee botsende gedachten voor een emotie
93 Emoties zijn alleen maar symptomen
- 94 De emotie is het symptoom waar iemand aanmerkt dat hij of zij iets mankeert
- 94 Het belangrijkste in het kader van emoties is het aannemen van morele normen. Vaak zijn dat verschillende normen, afhankelijk van of je een jongen of een meisje bent en afhankelijk van tijd, cultuur en religie. De cognitieve theorie van emoties, die er vanuit gaat dat gedachten en, specifiek, normen de oorzaak zijn van emoties, heeft een heel grote verklarende kracht, veel meer dan andere theorieën over het ontstaan van emoties. (In de psychologie wordt met cognitie het vermogen om kennis op te nemen en verwerken bedoeld, maar ook zaken als waarnemen, denken, taal, bewustzijn, geheugen, aandacht en concentratie. Het is dus een veelomvattend begrip)
95 Epicurus : angst Epicurus : angst als grootste bedreiging voor het geluk
- 95 Brief over het geluk : 3 angsten :
- 1 : angst is voor de goden
- 2 : angst voor de dood
- 3 : angst voor de toekomst
- 97 We hebben een aantal emoties wat nader bekeken: woede, teleurstelling, schuldgevoel, jaloezie, afgunst en angst. Epicurus zegt in zijn definitie van geluk over de laatste, Arends, dat deze de belangrijkste belemmering is voor het geluk
- 97 Angst is de de emotie die voorafgaat aan een gebeurtenis
- 99 […] de filosofische weg van de stoïcijnen, is toch om de gedachten die je uiteindelijk niet in je macht hebt wat er gebeurt, vast te houden en de norm dat iets niet mag of juist wel moet gebeuren, te laten vallen. In de praktijk is deze weg ook trouwens altijd de realistische
101 – Hoofdstuk 4 Willen, kiezen en moeten
101 Epicurus ' "hedonistische calculus"
- 101 Stoïcijnen kunnen zich gewoon onder de
- 101 Een hedonist is iemand die het genot het allerbelangrijkste vind
- 101 Genot = = geluk ? ?
- 102 De “hedonistische calculus” is de keuze voor het meeste genot en de minste ellende
- 102 Hij raadt bijvoorbeeld aan een tevoren in te schatten wat het minste ongeluk en ongemak zal opleveren en het meeste genot
- 102 Je gaat berekenen, inschatten, afwegen, kortom, verstandige keuzes maken, met het doel om zo vaak en om zoveel mogelijk te genieten
- 102 regels:
- Een echte hedonist zal nooit een druppel alcohol te veel drinken, omdat hij of zij het er niet voor over heeft om zich de volgende ochtend niet zo goed toevoegen
- Een tweede regel: een hedonist zal voor pijn kiezen, wanneer deze pijn een grotere pijn of meer ellende later voorkomt
- Kies voor zaken die gemakkelijk te verkrijgen zijn ( water drinken )
- Kies voor zaken waar je geen andere mensen voor nodig hebt ( een boek lezen….)
- Iemand die kan genieten van een goed boek kan men gemakkelijker en vaker genieten dan iemand die dat alleen maar kan op een groot feest met veel mensen
103 Doe wat je het liefste wilt
Iedereen doet altijd wat hij of zij het liefste wil
- 104 Mensen zijn als het om keuzes gaat nog het beste te vergelijken met weegschalen
- 105 “Je moet altijd kiezen zonder dat je zeker weet hoe de keuze zal uitpakken “
- 105 Iedereen moet altijd kiezen met inbegrip van de consequenties die iemand kan voorzien of kan inschatten, of niet
- 106 Het is ook belangrijk , in het kader van de stoïcijnse levenskunst, om de uitkomst of het effect van de genomen beslissing altijd te accepteren, omdat de uitkomst bij definitie niet meer in je macht ligt
- 106 Op een normatieve (in termen van moeten en mogen) daarover denken is de manier om jezelf naar beneden te halen, en een schuldgevoel te krijgen
- 106 Alles weten en kunnen voorzien gaat het menselijk vermogen te boven
- 106 […] dat ze na 3 maanden op de opleiding er achter gekomen was
- “Ik heb drie jaar de verkeerde ge keuzes gemaakt zei ze. Waarop ik zei: “je hebt precies de goede keuze gemaakt om er binnen drie maanden achter gekomen dat deze opleiding niet geschikt voor jou is. Er was geen andere manier. We pleiten dat je er geen drie jaar voor nodig had“
107 Niet kiezen is ook kiezen
- 107 Het is belangrijk om te beseffen dat niet kiezen een illusie is
- 107 wat men “niet kiezen “noemt, blijkt in de praktijk neer te komen op “blijven zitten waar je zit “
- 108 Hetzelfde dualisme die je je ziet, is ook bij Sartre te vinden
108 Maden en wormen
25-09-2020 In 1982 was ik als student sociologie jaren bezig met waarden en normen. Dat heeft er voor gezorgd dat ik altijd “relatief” in het leven heb gestaan: ik draag bijvoorbeeld al mijn hele leven zwarte kleding . . . Omdat dit in de was praktisch is . . .
Waarden en normen
- 108 Elke keuze heeft heeft consequenties
- 109 Dit geldt voor heel veel situaties waarvan mensen zeggen en denken dat “het niet kan”, en dat je “dat niet kunt maken “
- 109 “Wat je kunt doen, is de praktijk. De norm die zegt dat het niet mag zich alleen maar in je hoofd “
- 110 Waarde hiërarchie
- eerlijkheid
- gelijkheid
- liefde
- 111 De norm wordt anders verwoord, in termen van mogen en moeten
- 111 “Maatregelen werken effectiever dan preken “
- 112 Preken is altijd een zwaktebod. Bij een preek heb je immers altijd het risico dat de anderen zich er niets van aantrekt. Een effectieve maatregel, een sanctie die werkelijk iets voorstelt, is wel in staat om bij mensen gewicht in de schaal te leggen en ze dus ergens van te laten afzien
112 Willen en moeten
Het fundamentele
- 113 “musterbation” – moet o-fielen
- Engels moeten “must”
- Engels ethische moeten – “have to ” (in het Nederlands het woord “behoren” )
- 113 3 soorten moeten
- 113 Het “echte” moeten
- Je moet een keer dood gaan
- 114 Een voorwaardelijk moeten
- Als ik de trein wil halen, moet ik nu van huis
- 114 Het ethische moeten
- Ik behoor goed te zijn
- 115 A.d.h.v. het woord “goed“
- Ik behoor goed te zijn
- 113 Het “echte” moeten
117 Hoofdstuk 5 – Spinoza
- Spinoza is een monist
- Spinoza is een naturalist
- Spinoza : op specifieke fillosofie
- Spinoza : ethica
- Oorzaak bij Aristoteles
- Oorzaak bij Thomas van Aquino Oorzaak en gevolg
- Oorzaak bij Hawking
143 Sartre existentialisme
- 143 existentie is het Latijnse woord voor “bestaan“
- 143 essentie is ook Latijn en betekent “wezen“
- 144 Het leven heeft geen zin en elke concrete mens, elk individu, zal er zelf een zin aan moeten geven
- 144 Het gaat niet om de zin van maar om de zin in het leven
- 145 De soort mens op bizarre de meeste kritiek heeft is de “serieuze mens “
145 De mens maakt zichzelf
- 145 Je maakt jezelf tot wie je bent. En de manier waarop je dit doet is door al je eigen keuzes, en dat houdt pas op met de dood. Doordat je dood bent kun je zelf nog keuzes maken en jezelf daarmee veranderen. Na je dood zullen anderen zeggen weer was
26-09-2020 ik was /ben
-
MTS – elektromonteur
-
student sociologie
-
docent ICT
-
software ontwikkelaar
-
student filosofie
- 145 Je kunt zelf nooit zeggen wie en wat je bent. Op het moment dat je iets over jezelf zegt, ben je het al niet meer
- 146 Mensen proberen zichzelf voortdurend te “verdingelijken” , vast te pinnen
- 146 “en soi” en “pour soi”
- 146 Sartre maakt een onderscheid tussen “gewoon bewustzijn” en zelfbewustzijn
- 146 Je kunt er niet onderuit dat je op momenten van zelfbewustzijn gedwongen bent om te kiezen
148 Verantwoordelijkheid
- 148 Aan de keuzevrijheid die Sartre mensen toekent, is de verantwoordelijkheid voor de keuze gekoppeld
149 Sartre en emoties
Sartres theorie over de emoties
- 149 Emoties zijn volgens Sartre gemoedstoestanden die een verschijningsvorm zijn van het irreflexieve denken
- 149 Zie Magie en emotie
- 149 In dit boekje laat Sartre zien dat mensen ook verantwoordelijk zijn voor hun emoties, omdat ze ze zelf creëren, door een in irreflexieve gedachte. Ze hebben de gedachte wel, maar ze zijn er zich niet bewust van. Het is wel mogelijk je er bewust van te worden
- 150 “Iedereen creëert zelf bepaalde belemmeringen door iets te willen”
- voorbeeld 1 : twee mensen komen bij een berg, de een wilde bergbeklimmen, de ander blijft liever op een terrasje
- voorbeeld 2 : iemand die aan een studie begint, creëert daarmee beperkingen van roosters, huiswerk en toetsnormen
150 Vrijheid en situatie
- 150 Je kunt er niet voor kiezen dat het nu gaat regenen of dat je andere ouders hebt, of in een andere tijd werd geboren.
- Je zit altijd in een bepaalde situatie.
- Keuzevrijheid is altijd situatie gebonden
152 Veroordeeld tot kiezen
- 152 Zinnetjes als “dat kan niet “, “dat mag niet “of “dat hoort niet “slaan nergens op
- 153 Je kunt altijd kiezen wat je doet. De ware gedachte is dus: ik heb de keuze, ik beslis zelf, ik kan kiezen. Je moet zelf kiezen; niet kiezen is ook kiezen. Als je weet dat je een keuze hebt, is dat niet alleen waar, het voelt ook prettiger
153 Sartre versus Spinoza
-
- 154 Voorbeeld: iemand gaat naar de dokter met een bepaalde klacht in de dokter zegt: “je moet maar niet meer roken ”
- Roken
- Sartre komt binnen : natuurlijk kun je nog roken, ook al heeft de dokter dat gezegd. je hebt de keuze
- Spinoza komt binnen : de keuze heeft alles te maken met de mens die je bent en het belang dat je kennelijk aan gezondheid hecht
- Roken
- 154 Voorbeeld: iemand gaat naar de dokter met een bepaalde klacht in de dokter zegt: “je moet maar niet meer roken ”
- 154 Het idee van vrijheid dat Spinoza heeft, is dus een ander idee dan dat van een vrije wil
- “vrijheid” is op de eerste plaats een natuurwetenschappelijk begrip
- “vrij” betekent dat iets zich kan doorzetten zonder dat iets of iemand anders dat iets tegenhoudt
- 156 “Je bent zelf verantwoordelijk voor je gevoel“