laatste wijziging: 25-01-2021
34 III Het prereflexieve cogito
III Het prereflexieve cogito (ik) en het zijn van het percipere (waarnemen)
- Latijn: percipere : waarnemen
- Latijn: percipi : waargenomene
- Reflectie is het proces waarbij informatie wordt omgezet in betekenis.
- Bewustzijn
15-06-2020 De waarnemer “bouwt zijn waarneming dynamisch op” in het bewustzijn van zijn hersenen.
- 34 Wat het zijn van de verschijning uitmaakt is dat ze verschijnt. En aangezien we de werkelijkheid hebben beperkt tot het fenomeen, kunnen we van het fenomeen zeggen dat het is zoals het verschijnt
- 34 Berkeley : “Het wordt gezien als zijnde”
- 34 Aard van “waarnemen” :
- Elke metafysica veronderstelt een kennisleer, maar omgekeerd voorondersteld elke kennisleer een metafysica.
- Dit betekent onder meer dat een idealisme dat er naar streeft het er zijn te reduceren tot de kennis die we ervan nemen, eerst op een of andere manier het zijn van de kennis zal moeten verzekeren.
- Als we daarentegen eerst kennis als een gegevenheid poneren zonder ons erom te bekommeren haar zijn te funderen en als we vervolgens stellen: zijn is waarnemen, dan stort de totaliteit “waarneming-waargenomen ” (bij gebrek aan ondersteuning door een dergelijke zijn) in het niet.
- Op die manier kan het zijn van de kennis niet worden bepaald op basis van de kennis; het ontsnapt aan het waargenomene. Zo moet het fundament-zijn van het waarnemen en van het waargenomene zelf ontsnappen aan de waarneming: het moet trans-fenomenaal zijn
- 34 Men zal het echter met ons eens zijn dat het waargenomene verwijst naar zijn daar aan de wetten van de verschijning ontsnapt, terwijl men tegelijk staande houdt dat dit trans-fenomenale zijn het zijn van het subject is.
- 35 Husserl : “Elk bewustzijn is bewustzijn van iets“
- 35 /// JST Dat betekent […] dat er geen bewustzijn is dat niet het poneren van een transcendentaal object is of dat het bewustzijn geen “inhoud” heeft
- We moeten afzien van de neutrale “gegevens”, die het gekozen referentiestelsel, als “wereld” of als “psychisch” kunnen worden geconstitueerd
- Een tafel is niet in het bewustzijn, zelfs niet als voorstelling
- Een tafel is in de ruimte, naast het raam, enzovoort
- Het bestaan van de tafel is voor het bewustzijn dan ook een centrum van opaciteit ( maart voor het doorlaten van licht) ;
- het zou een eindeloos proces verrijzen van de totale inhoud van een ding te inventariseren.
- Als we die opaciteit deel zouden laten uitmaken van het bewustzijn, zouden we de inventaris die het van zichzelf kan opmaken eindeloos doen uitdijen, van het bewustzijn een ding maken en het ik verwerpen
- De eerste stap die die in filosofie zet, moet dus hierin bestaan dat ze de dingen uit het bewustzijn verbant en de ware verhouding tussen het bewustzijn in de wereld hersteld, namelijk het feit dat bewustzijn verzameld bewustzijn van de wereld is
- 35 Alles wat er in mijn actuele bewustzijn aan intentie is, is naar buiten gericht, naar de tafel; al mijn oordelende of praktische bezigheden
- 35 Niet elk bewustzijn is kennis
- 36 Noodzakelijke voorwaarde :
-
- als mijn bewustzijn er geen bewustzijn van was bewustzijn van tafel te zijn, zou het dus bewustzijn van die tafel zijn zonder bewustzijn te hebben van het zijn of een bewustzijn dat zichzelf niet kent, een onbewust bewustzijn – wat absurd is
-
- 36 Voldoende voorwaarde :
-
- Ik behoef slechts bewustzijn te hebben van het feit dat ik bewustzijn van die tafel heb om er inderdaad bewustzijn van te hebben.
- Dat is weliswaar niet voldoende om te kunnen beweren
- dat die tafel op zich bestaat – maar wel dat hij voor mij bestaat
- Dat is weliswaar niet voldoende om te kunnen beweren
- Ik behoef slechts bewustzijn te hebben van het feit dat ik bewustzijn van die tafel heb om er inderdaad bewustzijn van te hebben.
-
- 36 Wat is dat bewustzijn van bewustzijn ?
- 36 De reductie van het bewustzijn tot kennis impliceert […] dat we de dualiteit subject – object, die kenmerkend is voor kenners, introduceren in het bewustzijn .
- Maar als we de wet van het koppel kennend-gekend aanvaarden, is een derde term nodig op dat het kennende op zijn beurt wordt gekend en komen voor het volgende dilemma te staan:
- of we stoppen bij een willekeurige term van de reeks gekend- gekende kennende van het kennende enzovoort, waarmee de totaliteit van het fenomeen in het onbekende ver zelf raakt, dat wil zeggen dat we altijd stuiten op een niet van zichzelf bewuste reflectie als laatste term – wat absurd is
- Maar als we de wet van het koppel kennend-gekend aanvaarden, is een derde term nodig op dat het kennende op zijn beurt wordt gekend en komen voor het volgende dilemma te staan:
- 36 Welnu: het reflexieve bewustzijn poneert het bereflecteerde bewustzijn inderdaad als object
- 37 Sartre geeft als voorbeeld het tellen van 12 sigaretten in een koker
- 37 /// JST Zo heeft de reflectie geen enkel primaat ten opzichte van het gereflecteerde bewustzijn.
- In eigen woorden :
- Mijn bewustzijn is niet op het tellen gericht
- Ik tel ze gewoon
- Het bewustzijn doorloopt een proces
- Dit proces is opbouwend en geeft een eindresultaat van een object.
- Bij de sigaretten: 1+1=2 – 2+1=3 3+1=4 et cetera tot 12.
- Het proces ben je je niet bewust.
- Thetisch bewustzijn (Thetisch : als waar aannemend) dan zeggen dat men het voorwerp van bewustzijn ook als object van het bewustzijn neemt (ik richt mijn bewustzijn op de tafel), terwijl non-thetisch bewustzijn een bewustzijn van iets is zonder zich er expliciet op te richten.
- Als men bijvoorbeeld met zijn hand enkele woorden opschrijft, is men zich op een bepaalde wijze bewust van de hand – men weet waar deze zich bevindt, welke bewegingen hij maakt – maar het bewustzijn is expliciet met de woorden en ideeën erachter bezig
- In eigen woorden :
- 38 Dat bewustzijn (van) zichzelf moeten we niet beschouwen als een nieuw bewustzijn, maar als de enig mogelijke bestaansmodus voor een bewustzijn van iets
- 39 Deze bepaling van het bewustzijn door zichzelf mag niet worden opgevat als een ontwikkeling, want dan zou moeten worden veronderstelt dat het bewustzijn voorafgaat aan zijn eigen bestaan
- 39 Die zelfschepping mag ook niet worden opgevat als een act
- 39 Dan zou het bewustzijn namelijk bewustzijn (van) zich zijn als act, wat niet zo is
- 39 /// JST Het bewustzijn is is een bestaansvolheid en die determinatie van zichzelf door zichzelf is een wezenskenmerk
- 39 Het is zelfs verstandig geen misbruik te maken van de uitdrukking “causa sui” (“eigen oorzaak”, “oorzaak van zichzelf”) omdat die een progressie, een relatie tussen “oorzaak-zich” en “gevolg-zich” voorondersteld
- 39 Het zou juistere zijn eenvoudigweg te zeggen: “het bewustzijn bestaat door zichzelf “
- 39 En daaronder moet niet worden verstaan dat het “uit het niet haalt “
- 40 Er kan geen “bewustzijn –niet” zijn vóór het bewustzijn
- 40 “Vóór” het bewustzijn kan er slechts een zijnsvolheid worden voorondersteld waarvan geen enkel element kan verwijzen naar een afwezig bewustzijn
- 40 /// JST Het bewustzijn gaat vooraf aan het niet en “haalt zich” uit het zijn
- * We willen slechts aangeven:
- dat niets oorzaak van bewustzijn is
- dat het bewustzijn oorzaak van zijn eigen zijnswijze is
- * We willen slechts aangeven:
- 40 Door af te zien van het primaat van de kennis hebben we dus het zijn van het kennende ontdekt en zijn we op het absolute gestuit, juist dat absolute dat de 17e eeuwse rationalisten hadden gedefinieerd en logisch geconstitueerd als een kennis object
- 40 De ontologische dwaling van het Cartesiaanse rationalisme bestaat hierin dat het niet heeft gezien dat het absolute niet kan worden opgevat als een substantie
- 41 Maar juist omdat het louter verschijnsel is, omdat het een totale leegte is en existentie wordt beschouwd als het absolute