laatste wijziging: 22-08-2022
488 II tweede houding haat
DEEL 3 Het voor-de-ander
Derde hoofdstuk : De concrete relaties met de ander
488 II Tweede houding jegens de ander : onverschilligheid, begeerte, sadisme, haat
- 488 Als de eerste houding jegens de ander op een mislukking uitloopt, kan dat voor mij aanleiding zijn om de tweede aan te nemen.
- Maar eerlijk gezegd is geen van beiden werkelijk de eerste: elk is een fundamentele reactie op het voor-de-ander-zijn als oorspronkelijke situatie
- 488 Het bepalende schema is duidelijk:
- op de andere die naar mij kijkt, richt ik op mijn beurt mijn blik
- maar een blik kan niet naar zichzelf kijken: zodra in de richting van de blik kijkt, verdwijnt hij, ik zie nog slechts ogen
- Op dat ogenblik wordt de ander een zijn dat ik bezit en dat mijn vrijheid erkend
- het schijnt dat mijn doel is bereikt,
- aangezien ik het zijn bezit dat de de sleutel tot mijn objectiviteit heeft en ik het op talloze manieren mijn vrijheid kan doen ervaren
- maar in werkelijkheid is alles ingestort, want het zijn dat ik nog in mijn handen houd, is een object-ander
- 489 Maar het kan ook zijn dat het “kijken naar de blik “mijn oorspronkelijke reactie is voor mijn voor-de-ander-zijn
- Dat betekent dat ik, in mijn opdoemen voor de wereld,
- me kan kiezen als iemand die naar de blik van de ander kijkt
- en mijn subjectiviteit kan opbouwen op de ondergang van die van de ander
- Die houding zullen we onverschilligheid jegens de ander noemen
- We hebben dan te maken met blindheid ten aanzien van de ander
- Dat betekent dat ik, in mijn opdoemen voor de wereld,
- 489 Ik pas dan een soort feitelijk solipsisme toe;
- de anderen, dat zijn de gestalten die op straat langskomen,
- de magische objecten die op afstand invloed kunnen uitoefenen en die ik door welbepaalde gedragingen kan beïnvloeden
- ik ben er nauwelijks voor op mijn hoede, ik handel alsof ik alleen op de wereld bent;
- ik loop langs “de mensen “heen zoals ik langs de muren loop,
- ik ga ze uit de weg zoals ik obstakels vermijd, hun object-vrijheid is voor mij slechts hun “tegenspoedcoëfficiënt “;
- ik stel me zelfs niet voordat ze namelijk kunnen kijken
- 491 Mijn oorspronkelijke poging onder via de objectiviteit-voor-mij van de andere van diens vrije subjectiviteit meester te maken, de seksuele begeerte
- Het zal misschien verbazingwekkender op het vlak van de fundamentele gedragingen,
- waaruit simpelweg onze oorspronkelijke manier om het voor-de-ander-zijn te realiseren blijkt,
- een fenomeen wordt vermeld dat gewoonlijk tot de “psychofysiologische reacties” wordt gerekend
- 491 Voor de meeste psychologen bestaat er immers een nauw verband
- tussen de begeerte als bewustzijnsfeit en de aard van onze geslachtsorganen
- en kan men haar slechts door een diepgaande studie van die organen begrijpen
- Maar aangezien de gedifferentieerde structuur van het lichaam (zoogdier, wegens barend enzovoort)
- en derhalve de specifieke structuur van het geslacht (baarmoeder, eileiders, hij is toch een enzovoort)
- tot het domein van de absolute competentie behoren in
- geenszins vallen onder de ontologie van het “bewustzijn “of van het er-zijn,
- schijnt hetzelfde te gelden voor de seksuele begeerte
- 493 Hoewel het lichaam een belangrijke rol heeft te spelen, moeten we voor een goed begrip in beide gevallen af gaan op het in-de-wereld-zijn en het voor-de-ander-zijn :
- ik begeer een menselijk wezen, niet een insect over weekdier
- en ik begeer het omdat we beide in situatie in de wereld zijn
- en het een ander voor mij is en ik voor hem een ander ben
- 493 De primaire bevatting van de seksualiteit van de ander kan, in zoverre ze wordt ervaren en ondergaan, slechts de begeerte zijn
- 493 Wat is dus begeerte ? En : naar wat bestaat er begeerte?
- 496 Wie begeert?
- 500 De liefkozing is immers niet een simpel beroeren, ze is vormgeving
- 506 […] zoals je “achteloos een vrouw met je ogen uitkleedt”
27-10-2020 Sartre behandelt op bladzijde 493 tot en met 509 de begrippen begeerte, liefkozing, vlees, vleeswording , klaarkomen en object
- 509 Sadisme is passie, kilte en verbetenheid
- 510 Bij het sadisme wordt het accent echter gelegd op de instrumentele toe-eigening van de vleesgeworden-ander
- 511 Het type vleeswording dat het sadisme zou willen bewerkstelligen, is precies dat wat het obscene wordt genoemd
- 514 Het ideaal van de sadist is dus het moment de bereiding waarop de ander al vlees en nog steeds instrument is,
- vlees om vlees te doen ontstaan,
- waarop bijvoorbeeld de dijen zich al aanbieden in een obscene, opengevouwen passiviteit
- en nog steeds instrumenten zijn die worden gehanteerd,
- die worden gespreid en gebogen noemde willen beter te doen uitkomen zodat deze op hun beurt vlees worden
- 514 Het inspanning van de sadist is erop gericht de ander met geweld en kwellend met zijn vlees te verkleven,
- zich het lichaam van de ander toe te eigenen door het te behandelen als vlees dat vlees moet voortbrengen,
- maar die toe-eigening overschrijdt het lichaam dat hij zich toe- eigent,
- want ze wil het slechts bezitten in zoverre de vrijheid van de ander daarin is verkleefd
- 515 […] geen uitputtende behandeling van het sadisme. We wilden alleen maar laten zien dat het in team in de begeerte zelf aanwezig is, als mislukking van de begeerte
- 516 Het sadisme is de mislukking van de begeerte en de begeerte is de mislukking van het sadisme. Het is een vicieuze cirkel […]
- 518 Zodra het lichaam “er is” en zodra de ander “er is” reageren we door de begeerte,
- door liefde en door de afgeleide houdingen die er vermeldt.
- Onze fysiologische structuur is alleen maar een symbolische manifestatie op het terrein van de absolute convergentie van de permanente mogelijkheid die we zijn om een van die houdingen aan te nemen.
- We zullen dus kunnen zeggen dat het voor-zich seksueel is in zijn ontstaan zelf tegenover de ander en dat het voor-zich de seksualiteit ter wereld komt
- 520 Zo worden we eindeloos van de object-ander terugverwezen naar de subject-ander en omgekeerd;
- nooit kan daar een eind aan de wedloop en het is die wedloop,
- met zijn bruuske omkering van de richting,
- die onze relatie tot de ander constitueert
- met zijn bruuske omkering van de richting,
- nooit kan daar een eind aan de wedloop en het is die wedloop,
- 522 Een voor-zich dat, door zich te historiseren,
-
- die verschillende metamorfosen heeft ervaren,
- kan met volle kennis van de ijdelheid van zijn vroegere inspanningen ertoe besluiten de dood van de ander na te streven
- die verschillende metamorfosen heeft ervaren,
-
- 522 Dat vrije besluit heet haat