laatste wijziging: 03-11-2020
547 DEEL 4 Hebben, doen en zijn
- Bladzijde 547 tot en met 753
548
- De belangrijkste categorieën van de menselijke-werkelijkheid zijn hebben, doen en zijn.
- Daaronder vallen alle gedragingen van de mens. Weten bijvoorbeeld is een modaliteit van hebben. Die categorieën hangen wel met elkaar samen, en verscheidene auteurs hebben die betrekkingen benadrukt.
- Op een soortgelijke verbinding wordt ook gewezen wanneer men een morele actor laat zien die handelt om zich te maken en zich maakt om te zijn.
- Daar de anti-substantialistische tendens in de moderne filosofie heeft gezegevierd, zijn de meeste denkers echter geneigd om op het terrein van de menselijke gedragingen diegenen van hun voorgangers na te volgen die in de fysica de substantie hebben vervangen door de beweging.
- Het doel van de moraal is lange tijd geweest de mens het middel om te zijn te verschaffen. Dat was de betekenis van de moraal van de Stoïcijn en van Spinoza’s Ethica. Maar als de mens moet worden geresorbeerd in de opeenvolging van zijn daden, zal het doel van de moraal niet langer zijn de mens tot een hogere ontologische waardigheid te verheffen.
- In die zin is de Kantiaanse moraal het eerste grote ethische systeem dat het zijn vervangt door het doen als hoogste waarde van het handelen.
- Wie heeft gelijk?
- Is de hoogste waarde van de activiteit van de mens een doen of een zijn?
- En wat wordt er, ongeacht de gekozen oplossing, van het hebben?
- De ontologie moet ons over dat probleem duidelijkheid kunnen verschaffen; het is trouwens een van haar essentiële taken, als het voor-zich het zijn is dat door het handelen wordt bepaald. We mogen dit werk dus niet afsluiten zonder, in grote lijnen, een aanzet te geven tot de analyse van het handelen in het algemeen en van de essentiële betrekkingen tussen doen, zijn en hebben.