laatste wijziging: 25-01-2021
59 I De vraag
Eerste hoofdstuk
De oorsprong van de ontkenning
59 I De vraag
- 59 Onze analyses hebben ons tot in het hart van het zijn gevoerd
- 59 Maar tegelijkertijd zijn ze op een impasse uitgelopen, omdat er geen verband hebben kunnen leggen tussen de twee zijns-regionen die we hebben ontdekt
- 59 /// JST Volgens Laporte (tijdgenoot van Sartre) abstraheren we wanneer we ons iets wat niet geïsoleerd kan bestaan als iets geïsoleerd voorstellen.
- Het concrete bestaat daarentegen een totaliteit die alleen op grond van zichzelf kan bestaan
- Husserl is dezelfde mening toegedaan: volgens hem is het rood iets abstracts, omdat kleur niet kan bestaan zonder gestalte. Daarentegen is het tijd ruimtelijke “ding”, met al zijn bepaaldheden, iets concreets
- 60 Twee vragen:
- Waarin bestaat de (synthetische) verhouding die we in-de-wereld-zijn noemen?
- Wat moeten mens en wereld zijn zodat de verhouding tussen en kan bestaan?
25-01-2021 Zie Heidegger
- 60 We zullen proberen diep door te dringen in de verhouding “mens – wereld“
- 61 Op het moment waarop ik vraag:
- “Is er een gedragsvorm die me de verhouding van de mens met de wereld kan onthullen? “,
- erken ik principieel de mogelijkheid van een ontkennend antwoord
- “Is er een gedragsvorm die me de verhouding van de mens met de wereld kan onthullen? “,
- 62 Daarmee is daarmee is een nieuw bestanddeel van de werkelijkheid voor onze ogen verschenen: het niet-zijn