laatste wijziging: 01-05-2020

6 Substantie verlies


01=05-2020 substantie verlies:

175 Het populisme maakt een onderstroom zichtbaar en pas in een laat stadium kenbaar.

Er is sprake van substantie verlies: het nieuwe dat zich aandient brengt tot uitdrukking dat een oude, traditionele leefwereld in een geestelijke en sociale zin van binnenuit in ontbinding raakt.

177 6.1 De lege plaats

177 Onmiskenbaar gaat het proces van modernisering, een proces dat openheid, emancipatie, democratisering en individualisering brengt, ten koste van traditionele vormen van verbondenheid van mensen. Dit verlies kan zich uiten in verlorenheid, onzekerheid en angst. Daar heeft de moderniteit overigens wel iets tegenover gesteld: de moderne zedelijk-institutionele orde. Een open, democratische samenleving die ook weer binding geeft en zekerheden biedt met haar beginselen van gelijkheid, rechten en vrijheden. Een orde die openheid biedt maar tevens verplicht, bindt en beschermt.

Als het zedelijk element van deze institutionele orde aan bindend gezag inboet, blijkt echter ook de nieuwe orde kwetsbaar te zijn. Dan kan het proces van individualisering, emancipatie en democratisering ontaarden. Dan kan ook de ordenende, bindende en beschermende functie van de rechtsstaat tekortschieten. Dan kunnen vrijheid en openheid onzeker stemmen. Onvrede en frustratie kunnen ontstaan over de onmogelijkheid de geborgenheid van een verbindende orde te hervinden.

Het populisme leeft van dergelijke onvrede en frustratie, wakkert het ook aan. Populisten voelen aan wat er onder de bevolking leeft, verwoorden het onbehagen en politiseren het. En toch eindigt het populisme in onmacht, het biedt geen werkbaar alternatief; uit onmacht versterkt het populisme een beweging die een toch al onzekere burger in nog grotere verlegenheid achterlaat.

De populistische retoriek richt zich op een maximale bescherming van het individu, op het wegnemen van zoveel mogelijk onzekerheden en risico’s. De kritiek op de elites richt zich niet op hun posities, maar op hun falen. Dus zijn nieuwe elites nodig: volkselites, hoeders van een naar binnen gerichte en zich naar buiten afschermende natiestaat. Hetgeen leidt tot de paradox van populistische onmacht en illusies: de illusies van het meer-van-hetzelfde, zonder ook maar de geringste garantie dat de beloofde zekerheden nu wel binnen bereik komen. Het suggereert bescherming van een kwetsbare burger, waar tezelfdertijd de de-institutionalisering van de samenlevingsorde hem die bescherming ontneemt.

Ook de populistische aanhang leeft geïndividualiseerd en is mondig, in deze zin gaat deze aanhang met de moderniteit mee. Dat dan echter ook verwacht wordt dat zij op eigen benen staan is te veel van het goede. De populistische aanhang verkeert niet alleen in een leefomgeving waarbinnen de weg niet kan worden gevonden, maar ook in een mentale situatie die ontheemd maakt: velen ervaren de moderne leefwereld als te open, te dynamisch en te bedreigend. Ook als ze hierin zelf meegaan. Vandaar dat de onvrede zich ook keert tegen de mondialisering van de samenleving, tegen het binnenstromen van asielzoekers, immigranten en buitenlanders in algemene zin. En geeft dit enige verklaring voor de emotionele afkeer van internationalisme, samenwerkingsverbanden en verdragen. Een te grote en te overweldigende wereld dringt binnen in een leefomgeving die toch al niet mee eigen is. Vooral “vreemdelingen” maken op directe wijze de eigen “vervreemding” zichtbaar en tastbaar. 182 Vandaar de noodkreet, symptoom van een doorleefd substantie-verlies. De verbondenheid die godsdienst, cultuur en instituties gaven valt weg als gevolg van het proces van emancipatie, politisering en mondialisering. Het populisme schept de illusie de noodkreet te horen en daarop te reageren.

De realiteit en beleving van substantie en verbondenheid en dus ook de positie van eenieder binnen de orde gaat volgens Lefort verloren in de moderniteit: als democratisering de soevereiniteit van de vorst uitholt. De samenleving is geen substantiële eenheid meer, niet meer een geheel met zichzelf. De samenleving ontwikkelt zich tot een dynamische verscheidenheid van belangen, meningen en overtuigingen. Er ontstaat daarmee een openheid en onbepaaldheid die steeds weer dwingt inherente tegenstellingen en conflicten te beslechten. Deze opgave komt in handen te liggen van de opkomende vertegenwoordigende democratie, deze organiseert het open debat en het compromis. 186 Dit alles houdt volgens Lefort in dat de macht “een lege plaats” heeft kunnen worden: de open,  institutionele inrichting van de staat verhindert dat een heerser zich onbeperkte macht kan toe-eigenen.  186 Lefort gaat zo ver democratie te definiëren als een `ultieme onbepaaldheid’.

01-05-2020  De leegte in jezelf, wanneer waarden zoals god wegvallen . . .

192 6.2 De leegte van de illusie

01-05-2020 Toon: Er is geen onderscheid tussen ideologische populisme en hedendaags populisme

Volgens de Franse historicus ­Ernest Renan (1823-1892) bestaat een natie alleen als inwoners de wil hebben om bij elkaar te horen. De natie heeft weinig met ras, taal of godsdienst te maken; het is een historisch principe. Samen terug kunnen kijken op een gedeeld verleden en bereid zijn om ook in de toekomst samen te leven, dat is een natie. Daarmee is de natie een open en flexibele gemeenschap.