laatste wijziging: 01-05-2020
7 Waardennihilisme
19-04-2020 normen en waarden. (Wormen en maden)
Normen zijn concrete richtlijnen voor het handelen.
Waarden zijn opvattingen over wat wenselijk is
01-05-2020 : Janne, een gevoel. Jan: Echter, geen waarde !!! Populisten en gevoel. Wanneer Marjolein ineens een hoofddoekje draagt, wat doe (voel) je dan?
- 212 Waarden worden doorgaans met anderen gedeeld, het gaat om gezamenlijke opvattingen over het leven en samenleven, opvattingen die bepalend zijn voor het denken en handelen.
- 212 Kern hiervan is het oordeel over wat in morele zin nastrevenswaardig is; een waarde geeft een richting en maakt actief, creatief.
- 213 Waarden zijn een product van menselijke creativiteit en zingevend
- 213 Het hedendaags populisme pretendeert waarden aan te reiken die in de plaats moeten komen van heersende. Kenmerkend hieraan is de ontbrekende toekomst-zin in deze waarden. Het scheppende aspect loopt leeg.
- 213 Wat gebracht wordt zijn eigenlijk pseudo-waarden, loze stellingen die blijven steken in gemoraliseer zonder zingevende kracht. Nietzsche spreekt wat dit laatste betreft van verzinsels, beweringen die een schijn van zin moeten aanreiken. Ze dienen er vooral toe de gevestigde orde met haar waarden in een negatief licht te plaatsen. Ze genereren een destructief effect.
- De mens neemt het leven niet zoals het nu eenmaal is.
- Hij is als mens geen natuurlijk levend wezen, maar zoekt zin, voegt iets toe, geeft zin.
- Zingeving is de eigenlijk menselijke bestaansvoorwaarde, het menselijk leven moet het waard worden gemaakt om zinvol geleefd te worden. Het verlangen naar substantie, de veronderstelling dat waarden als vaststaand kunnen worden gevonden, ontdekt, dringt zich op waar premoderne zekerheden uit beeld raken en duidelijk wordt dat de waarden die het samenleven gestalte geven niet ergens als een vast en eeuwig gegeven worden aangetroffen. Als waarden niet substantieel maar menselijk en historisch blijken te zijn.
- Zo’n verlangen naar substantie beheerst het hedendaags populisme. Het verliest zich in de zoektocht naar oorspronkelijke, zekerheid en geborgenheid biedende waarden. Vandaar de onmachtige poging te hervinden, te heroveren, weer groots te maken. Zo’n blik terug tekent onmacht, onvermogen scheppend actief te zijn, een gebrek aan toekomstzin. Een oorspronkelijk fundament van waarden dat slechts hervonden hoeft te worden en waarop zelfgenoegzaam teruggevallen kan worden is er echter niet. Eigenlijk demonstreert het populisme dan ook een heftige, zo niet wanhopige reactie op deze als dreiging beleefde ontdekking.
- 215 De populistische reactie demonstreert het onvermogen met het verlies aan substantie om te gaan. En daarmee deelt het in de diep ingrijpende crisis waarin de moderniteit verstrikt raakt.
- 215 Nietzsche betitelt deze crisis als Europees nihilisme. De populistische nihilist zoekt, maar kan eigenlijk niet vinden wat hij zoekt en reageert daarop. Wat van waarde is moet substantieel zijn, moet worden aangereikt.
- 216 Ideologische populisten zochten deze substantie in een komende, utopische wereld. De daarin de verwerkelijken waarden zouden een zinvol leven aanreiken. Hedendaagse populisten zoeken het waarde- en zinvolle in een verloren gegane wereld, een die moet worden hervonden, zodat het zinvolle leven toch nog kan worden aangereikt. Het ontbreekt aan wilskracht dit waarderen zelf te “organiseren” en daaraan creatieve dynamiek te verbinden. Alleen al deze houding noemt Nietzsche nihilistisch.
- 216 Populisme is echter niet alleen passief, niet alleen getekend door wanhoop en uit zich niet alleen als klaagzang, het manifesteert zich, als reactief, ook activistisch. De klacht wordt dan omgezet in een aanklacht: de nihilist keert zich in de zoektocht naar waarde tegen de bestaande wereld en haar orde, tegen de in haar geïnvesteerde waarden. Om het ontbrekende te kunnen hervinden of heroveren, breekt het af. Wat van waarde is in de bestaande. verwerpelijke wereld is. wordt het ‘waard‘ geacht te gronde te gaan. De bestaande wereld wordt met destructief cynisme van haar waarde beroofd. Het ontbreekt populisten aan kracht en creativiteit een eigen zin in de hen gegeven wereld te leggen. Het ontbreekt populisten aan toekomstzin. Vandaar hun zoektocht naar iets dat verloren zou zijn gegaan en hervonden moet worden. De dreiging van nihilistische oordelen over het menselijk bestaan is al oud. Nietzsche is van mening dat er ook reden was tot een dergelijk oordeel: de harde omstandigheden waaronder de mens moest leven en daarin met name wat mensen elkaar aandeden. Nietzsche stelt dat het christendom hierop een antwoord meende te kunnen geven. Het bood de mens een waardenleer waarmee het een nihilistisch oordeel over het bestaan trachtte te ontlopen: het oordeel dus dat het bestaan geen zin heeft. Het christendom moraliseerde de door God geschapen wereld, het moraliseerde in enen ook de mens. Maar Nietzsche concludeerde ook dat de poging van de christelijke moralisering om het nihilistische oordeel over het bestaan te ontlopen. vergeefs was: de hierin verwerkte waardenleer moest in haar kern wel stuk lopen, omdat hieraan een onjuiste interpretatie van het bestaan ten grondslag ligt — en eigenlijk ook een onjuiste interpretatie van de waarde van de moraal.
- 219 De opkomst van de moderne wetenschappen en het onbevooroordeelde zicht op de feitelijke realiteit hebben de moraal-hypothese ondermijnd, als onhoudbaar bewezen. Dat de fysieke kosmos niet de perfectie bezit die verondersteld werd, vertaalt zich naar de menselijke kosmos. Kennis van de fysieke kosmos heeft onmiskenbaar bijgedragen aan een veranderd inzicht in de menselijke orde; het dringt door dat de feitelijke wereld niet inherent perfect en dus goed is.
- 219 Waren het christendom en de vroege Verlichting nog universalistisch in de moraalhypothese, het populisme schrijft de verlangde substantiële waarde toe aan specifieke entiteiten. Deze verwrongen misvatting noemt Nietzsche leugenachtig. Het populisme schrikt dan ook terug voor de waarheid, het verzet zich tegen de waarde van waarachtigheid, het moraliseert de waarheid. Het veroordeelt een als hard ervaren feitelijke realiteit en plaatst daar een gemoraliseerde fictie tegenover.
- 220 Het populisme is leugenachtig omdat het beter kan weten en eigenlijk ook beter weet. Het demonstreert daarmee tot wat voor verwrongen situatie dit leidt: feiten te moeten ontkennen. de verantwoordelijkheid voor de samenleving en haar ordening in morele zin te ontlopen. Het houdt krampachtig vast aan een eigen invulling van de moraal-hypothese.
- 221 Evenals het communisme en het nazistisch racisme laat het hedendaags populisme het universalisme van het christendom los. Het moraliseert goed en kwaad, het scheidt goeden — het eigen volk — van kwaden — degenen die het volk en zijn goede leven bedreigen. Het breekt met de idee van een in substantiële zin perfecte wereld en zoekt deze perfectie daarom niet zozeer in de gegeven wereld, maar in het bejubelde verleden ervan.
- 221 Zoals het niet kan omgaan met de kwaden, het ook niet omgaan met het kwaad in morele zin. Het keert zich verbitterd tegen degenen die het zinloze van het bestaan verweten eten worden. Het ziet de eigen goeden als slachtoffer – in Nietzsches woorden: als onfortuinlijken.
- 222 De hedendaagse populist verwerpt de bestaande wereld en haar waarden. Het schept een eigen, fictieve wereld, die van volk en natie, gezegend met een in het verleden gewortelde authentieke identiteit. De verhalen en beelden die hij in een troostrijke zin de onfortuinlijken voorhoudt mogen nog zo wervend zijn, ze bieden ook iets kolderieks. Dit zou toch een waarschuwing moeten zijn voor de velen die zich aan de verleiding hierin overgeven. De wijze waarop dit troostrijke kenbaar wordt gemaakt heeft volgens de auteur veelal de gedaante van een klucht. De luidkeels bezongen authentieke identiteit is een woordenbrij. Klagerige acts waarin de bitter stemmende boodschap naar buiten wordt doen denken aan verwende kinderen die hun zin niet krijgen. Alsof de verleiders, de stemmingmakers er eigenlijk ook zelf niet in geloven, maar zich er juist daarom vol overdreven retoriek aan overgeven.
- 224 Wat als er geen vaste grond meer is, maar men niet zonder kan, dat men wel heimwee kan krijgen naar wat was maar dat dit land niet meer bestaat? Volgens Nietzsche is er dan geen weg terug: het nihilisme moet worden doorleefd om erachter te komen wat de mens achter zich moet laten. wat hij zal moeten overwinnen.
- 227 De behoefte om de zin der dingen aangereikt te krijgen, vanuit een toekomstige dan wel een oorspronkelijke wereld zal moeten worden overwonnen. De mens zal moeten ontdekken en erkennen dat hij een waarderend wezen is en zo zelf zin in de wereld legt. Om zelf een vruchtbare bodem te zijn zal hij ook in zichzelf moeten investeren. Hij was al het fundament, maar besefte dit niet. Nu zal hij het fundament moeten zijn in het voile besef daarvan. Dit besef vraagt wils-sterkte.
- 227 Maar gelukkig is er volgens Nietzsche ook reden voor optimisme, zelfs in een tijdsgewricht aan de vooravond van de verschrikkingen van de twintigste eeuw. De nihilistische razernij die het totalitarisme ontketende heeft hij in zekere zin voorzien. Hij verwacht dat de nihilistische razernij niet alleen destructie brengt, maar ook een therapeutisch effect heeft. Hij meent dat de crisis in mentale zin reinigt. De nihilistische crisis kan bijvoorbeeld degenen die hier een uitweg uit weten te vinden bijeenbrengen in het zoeken naar antwoorden.
- 228 Nietzsche geeft een nadere duiding van de wilskracht van diegenen die het nihilisme overwinnen door er doorheen te gaan. Ze beseffen wat ze achter zich moeten laten, vervallen daardoor niet tot wanhoop en laten zich ook niet “foppen”. Zij zijn degenen die het in de wereld kunnen uithouden, omdat ze in staat zijn zelf het bestaan zin te geven.
- 229 Nietzsche verbindt in hen sterk met gematigd en verbindt hieraan een opdracht, een die zelfcontrole en zelfkennis vraagt: de opdracht in een brede zin matiging te betrachten. Hiertoe moet de mens zich in individuele zin bekwamen, mentaal en moreel: dit vraagt opvoeding, onderricht, karaktervorming, het aanleren van vaardigheden en correctiemechanismen (zoals schaamte) als de menselijke natuur van zich laat horen. Tot de matigende vaardigheden behoren de zelfbeheersing en het vermogen tot tolerantie: niet negatief reageren als men in aanraking komt met mensen en opvattingen die anders zijn dan de eigen. Dus moeten ‘mensen met tegengestelde denkwijzen’ een samenleving gezamenlijk gestalte geven. Geen zelfbeheersing zonder zelfkennis.
- 229 Dit algehele vermogen tot matiging moet de mens zo eigen zijn dat hij zich niet alleen verre houdt van extreme geloofsopvattingen, maar dat hij zich ook niet laat foppen, zoals door verzinsels. Matiging biedt de mens innerlijk evenwicht. Het is niet alleen een teken van gezondheid, maar maakt ook gezond. Men schrikt dan niet terug voor het negatieve dat het menselijk bestaan nu eenmaal kenmerkt: het toeval, het onvoorziene, het onwenselijke, het kwaad.
- 229 Hoe belangrijk en fundamenteel ook, meent Nietzsche niet dat het antwoord op de nihilistische wanhoop geheel in de wilskracht en beheersing van het individu moet worden gevonden. Er is meer nodig.
- 230 De mens moet een erfenis door willen geven naar de toekomst, naar toekomstige generaties. De waarden die zijn bestaan gerichtheid en geven zijn gedeeld, deel van zijn cultuur, deel van de institutionele ordening waarvan hij deel uitmaakt.
- 230 Gezag wil zeggen dat ze worden herkend als eigen en dus ook erkend. (bijvoorbeeld politie en rechters / wetten)
- 230 Daarom vreest Nietzsche een vergaande atomisering van de samenleving, zoals hij beschrijft in zijn “laatste mens”. Een samenleving dus waarin ieder voor zichzelf leeft in een eeuwig nu. Daarom vreest hij een vergaande democratisering, met name een die zich uitleeft in directe democratie (om de 4 jaar een nieuwe regering) en zich tegen de institutionele ordening van de samenleving keert.
19-04-2020 Lange termijn politiek is niet gewaarborgd, problemen zoals klimaat verandering spelen over tientallen jaren
- 230 Nietzsche noemt dit democratisme en beschouwt dit als een vorm van decadentie, een aanval op traditie en gezag, ook een aanval op de toekomstgerichtheid van de samenleving.
- 231 Wat Nietzsche democratisme noemt brengt de nihilistische laatste mens in beeld: een wezen dat op en voor zichzelf leeft, maar niet over de spankracht beschikt zichzelf te overwinnen, toekomstgericht te leven en daarin te investeren.
- 232 Wat het populisme te bieden heeft mag het karakter van een komedie hebben.
- 232 Wat het aanricht is echter een tragedie, een die meesleept in de afgrond.