laatste wijziging: 24-07-2022
401 H 2 Het lichaam
DEEL 3 Het voor-de-ander
Tweede hoofdstuk : Het lichaam
- 401 Het probleem van het lichaam en zijn verhouding tot het bewustzijn
- is vaak verduisterd door het feit dat men meteen al het lichaam poneert als een bepaald ding dat zijn eigen wetten heeft
- die van buitenaf kan worden gedefinieerd,
- terwijl het bewustzijn wordt bereikt door het soort innerlijke intuïtie dat het bewustzijn eigen is
- 401 […] dat bestaat uit een zenuwstelsel, hersenen, klieren, spijsverteringsorganen en ademhalingsorganen en hart en bloedvaten,
- waarvan de materie chemisch in waterstof-, -koolstof, stikstof- en fosforatomen enzovoort kan worden ontleed
- 401 Het lichaam waarvan ik zo-even een schetsmatige beschrijving heb gegeven, is niet mijn lichaam zoals het voor mij is
- Noch mijn hersenen, noch mijn endocriene klieren (schildklier, hypofyse e.d.) heb ik ooit gezien en zal het ooit zien
29-08-2020 Ik kan bijvoorbeeld niet IN mijn lichaam kijken
- 401 […] het komt er op vooral op aan de orde van onze kennis te kiezen: uitgaan van de ervaringen die de artsen wellicht met mijn lichaam hebben opgedaan, betekent uitgaan van mijn lichaam midden in de wereld zoals het voor de ander is
- 402 Maar opgemerkt moet worden dat ik, ook in dat geval, met betrekking tot mijn oog de ander ben: ik van het als een op een bepaalde manier in de wereld geconstitueerd zintuig
- 402 Wanneer een arts mijn zieke been vastpakt en het onderzoekt, terwijl ik, half zittend, half liggend op mijn bed, hem bezig zie, is er wat de aard van de waarneming betreft geen enkel verschil tussen mijn visuele waarneming van het lichaam van de arts en die van mijn eigen been
- 402 Natuurlijk, wanneer ik meen been met mijn vinger aanraakt, voel ik dat mijn been wordt aangeraakt
- Maar dat verschijnsel van de dubbele gewaarwording is niet wezenlijk:
- door koude, een morfine injectie kan het verdwijnen; daarmee wordt genoegzaam aangetoond dat het twee wezenlijk verschillende orders van werkelijkheid betreft
- Maar dat verschijnsel van de dubbele gewaarwording is niet wezenlijk:
- 403 Als we dus over de aard van het lichaam willen nadenken,
- moeten we een orde van onze overdenkingen vaststellen die aansluit bij de orde van het zijn:
- we kunnen er niet mee doorgaan de ontologische vlakken over één kam te scheren
- en we moeten het lichaam achtereenvolgens als voor-zich-zijn en als voor-de-ander-zijn bestuderen;
- en om absurditeiten van het type “omgekeerd beeld” te vermijden
- moeten we ons doordringen van de idee dat die twee aspecten van het lichaam,
- daar ze op twee verschillende en onverenigbaar zijn slakken liggen, niet tot elkaar zijn te herleiden
- het voor-zich-zijn moet geheel en al lichaam en geheel en al bewustzijn zijn: het kan niet bij de lichaam verenigd zijn
- evenzo is het voor-de-ander-zijn geheel en al lichaam;
- er zijn geen met het lichaam te verenigen “psychische fenomenen “;
- Achter het lichaam is niets. Maar het lichaam is geheel en al “psychisch “
- evenzo is het voor-de-ander-zijn geheel en al lichaam;
- en om absurditeiten van het type “omgekeerd beeld” te vermijden
- moeten we een orde van onze overdenkingen vaststellen die aansluit bij de orde van het zijn:
omgekeerd beeld:
- https://www.embryologisch.nl/zien-we-wel-wat-we-waarnemen/
- https://youtu.be/NuM-mxJf9MQ
grapje . . . . .