laatste wijziging: 13-06-2020
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
11 Voorwoord van de vertaler
25 INLEIDING – OP ZOEK NAAR HET ZIJN
- 27 1 De idee fenomeen
- 31 II Het zijnsfenomeen en het zijn van het fenomeen
- 34 III Het prereflexieve cogito en het zijn van het percipere
- 42 IV Het zijn van het percipi
- 46 V Het ontologische bewijs
- 49 VI Het zijn op zich
57 EERSTE DEEL – HET PROBLEEM VAN HET NIET
59 Eerste hoofdstuk — De oorsprong van de ontkenning
- 59 I De vraag
- 63 II De ontkenningen
- 70 III De dialectische opvatting van het niet
- 75 IV De fenomenologische opvatting van het niet
- 81 V De oorsprong van het niet
109 Tweede hoofdstuk — De kwade trouw
- 109 I Kwade trouw en leugen
- 118 II De gedragswijzen to kwader trouw
- 133 III Het trouwe ‘geloof’ van de kwade trouw
139 TWEEDE DEEL – HET VOOR-ZICH-ZIJN
141 Eerste hoofdstuk — De onmiddellijke structuren van het voor-zich
- 141 De tegenwoordigheid bij zichzelf
- 148 II De facticiteit van het voor-zich
- 154 III Het voor-zich en het zijn van de waarde
- 167 IV Het voor-zich en het zijn van de mogelijkheden
- 176 V Het ik en de cirkel van de zelfheid
179 Tweede hoofdstuk — De tijdelijkheid
- 179 I Fenomenologie van de drie tijdsdimensies
- 205 II Ontologie van de tijdelijkheid
- 227 III Oorspronkelijke tijdelijkheid en psychische ijdelijkheid: de reflectie
251 Derde hoofdstuk — De transcendentie
- 253 I Kennis als betrekkingstype tussen het voor-zich en het op-zich
- 262 II Over de bepaling als ontkenning
- 269 III Hoedanigheid en hoeveelheid, potentialiteit, werktuiglijkheid
- 289 IV De tijd van de wereld
- 303 V De kennis
309 DERDE DEEL – HET VOOR-DE-ANDER
311 Eerste hoofdstuk — Het bestaan van de ander
- 311 I Het probleem
- 313 II De klip van het solipsisme
- 325 III Husserl, Hegel, Heidegger
- 347 IV De blik
401 Tweede hoofdstuk — Het lichaam
- 405 I Het lichaam als voor-zich-zijn: de facticiteit
- 442 II Het lichaam-voor-de-ander
- 457 III De derde ontologische dimensie van het lichaam
467 Derde hoofdstuk — De concrete relaties met de ander
- 471 I De eerste houding jegens de ander: liefde, taal, masochisme
- 486 II Tweede houding jegens de ander: onverschilligheid, begeerte, haat, sadisme
- 526 III Het ‘zijn-met’ (Mitsein) en het ‘wij’
547 VIERDE DEEL – HEBBEN, DOEN EN ZIJN
549 Eerste hoofdstuk — Zijn en doen: de vrijheid
- 549 I Vrijheid is de eerste voorwaarde voor het handelen
- 603 II Vrijheid en facticiteit: de situatie
- 682 III Vrijheid en verantwoordelijkheid
687 Tweede hoofdstuk — Doen en hebben
- 687 I De existentiele psychoanalyse
- 708 II Doen en hebben: het bezit
- 736 III Over de hoedanigheid als zijnsonthullend
755 CONCLUSIE
- 757 I Op-zich en voor-zich: metafysische schetsen
- 767 II Morele perspectieven