laatste wijziging: 22-07-2022
347 IV De blik
DEEL 3 Het voor-de-ander
Eerste hoofdstuk : Het bestaan van de ander
347 IV De blik
- de blik van de ander
- subject-ander
- object-ander
- vrees
- schaamte
- trots
SAMENVATTING
-
-
- Sartres analyse van de blik: de wijze waarop de ene mens de andere aankijkt en daarmee tot ding degradeert.
- In de kruisende blikken, waarin de een de ander tot voorwerp maakt, wordt een machtsstrijd uitgevochten waarin uiteindelijk een van beiden de ogen zal neerslaan en zich gewonnen zal geven.
- Dan schikt men zich in het lot het object van de ander te zijn.
-
Bladzijde 347 tot en met 400 ( > 50 )
22-08-2020 Deze meer dan 50 bladzijden behandelen 1 onderwerp zeer uitputtend: hoe ik me verhoud tot de ander. Op een gegeven moment werd het voor mij moeilijk om de aandacht vast te houden bij datgene wat ik aan het lezen was, doordat Sartre steeds maar weer nuances aanhaalt die enigszins met het onderwerp te maken hebben
- 347 De vrouw die ik op mij toe zie komen, de man die op straat voorbijloopt, de bedelaar die ik vanuit mijn raam hoor zingen zijn voor mij objecten, dat lijdt geen enkele twijfel
17-08-2020 Sartre maakt vaak gebruik van een “dubbele” uitleg. Na een aantal zinnen waarin hij een uitleg heeft gegeven van een bepaald aspect volgt dan: Kortom, … of “Met andere woorden, … “
- 348 Het probleem: is er in de dagelijkse werkelijkheid een oorspronkelijke relatie tot de andere waarop ik voortdurend de blik gericht kan houden en die zich bijgevolg aan mij kan open waren, los van elke verwijzing naar iets onkenbaar van religieuze of mystieke aard
- 348 Ik zie een man in het park. Wat betekent het dat ik beweer dat het een mens is?
- 350 Er is wel een verschil tussen mij, het standbeeld in het park en de man. Alle 3 zijn we objecten, maar er is een fundamenteel verschil tussen het object “standbeeld” en de “objecten” de man en ik.
- 351 […] we hebben te maken met een bijzonder type objectiviteit.
- 352 […] mijn gewaarwording van de ander in de wereld als iets wat waarschijnlijk een mens is, verwijst naar de olijkheid die ik voortdurend heb door- hem- gezien- te- worden, dat wil zeggen naar de voortdurende mogelijkheid voor een subject dat mij ziet zich in de plaats te stellen van het object dat door mij wordt gezien
- 353 Wat betekent voor mij: gezien worden?
- 354 Sartre geeft als voorbeeld iemand die gluurt door een sleutelgat :
- Voor Sartre is de blik die de betrapper werpt op de betrapte hét voorbeeld van de universele macht van de blik. In een duel van de blikken eindigt de een als overwinnaar, de ander als overwonnene. Alleen als betrapper en betrapte het gluren op dezelfde manier beoordelen en bovendien elkaars sociale positie erkennen, kan er in het voorbeeld van Sartre sprake zijn van “machtsuitoefening“
- 358 Ik vat de blik van de ander in de kern van mijn eigen daad, als stolling en vervreemding van mijn eigen mogelijkheden
- 362 […] de blik van de ander wordt niet alleen als voor verruimtelijkend (ruimte) gevat: hij is ook vertijdelijkend (tijd) –> tijdruimte –> ruimtetijd
- 362 In zoverre ik hem vat, geeft de blik van de ander een nieuwe dimensie aan mijn tijd
- 363 Als tijdruimtelijk object van de wereld, als wezensstructuur van een tijd- ruimtelijke situatie in de wereld, leven ik me uit aan de beoordelingen van de ander
- 365 Laten we, via de ervaring die ik van het niet-onthulde het beleefd, eens kijken naar wat zich van de ander manifesteert als niet-onthulbaar
- 365 In de eerste plaats is de blik van de ander , als noodzakelijke voorwaarde voor mijn objectiviteit, vernietiging van elke objectiviteit voor mij
- 365 In het bijzonder de blik van de ander (die kijkende-blik en niet bekeken-blik is) ontkent mijn afstanden door de objecten en ontvouwt zijn eigen afstanden
20-08-2020 De ander is voor mij niet een object, want ik weet (veronderstel) dat de ander ook een subject (Het denkende ik, het subject, wordt dan onderscheiden van het niet-ik , het object) is
- 366 Dat loutere subject dat ik per definitie niet kan kennen, dat wil zeggen als object poneren, is altijd dáár, buiten bereik en afstandloos, wanneer ik probeer mezelf als object te vatten. en in het ervaren van de blik, door mij niet onthulde objectiviteit tee ervaren, ervaar ik rechtstreeks met mijn zijn de ongrijpbare subjectiviteit van de ander
- 367 /// JST Als er naar me wordt gekeken het bewustzijn object te zijn.
- Maar dat bewustzijn kan slechts in en door het bestaan van de ander tot stand komen. Daarin had Hegel gelijk.
- Maar de andere bewustzijn en die andere vrijheid zijn we nooit gegeven, aangezien ze, als ze het wel waren, gekend, dus object zouden zijn en ik niet langer object zou zijn
- 372 Met betrekking tot de zekerheid van het bestaan van de ander :
- naar aanleiding van bepaalde verschijningen in de wereld waarin een blik zich, naar het mij voorkomt, manifesteert,
- vat ik mijzelf een bepaald “bekeken-zijn-met de daarbij behorende structuren die me naar het reële bestaan van de anderen verwijzen.
- Maar het kan zijn dat ik heb vergist . . .
- 372 /// JST Het is dus hoe dan ook onmogelijk mijn zekerheid van de subject-ander overdragen op de object-ander die de aanleiding tot die zekerheid was en omgekeerd de evidentie van de verschijning van de subject-ander uitgaande van de constitutionele waarschijnlijkheid van de object-ander teniet te doen
- 374 /// JST Afwezigheid wordt gedefinieerd als een zijnswijze van de menselijke-werkelijkheid in relatie tot de plekken en plaatsen die ze zelf door haar tegenwoordigheid heeft bepaald
-
- (Dus niet Aga Khan of de Sultan van Marokko, maar bijvoorbeeld mijn partner)
-
- 375 In relatie tot andere mensen is Pierre afwezig
- 375 De dood is geen afwezigheid
- 376 Er is sprake van een “menselijke ruimte“
- 376 In relatie tot ieder levend mens is elke menselijke-werkelijkheid tegenwoordig of afwezig tegen een achtergrond van oorspronkelijke tegenwoordigheid
- 376 En deze oorspronkelijke tegenwoordigheid kan/betekenis hebben als bekeken-zijn of als bekijkend-zijn dat wil zeggen al naargelang de ander voor mij object is of ikzelf object-voor-de-anderen ben
21-07- 2022 Sartre doet hier dus hetzelfde als Heidegger, steeds met koppeltekens een aantal woorden aan elkaar plakken
- 377 Nu kunnen de aard van de blik vatten: in elke blik is er het verschijnen van een object-ander als concrete en waarschijnlijke tegenwoordigheid in mijn waarneming stelt naar aanleiding van bepaalde houdingen van die andere bepalend mijzelf om mijn “bekeken-zijn“te vatten door schaamte, angst enzovoort
- 378 Elke blik doet ons concreet — en met de onbetwistbare zekerheid van het ik — ervaar dat bestaan voor alle levende mensen, dat wil zeggen dat er (een of meer) bewustzijn en zijn waarvoor ik besta.
- We zetten “een of meer” tussen haakjes om goed aan te geven dat de in die blik bij mij tegenwoordige subject-ander zich niet aandient in de vorm van veelheid, evenmin overigens als eenheid (behalve in zijn concrete verhouding tot één specifieke object-ander)
- 378 Maar we drukken de blik niet in aantallen uit
- 382 […] Maar die dubbele ontkenning vernietigt vernietigd in zekere zin zichzelf:
- ofwel ik maak dat ik niet een bepaald zijn ben en dan is er voor mij object en verlies ik voor hem mijn objectiviteit;
-
- in dat geval is de ander niet langer de ik-ander, dat wil zeggen het subject dat door te weigeren mij te zijn met object doen te zijn;
-
- ofwel dat zijn is wel degelijk de andere en doen zich niet bij zijn,
-
- maar in dat geval wordt ik voor hem object en verliest hij zijn eigen objectiviteit.
-
-
- Oorspronkelijk is de andere dus het niet-ik-niet-object
-
-
- maar in dat geval wordt ik voor hem object en verliest hij zijn eigen objectiviteit.
-
- ofwel ik maak dat ik niet een bepaald zijn ben en dan is er voor mij object en verlies ik voor hem mijn objectiviteit;
- 383 Anderzijds kan het denken slechts door het denken worden begrensd, zoals Spinoza stelt. Het bewustzijn kan slechts door het bewustzijn worden begrensd. De grens tussen twee bewustzijn en, in zoverre deze tot stand komt door het begrenzende bewustzijn en door het begrensde bewustzijn wordt aanvaard — dat is dus mijn object-ik. En we moeten het woord grens ook opvatten in de betekenis van “limiet“
- 385 Zie ook het begrip ” vrees ” bij Heidegger blz 186 – https://www.janux.nl/wp/2020/175-zt-a-1-h-5-in-zijn/
- 386 Zie ook het begrip ” schaamte ” bij Heidegger blz 311 – https://www.janux.nl/wp/2020/311-i-het-probleem/
- 386 Pure schaamte is niet het gevoel dit of dat laakbaar object te zijn, maar in het algemeen een object zijn, dat wil zeggen te herkennen in het verminderende, afhankelijke en gestolde zijn dat ik voor de ben. Schaamte is een gevoel van zondeval, niet vanwege het feit dat ik deze of gene zonde zou hebben begaan, maar simpel vanwege het feit dat ik in de wereld, midden tussen de dingen ben “beland” en dat ik de bemiddeling van de ander nodig heb om te zijn wat ik ben
- 387 Schaamte is […] een verenigende apprehensie (gewaarwording) van drie dimensies:
-
-
- Ik schaam me tegenover de ander
-
-
- 388 Bij trots erken ik de ander als subject waardoor de objectiteit tot mijn zijn komt,
- maar ik herken bovendien dat ik voor mijn objectiteit verantwoordelijk ben;
- ik leg het accent dat mijn verantwoordelijkheid en aanvaardt deze.
- Aan de ene kant is trots dus eerst berusting: om trots op te zijn dat te zijn, moet ik er eerst in hebben berust slechts dat te zijn
- maar ik herken bovendien dat ik voor mijn objectiteit verantwoordelijk ben;
- 391 Het principiële verschil tussen object-ander en subject-ander komt uitsluitend hieruit voort dat de subject-ander als zodanig geenszins kan worden gekend en zelfs niet bedacht:
- er bestaat geen probleem ten aanzien van de kennis van de subject-ander en de voorwerpen van de wereld verwijzen niet naar zijn subjectiviteit;
- ze hebben slechts (naar mijn zelfheid overschreden) betekenis van het midden in de wereld wegvloeien betrekking op zijn objectiteit in de wereld
- er bestaat geen probleem ten aanzien van de kennis van de subject-ander en de voorwerpen van de wereld verwijzen niet naar zijn subjectiviteit;
zie ook http://defusie.net/sartre-als-smoes-over-vrijheid-en-verantwoordelijkheid/
- 392 Wil dat zeggen dat we de behavioristen gelijk moeten geven?
- Beslist niet, want door de mens uitgaande van diens situatie te interpreteren
- verliezen de behavioristen zijn belangrijkste kenmerk, de getranscendeerde transcendentie uit het oog
- 395 Sartre vraagt zich af: Waarom zijn er anderen?
29-08-2020 Antwoord op deze vraag: ik kan anderen waarnemen
- 397 Hegel lijkt dus gelijk te hebben: het standpunt van de totaliteit is het standpunt van het zijn, het ware standpunt
- 399 /// JST Maar omdat er niets is waardoor het kan worden gefundeerd, geen specifiek bewustzijn en geen bewustzijn een uiteenvallende totaliteit, verschijnt het als loutere en onherleidbare contingentie,
- als het feit dat het,
- wil de ander bestaan,
- niet voldoende is dat ik uit mij de ander ontken,
- maar dat bovendien de ander uit zichzelf mij moet ontkennen,
- gelijktijdig naar mijn eigen ontkenning
-
- Het is de niet noodzakelijkheid van het voor-de-ander-zijn
-
29-08-2020 Ik ben alleen zeker van het feit DAT ik kan denken dat ik besta
- 399 /// JST We komen dus tot de volgende tegenstrijdige conclusie:
- het voor-de-ander-zijn slechts zijn als het wordt geweest door een totaliteit die teloorgaat omdat het opdoemt,
- wat ons ertoe zal brengen het bestaan en de passie van de geest te postuleren
- Maar anderzijds kan het voor-de-ander-zijn slechts bestaan als een ongrijpbaar uitwendigheids-niet-zijn bevat dat door geen enkele totaliteit,
- zelfs al was deze de geest,
- kan worden voortgebracht en gefundeerd
- 400 We hebben geleerd dat het bestaan van de ander evident in en door het feit van mijn objectiviteit wordt ervaren
- En we hebben ook gezien dat mijn reactie op mijn eigen vervreemding voor de andere tot uiting komt in het vatten van de ander als object
- Kortom, de ander kan voor ons bestaan in twee gestalten:
- als ik hem evident ervaar, slaag ik er niet in hem te kennen
- als ik op hen inwerkt, rijd ik slechts zijn object-zijn en zijn waarschijnlijke bestaan midden in de wereld
-
-
- van die twee gestalten is geen enkele synthese mogelijk
-
-