laatste wijziging: 31-07-2020
4 – Politieke en psychische degeneratie
H 4 126 Politieke en psychische degeneratie (achteruitgang)
126 Aan Plato’s bespreking van politieke en psychische achteruitgang van nu twee teksten vooraf met door hem bewerkte mythen over de ideale samenleving. In de eerste, uit de staat, is “een vreemdeling” aan het woord. In zijn verhaal zijn de korte opmerkingen en vragen van zijn gesprekspartner deels verwerkt
126 De twee omwentelingen van de kosmos
- 126 Een van de vele verhalen die men van oudsher verteld en zal blijven vertellen gaat over het wonder dat plaatsvond bij wat “de ruzie van Atreus en Thyestes” heet
- zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Staatsman_(Plato)#Mythe_(268d_-_274e)
- [expand title=”De mythe van de draairichting van het universum”] Mythe (268d – 274e) ::: Plato last nu een mythe van eigen vinding in, volgens welke het hele universum van tijd tot tijd van draairichting verandert, zodat bijvoorbeeld de zon in het westen opkomt en ondergaat in het oosten. In zo’n periode worden mensen steeds jonger, en hun sterven is een in de grond verdwijnen. Dit is de periode dat de Goden de wereld met hun zorg begeleiden, waarin alle dieren tam zijn, en de menselijke geboorte niet plaatsvindt middels moeizame baring, maar mensen, gelijk gras, uit de aarde ontstaan. Zo’n periode houdt op wanneer de God het universum loslaat en aan zijn eigen lot overlaat. Aanvankelijk staat het universum dan nog wel onder invloed van hetgeen het in de vorige periode heeft meegemaakt, maar allengs gaat het noodzakelijkerwijs bergafwaarts.De ‘les‘ die uit deze mythe getrokken moet worden, is dat de koning, die zojuist gedefinieerd werd, te veel trekken had van een goddelijke herder, het beeld was te idyllisch voor de tijd waarin we nu leven. Zo is bijvoorbeeld helemaal vergeten een onderscheid te maken tussen een tiran en een koning, dat wil zeggen hij die met geweld zijn gezag moet afdwingen, en hij die regeert met instemming van zijn onderdanen. Ook hetgeen verderop wordt gezegd (300c en 301e), dat de ideale staatsman weliswaar regeert op grond van (perfecte) kennis en daar genoeg aan heeft, maar dat in onze wereld daarvoor in de plaats wetten zijn gekomen, is een element dat deze mythe heeft voorbereid.[/expand]
- 127 Het heelal […] begin dan vanzelf in tegenovergestelde richting te draaien
- 127 Rest alleen de mogelijkheid dat het heelal in de ene periode van buitenaf door een goddelijke kracht wordt geleid, daarbij opnieuw leven en herstelde onsterfelijkheid van zijn maker ontvangend oma en in de andere periode, wanneer het wordt losgelaten, zichzelf in beweging houdt
- 128 We hebben vastgesteld dat het heelal nu eens in zijn tegenwoordige richting wentelt en dan weer in het tegenovergestelde
- 130 Dat het leven van de mensen vanzelf ging, had de volgende reden: Zij stonden onder toezicht van God die hen zelf hoe de, zoals nu de mens, een wezen dat zich door zijn goddelijkheid onderscheidt, zelf weer andere soorten hoed van lagere orde dan hij
- 130 Zo was dus het leven van de mensen in Kronos’ tijd
- 130 Die pleegkinderen van van Kronos beschikken over veel vrije tijd en over het vermogen niet alleen met mensen, maar ook met dieren van gedachten te wisselen
- 131 Laten we liever de rede noemen waarom we deze mythe tot leven hebben gewekt, dan kunnen we ons verhaal verder afmaken
- 131 Want toen de tijd voor dat alles vervuld was en er een verandering moest komen, en dus ook dat geslacht uit de aarde inmiddels geheel was opgeraakt omdat elke psyche al zijn geboorten had meegemaakt en evenveel keren als hem was opgedragen als zaag in de aarde was gevallen, op dat moment dus die de stuurman van het heelal als het ware het roerloos om zich van zijn eigen uitkijkpost terug te trekken, en zo werd het heelal door het noodlot en zijn aangeboren verlangen teruggedraaid
- 133 Daarmee hebben dan nu het punt bereikt waarvoor dit hele verhaal hebben verteld
- 134 Zo komt het dus dat die geschenken van de goden uit de oude verhalen ons zijn gegeven samen met de noodzakelijke uitleg en opleiding. […] Want in navolging van het kosmische voorbeeld leven en ontstaan wij, nu eens op deze, dan op die manier, tot in eeuwigheid
134 Na de zondvloed
- 134 Over het algemeen neemt men aan dat in het verleden veel rampen hebben plaatsgevonden
- 135 Naarmate de tijd verstreek en onze soort talrijke werd […]
- vergelijk dit met Harari :: de jager-verzamelaars
- 136 Verder waren ook partijstrijd en oorlog gedurende die tijd om verschillende redenen uitgestorven. Om te beginnen waar die mensen door hun eenzaamheid op elkaar gesteld en ontving onze elkaar hartelijk
- 137 In een samenleving die geen rijkdommen in geen armoede kent ontwikkelende mensen zich het best, omdat daar geen misdaad en geweld en al evenmin jaloezie en nijd is
- 137 DIALOOG :: “de staat” op arsfloreat.nl 372 d
- 137 Wat voor leven leiden mensen onder zulke omstandigheden?
138 De eerzuchtige staat
https://www.trouw.nl/cultuur-media/plato-s-proeve-van-totalitair-denken~b2378dec/
138 Plato onderscheidt 3 psychologische typen:
- zijn ideale wetenschapsmens,
- het eerzuchtige type en het
- het materialistische type
- DIALOOG :: “de staat” op arsfloreat.nl 545 a 576 c
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Staat_(Plato)#Vijf_staatsvormen
- [expand title = “5 staatsvormen”] Aristocratie of koninklijk: wordt bestuurd door de ‘besten’ (ἄριστος, áristos = excellent). Dat zijn degenen die in filosofisch en militair opzicht de beste prestaties geleverd hebben. Timocratie: wordt bestuurd door militairen, vergelijkbaar met het toenmalige Spartaanse systeem. In deze staatsvorm gaan de filosofische kwaliteiten wel verloren en nemen de onderlinge twisten toe. Oligarchie: wordt bestuurd door rijken. Plato wil niet dat rijkdom de maatschappelijke positie bepaalt. Democratie: wordt meestal bestuurd door ‘darren’. Zoals darren een pest zijn voor de bijenkolonie, zijn deze mensen een pest voor de samenleving. Er zijn darren met angel (criminelen) en darren zonder angel (bedelaars). In een democratie is er te veel vrijheid, waardoor zij zal leiden naar tirannie. Tirannie: wordt bestuurd door een tiran. Het volk geeft zijn macht over aan één persoon en moet zich dan aan hem onderwerpen. Dit resulteert onvermijdelijk in uitbuiting en slavernij. Tirannie is volgens de Politeia de hoogste vorm van immoraliteit. [/expand]
141 Het eerzuchtige individu
- 139 Hoe zal nu onze staat kan worden aangetast? Hoe zullen militie en regering met elkaar en onderling in conflict komen? met een staat die zo is samengesteld zal dat niet licht gebeuren, maar omdat alles wat ontstaat nu eenmaal vergaat, zal ook zo’n systeem niet eeuwig blijven bestaan, maar uiteenvallen
- 139 Eens komt het moment waarop een nieuwe generatie de geestelijke vorming zal verwaarlozen
- 139 Je kunt er wel van uitgaan dat daarin de oorsprong ligt van partijstrijd, waar die telkens ook plaatsvindt
- 140 Die staatsvorm zal ongeveer het midden houden tussen ideale staat en oligarchie
14-02-2020 Wat een voorspelling! Trump, Poetin versus Merkel en Blair . . .
- 141 Het meest opvallend bij deze gemengde staatsvorm is in elk geval als gevolg van de overheersende plaats van het wilskrachtige element 1 ding: eerzucht
- 141 Wie is nu de man die bij deze regeringsvorm hoort?
- Hoe ontstaat hij en wat is [expand title=”zijn karakter?”] Zo iemand moet meer met zichzelf ingenomen zijn dan Glaucon en minder interesse hebben voor cultuur, al houdt hij dan wel van muziek. Hij zal graag luisteren naar redevoeringen, maar is zelf helemaal geen spreker. [549a] Voor zijn ondergeschikten is zo iemand wreed en hij houdt het niet bij een berisping, zoals een beschaafd mens doet. Tegenover vrije mensen gedraagt hij zich meegaand, voor hoger geplaatsten kruipt hij door het stof. Hij is heerszuchtig en ambitieus. (ALEXANDER) Hij baseert zijn aanspraken op macht, niet op redenaarstalent of dergelijke capaciteiten. Goede prestaties in de oorlog en in de voorbereiding op de oorlog zijn het enige dat telt. Hij moet ook een liefhebber zijn van sport en jacht. – Ja, zei hij, dat is inderdaad de mentaliteit die bij dat staatsbestel past. [b] – Wat rijkdom betreft, ging ik verder, die zal hij minachten in zijn jeugd, maar hoe ouder hij wordt des te meer zal hij die gaan waarderen, omdat er in zijn aard een hang naar weelde is. Zijn deugd wordt namelijk niet bewaakt door de beste wachter die er is. – Welke wachter is dat? vroeg Adeimantos. – De rede gekoppeld aan muzische vorming, zei ik. Alleen wie over deze rede beschikt, zal een leven lang deugdzaam kunnen zijn. – Goed gesproken, zei hij. – Dit is dus het karakter van de ambitieuze mens, het evenbeeld van een timocratische samenleving, zei ik. – Ten voeten uit. [c] – Hij ontstaat ongeveer op deze manier, zei ik. Soms is hij de jongste zoon van een goede vader. Ze wonen in een slecht bestuurde maatschappij en de vader gaat uit de weg voor eerbewijzen, regeringsfuncties, processen en al dat gedoe, en voor de lieve vrede ziet hij van zijn rechten af. – Maar hoe ontwikkelt de zoon zich? zei hij. – Hij hoort om te beginnen zijn moeder klagen dat [d] haar echtgenoot niet in de regering zit, waardoor ze bij andere vrouwen niet meetelt. Verder ziet ze dat hij helemaal niet is geïnteresseerd in geld, en dat hij niet procedeert voor de rechtbank voor zijn eigen belang of 434 bekvecht in de volksvergadering, want dat soort dingen laten hem koud. Ze merkt op dat hij altijd in gedachten verzonken is en haar niet alle aandacht schenkt, zonder haar echter te verwaarlozen. Vanwege al deze ergernissen zegt ze tegen haar zoon dat zijn vader geen echte [e] man is en veel te slap, met die bekende klaagzangen die vrouwen zo graag aanheffen. – Ja, daar komt geen eind aan, zei Adeimantos, daar zijn het vrouwen voor. – Ge weet wel, zei ik, dat ook de huisslaven van zulke vaders soms met de beste bedoelingen heimelijk dezelfde dingen tegen de zonen zeggen. Als ze zien dat de vader een wanbetaler of een ander die hem onrecht aandoet, niet aanpakt, dringen ze er bij de zoon op aan zich op al [550a] deze lieden te wreken, zodra hij volwassen is, en zich dan meer man te tonen dan zijn vader. Buitenshuis komt de jongen dergelijke opvattingen ook tegen: mensen die zich in de gemeenschap alleen met hun eigen zaken bemoeien, worden geringschattend doetjes genoemd, terwijl bemoeiallen eer en lof ontvangen. Wanneer de jongen dit alles opmerkt, en aan de andere kant naar zijn vader luistert en van dichtbij ziet wat diens bedoelingen zijn vergeleken bij die van anderen, voelt hij zich tot beide kanten aangetrokken: door zijn vader die voedsel [b] geeft waardoor het redelijke beginsel in zijn ziel groeit, en door de anderen die een vurige begeerte in hem aanwakkeren. In wezen is hij geen slecht mens, maar hij verkeert in slecht gezelschap. Omdat hij heen en weer geslingerd wordt, kiest hij voor een middenweg tussen die twee: hij laat zich beheersen door eerzucht en gedrevenheid. Zo wordt hij een eerzuchtig en hooghartig mens. – Voor mijn gevoel hebt ge uitstekend beschreven hoe zo iemand ontstaat, zei hij. 435 [c] – [/expand]
- 143 Dan hebben we dus nu de tweede regeringsvorm en het tweede type mens, zei ik.
- Inderdaad, zei hij. – Zullen we ons nu verder inlaten met een ander type mens, dat – om met Aischylos te spreken – voor de poort van een nieuw soort gemeenschap staat, of volgens ons oorspronkelijke plan eerst het bijbehorende type gemeenschap bespreken?
- Het laatste natuurlijk, zei hij.
143 De oligarchie
- 143 De volgende regeringsvorm moet, dunkt me, de oligarchie zijn.
- 143 – Leg me eens uit wat voor een instelling [expand title=”een oligarchie is“] De regeringsvorm die is gebaseerd op rijkdom en [550 d] waarin de rijken de macht hebben, zodat de arme is uitgesloten van de regering, zei ik. – Ik begrijp het, zei hij. – Moeten we dan niet eerst bespreken hoe een timocratie verandert in een oligarchie? – Goed. – Zelfs voor een blinde is het duidelijk hoe die verandering in zijn werk gaat, zei ik. – Hoe dan? – De oorzaak is dat iedereen zijn eigen schatkamer heeft die hij met goud vult. Die schatkamers worden de ondergang van deze regeringsvorm, zei ik. Om te beginnen zoeken de mannen voor zichzelf allerlei vormen van verkwisting en ze verdraaien voor dat doel de wetten, omdat zij net zo min als hun vrouwen de wet gehoorzamen. – Dat is waarschijnlijk, zei hij. – Omdat iedereen naar zijn buurman kijkt en meer wil hebben dan zijn buurman, bereiken de hebzuchtigen dat de meerderheid hun hebzucht overneemt. Ze gaan maar -436- door met het verzamelen van schatten, en hoe meer waarde ze daaraan hechten, des te minder hechten ze aan deugd. Staat deugd niet tegenover bezit? Het lijkt alsof deugd en bezit beide op een weegschaal liggen waarbij ieder de balans in tegenovergestelde richting doet doorslaan. – Dat is zo, zei hij. – Als het in de gemeenschap gaat om bezit, zodat de rijken hoog in aanzien staan, dan gaat dat ten koste van het goede in de mens, en goede mensen zullen dan ook minder in tel zijn. – Dat is duidelijk. – Je doet je best voor wat je waardeert, en wat je niets [551 a] waard vindt, laat je links liggen. – Inderdaad. – Dus de mensen zullen gaandeweg hun wil om te overwinnen en hun geldingsdrang inruilen voor winstbejag en geldzucht. Ze steken de loftrompet over de rijke, ze vergapen zich aan hem en geven hem de hoogste positie in de maatschappij, terwijl ze de arme minachten. – Zeker, dat is zo. [551 b] – Dan is de tijd aangebroken dat ze een wet instellen, waarin wordt voorgeschreven wie er tot de kleine kring van machthebbers mag worden toegelaten. De norm daarvoor is bezit, en hoe kleiner de kring van machthebbers is, des te meer bezit is er nodig om er een te worden. Wie niet rijk genoeg is, mag niet meeregeren. Deze wet drukken ze door met behulp van geweld of intimidatie. Dat is toch de manier om een dergelijk staatsbestel in te voeren? – Ja zeker. – Zo komt de gevestigde orde tot stand, nietwaar? – Ja, zei hij. Maar hoe zit zo’n samenleving in elkaar, [551 c] en wat zijn de nadelen die we eraan toeschrijven? 437 – Neem nu alleen al het principe waarop die gevestigde orde berust. Stelt u zich eens voor dat ge iemand tot kapitein maakt omdat hij zo rijk is, terwijl de arme thuis moet blijven, ook al is hij nog zo geschikt om kapitein te worden. – Dat zou niet goed voor de zeevaart zijn, zei hij. – Geschiktheid is toch het enig juiste criterium bij het toewijzen van welke leidinggevende positie dan ook? – Dat zou ik wel denken. – Geldt dat dan niet als het gaat om leiders van de gemeenschap? vroeg ik. – Juist wel, zei hij, we hebben maar al te veel behoefte aan geschikte leiders, want het leiding geven aan de gemeenschap is de zwaarste en belangrijkste functie die er is. [551 d] – Op deze manier hebben we een tekortkoming van deze maatschappelijke ordening gevonden. – Ja, dat is zo. – Goed, maar ik weet er nog wel een, en die is minstens even belangrijk. – O ja? – Er ontstaan noodzakelijkerwijs twee gemeenschappen in plaats van een: die van de armen en die van de rijken. Ze wonen dan wel bij elkaar, maar ze hebben het ook op elkaar gemunt. – Ja, zei hij, dat is minstens even erg. – En dan heb ik nog zoiets fraais: zo’n samenleving is misschien niet eens in staat oorlog te voeren, want dan moeten de armen ook worden bewapend. Daardoor [551 e] worden ze in de ogen van de rijken nog gevaarlijker dan de vijand van buiten. Maar als ze geen wapens krijgen, staat de rijke alleen op het slagveld, met nog een paar mede-machthebbers. Bovendien wil niemand de oorlog financieren, want iedereen houdt zijn eigen buidel dicht. [/expand]
- 144 Dat is dan natuurlijk het moment waarop men de wet uitvaardigt die kenmerkend is voor de oligarchische constitutie, waarbij een bepaald bedrag wordt vastgesteld, hoger naarmate het oligarchische karakter sterker is, en voor iedereen wiens vermogen de vastgestelde grens niet haalt de politieke rechten vervallen
- 144 Wat is nu het karakter van zo’n constitutie?
- 144 Altijd zijn er twee partijen, rijk en arm, leven op dezelfde plaats, elkaar steeds de laar
- 145 552 c De angellozen (armen) onder hen eindigen we leven in armoede
151009-Plato-Politeia-57-438 Dat ziet er dan niet goed uit.rtf
146 De zuinige zakenman
- 146 Laten we dan nu kijken naar het individu dat deze staatsvorm leidt en nagaan hoe zich dat ontwikkelt wat voor karakter heeft
- 146 Wat denk je, zou het ambitieuze individu die ongeveer als volgt veranderde in een oligarchisch type?
- 147 Dit lijkt me de snelste en krachtigste manier om van een ambitieuze jongen nog realistische volwassenen te maken, de oligarchische mens
- 147 Een punt van overeenkomst is in ieder geval dat hem alles om geld draait
- 148 Het spreek vanzelf dat zo’n individu nooit vrij kan zijn van innerlijke tegenspraak
- 148 In hem staan begeerten tegenover begeerten
149 De democratische supermarkt
- 149 Dan zijn we nu blijkbaar toe aan de democratie en de vraag naar zijn ontstaan in karakter oma zodat we ook inzicht kunnen krijgen in het karakter van de democratische mens die ter beoordeling ernaast kunnen zetten
- 149 Hieruit blijkt meteen dat in een maatschappij waarin alles draait om geld de bevolking onmogelijk tegelijk voldoende matiging kan opbrengen en onvermijdelijk over een verwaarloost of het andere
- 150 Doordat ze aan rente een veelvoud van het uitgeleende geld in een groei in die maatschappij het aantal armen en rijken
- 150 Wanneer […] dus onder die omstandigheden rijk en arm met elkaar in aanraking komen […] Wat denk je oma zal hij dan niet menen dat het aan de lafheid van zijn eigen groep is te wijten zulke mensen rijk zijn?
- 151 […] en de ziekte van de klassenstrijd breekt uit ( noot JST Marx …. )
- 151 Op welke manier leven ze nu in een democratische samenleving?
- 151 In de eerste plaats heeft iedereen er politieke rechten
- 152 Als je een staat wil opzetten, zoals wijzelf zojuist negen, ziet het ernaar uit dat die beslist na een democratisch land moet gaan om in die politieke supermarkt de vorm die je bevalt uit te kiezen en op grond daarvan de samenleving te ontwerpen
- 153 Goed, die en daaraan verwante toestanden zal de democratie dus kennen
153 Het gelijke rechten type
- 153 […] de zogenaamde niet-noodzakelijke behoeften dus
- 153 Maar zullen we eerst bepalen wat noodzakelijke behoeften zijn en wat niet?
- 154 Laten we van beide soorten een voorbeeld noemen om een idee te krijgen
- De behoefte om te eten (versus obesitas)
- De niet-noodzakelijke behoeften (chips / chocolade et cetera )
- 154 Wanneer een jongen (Het “Alexander type”) van de woning van de darm proeft en in aanraking komt met allerlei soorten van genot, dáár moeten we volgens mij begin zien van de ontwikkeling waarbij in zijn psyche de oligarchische constitutie plaats maakt voor een democratische
- 155 De eerste keer zal het democratische element nog wel voor het oligarchische wijken
- 156 […] nutteloze verlangens naar genot (bij zo’n jongen) krijgen vrij spel.
157 De dictatuur
Rest ons dan nog de behandeling van de mooiste constitutie en de mooiste mens, dictatuur en dictator.
166 De dictatoriale verslaafde
- 166 Tot de niet noodzakelijke grootse ervaringen in behoeften behoren volgens mij ook bepaalde immorele begeerten die ieder mens in aanleg gelijk te hebben maar die, in bedwang gehouden door wetten en normen en door de betere verlangens met behulp van het verstand, bij sommige mensen of helemaal verdwijnen of in een gering aantal en zwak overblijven, maar bij anderen sterker en talrijker zijn
- 166 De dictator wordt een slaaf van zijn begeerte