009 Voorwoord

bladzijde 9 tot en met 55

---

BEGRIPPEN

• menen
• voor zich : gereflecteerd – bewust zijn
• op zich : nog niet gereflecteerd – dus een ding 
• waarheid

---

• 10 Hoe vaster de mening ##
• 10 NOOT : “Menen” heeft voor Hegel
• 11 De termen “voor zich” , “op zich” en “op en voor zich” spelen
• 12 De ware gestalte
  • Het van het Grieks afgeleide
• 12 NOOT Hegel doelt hier op denkbeelden

29-12-2020 Waarheid kan alleen vanuit sociologisch standpunt worden begrepen

• 17 Twee partijen:
  • De verlichters, de encyclopedisten, de samenstellers van compendia van empirische gegevens
  • De romantici
• 18 Hegel gebruikt het woord “wetenschap” meestal voor zijn filosofisch systeem
• 18 De beschouwing ##
• 19 /// JST Volgens mijn inzicht ##
  • object
  • subject
• 20 /// JST Wanneer ik zeg “alle dieren”, houdt
• 21 Hoewel het embryo op zich (JST als ding) mens is,
• 21 De rede is het doelmatige doen

 

• 23 Uit het voorgaande concludeert Hegel:
  • 23 het weten is als wetenschap
  • 23 een zogenaamd
• 23 Dat het ware alleen als systeem werkelijk is, of ##
• 24 De geest die zichzelf
• 24 Het begin van de
• 24 /// JST Het standpunt van het bewustzijn bestaat

 

• 25 Dit worden van de wetenschap

30-12-2020 Definitie van wetenschap :

• 25 Om tot eigenlijk weten te komen
• 26 Het doel is het inzicht

 

• 27 Wat nog rest is de voorstelling van, en de bekendheid met de vormen
• 28 Het analyseren van een

30-12-2020 Ik zie een stoel, de vorm is mij bekend. De stoel die ik zie is een afgeleide van de “vorm : stoel”

• 30 NOOT : De fenomenologie is de weg ##
• 30 Het onmiddellijke er-zijn van de geest, het bewustzijn, heeft twee
• 30 Aangezien in dit element

 

• 32 Het ware en het onware behoren ##
• 33 In de uitdrukking “In alle onwaarheid zit wel iets waars” worden
  • NOOT : toespeling op de identiteitsfilosofie van Schelling 
    • Schelling : “Alles wat is, is op zichzelf een”
• 33 Maar de aard van zulke (JST wiskundige) zogenoemde waarheden verschilt van de aard van filosofische waarheden

31-12-2020 uitweiding over de axioma’s (onbewezen stellingen) van de wiskunde. Axioma’s van de werkelijkheid zijn niet te bewijzen

• 35 Het materiaal waarover de wiskunde haar

ruimte	numeriek

• 37 /// JST wat nu de tijd betreft
• 37 De filosofie daarentegen
• 39 Toen de kantiaanse, alleen
  • nog onbegrepen drievoudigheid tot haar
  • 39 NOOT : Kant had de
• 39 Dit    formalisme  , waarover  reeds eerder in het algemeen gesproken is
• 40 […]  deze uiterlijke en lege toepassing
• 43 /// JST En doordat ##
• 44 De filosofen na Anaxagoras begrepen de natuur
  • 44 NOOT : De voor-socratische filosoof Anaxagoras zag in de rede (nous) een

 

• 45 Bij de studie van de wetenschap gaat het er
• 45 Voor de gewoonte om aan de hand van voorstellingen
• 46 Met betrekking tot het redenerende denken ##
• 46 In het begrijpende denken behoort het negatieve tot de inhoud zelf 
  • 46 Dit denken heeft
• 48 /// JST […] En zo is het ook wanneer
• 49 Een moeilijkheid die vermeden
• 49 In feite heeft ook
  • Dialectiek    is in het algemeen gezegd
    • een redeneervorm die door middel van het gebruik van tegenstellingen naar waarheid probeert te zoeken,
    • een metafysica volgens welke zowel het denken als de wereld verandert (zich ontwikkelt) ten gevolge van tegenstellingen (Herakleitos, Hegel, Marx en navolgers).
• dialectiek
• 50 Net zo hinderlijk
• 51 Niet iedereen met vingers en ogen
• 52 *** NOOT :
  • Hegel richt zich
• 53 Doordat ik ##
  • 54 *** NOOT :
    • Het waren de neoplatonici Plotinus en vooral Proclus die