091 III Kracht verstand verschijning

Kracht en verstand, verschijning en de bovenzinnelijke wereld

---

bladzijde 91 tot en met 114

---

https://nl.wikipedia.org/wiki/Ph%C3%A4nomenologie_des_Geistes#Het_verstand

Het verstand is de derde vorm van het natuurlijk bewustzijn. In het voorwerp van het verstand is de vooronderstelling van de waarneming opgenomen. Hegel concretiseert dit voorwerp als kracht. Kracht is slechts voor zover ze zich uit, en als ze zich uit, keert ze onmiddellijk weer tot zichzelf terug. Het verstand is het bewustzijn van de moderne natuurwetenschappen die de wet van de natuur probeert te ontdekken. Deze wet stelt hij op als een vergelijking,  X = YZ , waarbij X de eigenlijke, in zichzelf teruggedrongen kracht voorstelt, en Y en Z de wijze waarop zij zich uit. Het verstand verklaart de natuur op tautologische wijze: het stelt een onderscheid (Y en Z), om dit onderscheid vervolgens weer terug te nemen (X). Echter, de vooronderstelling dat de natuur überhaupt wetmatig gestructureerd is, drukt de wet als zodanig niet uit. Dit is een ‘projectie’ van het verstand zelf.

---

• onvoorwaardelijk algemene
• kracht
• bovenzinnelijke wereld 

---

• 91 In de dialectiek
• 91 Dit onvoorwaardelijk algemene, dat
• 92 Aan de hand van
• 92 Omdat evenwel
• 93 […] doordat ze alleen
• 93 Het ene moment
• zelfstandige materies

18-01-2021 1 glas , meerdere glazen (tegen een achtergrond aan van bijvoorbeeld een muur met schilderijen ) :: materies

• 93 De zelfstandig geponeerde materies gaan
• 96 b[…] Voor ons was
• 98 Dit waarachtige wezen

18-01-2021 TO DO vergelijking met de idee “schijn” van Kant

• 98 In dit innerlijk ware

18-01-2021 Plato

• 99 TO DO b 333 Kant  b XXIV theoretische kennis van de rede inperking

 

• 101 Deze twee kanten, de verhouding

https://nl.wikipedia.org/wiki/Aristoteles#Psychologie_/_epistemologie_(of_kennisleer) vorm inhoud

• 102 De bovenzinnelijke wereld
• 105 De onverschilligheid
  • • positieve en negatieve elektriciteit
• 107 […] Het verstand ervaart dus

20-01-2021 Tegenover zwart staat wit, tegenover dag de nacht et cetera. Dialectiek dus

• 110 Uit de voorstelling van
• 110 We zien nu dat de wet
  1. het is iets
  2. Het gesplitste
  3. Als gevolg van  het begrip
• 111 We kunnen deze eenvoudige oneindigheid, of het absolute begrip, het eenvoudige wezen van het leven, de ziel van de wereld of het algemene bloed noemen, ##
• 111 Deze oneindigheid
• 112 […] en omdat die oneindigheid uiteindelijk
• 113 Aangezien dit begrip “oneindigheid” voorwerp is