laatste wijziging: 27-03-2021
384 c geweten – ziel
VI De geest
365 C De van zichzelf zekere geest. De moraliteit
384 c Het geweten, de schone ziel, het kwaad en zijn vergeving
- bladzijde 384 tot en met 408
- 384 De tegenspraak #
- 384 /// JST Op zich evenwel
- 387 Het geweten doet
- 387 Het geweten daarentegen
- 387 Het geweten heeft
Het geweten ( “bij of met zichzelf weten”) vergelijkt een aangeleerde of ingeboren ethische norm met een praktische situatie.
- 388 Dit op-zich #
- 388 De handeling is erkend
- 389 Als we op de sfeer
https://www.jstor.org/stable/40886843?seq=1 op-en-voor-zich
- 389 Als we het geweten beschouwen
- 391 Een individu vergroot
- 392 […] Het is eerder zo
210326 Hegels begrip van het verstand
- 395 Het Zelf doet zijn intrede #
- 395 Het element van
- 400 Wanneer de tegenstelling ##
- 401[…] de huichelarij moet ontmaskerd worden
- 401 […] aangezien het eenzijdige
- 404 Maar op de bekentenis van het kwaad #
- 406 Het woord van de verzoening
- de absolute geest is
- 408 Door deze ##