laatste wijziging: 28-01-2022
4 Zegeningen van het liberale tijdperk
- A Emancipatie van de private sfeer
- B gestage toename van het welvaartspeil
- C Meer politiek volwassen burgers.
- D Een beter opgeleide bevolking
- E De digitalisering van het bestaan
In dit hoofdstuk wordt aangegeven dat er een onderscheid kan worden gemaakt in de categorisatie van effecten die het liberalisme teweeg brengt, namelijk effecten die door veel mensen als positief worden gezien; effecten die zorgelijk lijken te zijn en effecten die eerder neutraal, ambivalent of controversieel lijken.
In dit hoofdstuk worden de welkome effecten besproken.
.
A Emancipatie van de private sfeer
- 86 Een van de onderdelen daarvan is dat de gemiddelde levensverwachting is gestegen. Dit wordt ondersteund door het gegeven dat mensen meer bezig zijn met het uitoefenen van sport(en).
- 90 Daarnaast geven veel Nederlanders zich sneller aan genot over dan vroeger en wordt meer waarde gehecht aan persoonlijke voorkeuren en de eigen persoonlijkheid.
.
B gestage toename van het welvaartspeil
- 91 Een ander positief gevolg is dat er sinds de periode na de Tweede Wereldoorlog een gestage toename van het welvaartspeil heeft plaatsgevonden, met daarmee gepaard gaand een gestage toename van de productiviteit.
- 91 Deze hangt samen met een betere bedrijfsvoering en sociale omstandigheden zoals goed overleg met werkgevers.
- 92 De welvaartsgroei die plaatsvond kwam voort uit toegenomen productiviteit en ontstond doordat het particuliere ondernemerschap populair werd en zich ontwikkelde.
- 93 Kijkend naar de inkomens van de Nederlanders, blijkt dat Nederland tot op zekere hoogte kan worden aangemerkt als een egalitaire samenleving.
- 94 Ook was de afgelopen halve eeuw er een waarin de verzorgingsstaat zich ontwikkelde, doordat veel vormen van zorg waren overgenomen door de staat.
.
C Meer politiek volwassen burgers
- 95 Een derde positief effect is dat de politieke participatie onder de Nederlanders is toegenomen.
- 97 Uit onderzoek blijkt dat burgers door de jaren heen steeds minder tevreden zijn geworden over het functioneren van de democratie, maar dit heeft er niet toe geleid dat zij ook minder betrokken zijn bij de politiek. Integendeel. aangezien de politieke interesse onder hen juist toenam.
- 98 Nederlanders koesteren hun vrijheid van meningsuiting en demonstraties, stakingen en publicaties worden gebruikt door hen om hun stem te laten hoor. De belangstelling voor nieuwe vormen van politieke deelname nam de afgelopen halve eeuw dus toe.
.
D Een beter opgeleide bevolking
- 100 Daarbij is een vierde effect dat de bevolking over het algemeen beter opgeleid is dan voorheen.
- 100 Dit wordt onder andere ondersteund door onderzoek op basis van gegevens van StatLine, waaruit blijkt dat het aantal jongeren dat een hbo- of wo-opleiding volgt stijgt. Daarbij ontwikkelen de burgers in de huidige moderne samenleving een assertieve stijl, waardoor het gevoel van eigenwaarde hoog ontwikkeld is en men graag voor de eigen denkbeelden en belangen opkomt.
- 103 Hierdoor willen burgers in toenemende mate gerespecteerd worden. Dit kan gezien worden als een positieve ontwikkeling, doordat men zijn stem laat horen en minder snel tevreden is waardoor men zich minder snel bij overheidsbesluiten neerlegt.
E De digitalisering van het bestaan
- 105 Het vijfde effect is dat van de digitale revolutie en de gevolgen die deze teweeg brengen.
- 105 Tegenwoordig heeft bijna iedereen een telefoon. Deze revolutie gaat samen met een groei van snelheid. bereik en schaal, maar confronteert ons ook met nieuwe verschijnselen.
- 106 Het leidt tot het ontstaan van ondernemingen als Google, Apple en Amazon die en aanbod op digitale wijze samenbrengen en diensten uit brengen die klanten nauwelijks kunnen weigeren.
- De digitale revolutie brengt ook negatieve gevolgen met zich mee zoals verslaving aan sociale media onder jongeren, maar ook onder volwassenen.
Dit zijn de positieve effecten, maar Van den Brink benoemt dat we niet in een sprookje leven en ook de negatieve kanten belicht dienen te worden, een taak die hij in hoofdstuk 5 op zich neemt.