laatste wijziging: 08-01-2023
125 131 De ervaring en het objectieve denken
De ervaring en het objectieve denken; het probleem van het lichaam
Bladzijde 125 tot en met 131
- 125 Onze waarneming ###
- 125 Ik kan een object bekijken vanuit verschillende invalshoeken
- 125 […] wat ik bedoel is dit: ik krijg toegang tot het object via de “blik“, die even ##
- 126 Zien betekent ###
- 126 Zo is ieder object ##
- Wanneer ik een lamp ####
- 127 Onze eerdere formulering ###
- 127 Wat wij zojuist over het ruimtelijk perspectief beweerden
- tijdsperspectief
- 127 Ik zie een bepaald punt in mijn “duur”
- Een van de centrale noties in de filosofie van Bergson is zijn conceptie van tijd, die hij aanduidt met la durée, oftewel de duur.
- 127 […] het object vanuit alle tijdsmomenten gezien, ##
- horizonstructuur
- 128 Dankzij de dubbele horizon van retentie en protentie ###
Bij het lezen van een zin begrijpt men de laatste woorden door de net gelezen woorden nog in het bewustzijn te houden. Dit noemt Husserl retentie. Daartegenover staat dat we ook steeds vooruitgrijpen: als men een lied hoort op de radio, dan grijpt men ook steeds vooruit op wat nog moet komen (men ‘hoort’ het refrein al bij de eerste tonen). Dit noemt Husserl protentie.
- 128 Als ik, bij het beeld van mijn eigen blik ####
- 129 Het huis heeft zijn waterleidingen, ##
- 129 Wij laten ons geheugen op een onmetelijk Werkgeheugen steunen, waarin ##
- 129 Ik beschouw mijn lichaam =, dat ###
- 130 Daarmee wordt de ####
- 130 Ik maak mij los van mijn ervaring en voltrek de overgang naar de idee
- 130 Ik hou me (dan) niet meer ##
- NOOT 118Descartes : Wat ik met mijn ogen
- 131 We zullen zien dat het eigen lichaam ####