I Het doel v h menselijk bestaan : geluk
Bladzijde 20 tot en met 49
Boek 1 : Het doel van het menselijk bestaan is geluk
23-01-2016 Voor de eerste keer gelezen
22-03-2023 Leesgroepje : met Fokke en Corrie.
28-04-2023
10-05-2023
- Inleiding Boek 1
- 1-1 Elke rationele activiteit is gericht op een goed of doel
- 1-2 Opvattingen over de aard van het goede
- 1-3 Kritiek op de gangbare opvattingen over geluk
- 1-4 Kritiek Kritiek op Plato”s idee over het goede
- 1-5 De aard van het goede
- 1-6 Het goede ligt in de eigen taak van de mens
- —– Wikipedia : Het functie-argument
- 1-7 Onze definitie geeft een schets van het hoogste goed
- 1-8 De definitie komt overeen met de opvattingen over geluk
- 1-9 Onze definitie bevat alle vereisten voor geluk
- 1-10 Goddelijke beschikking, lot of eigen inspanning
- 1-11 Kan men iemand tijdens zijn leven gelukkig noemen?
- 1-12 Geluk is een hoogst achtenwaardig en goddelijk goed
- 1-13 Inleiding tot het onderzoek naar voortreffelijkheid
- —– Ethiek – stromingen
.
Inleiding Boek 1
Bladzijde 20 tot en met 24
.
1-1 Elke rationele activiteit is gericht op een goed of doel
- 25 1094 a 00 Elke rationele activiteit is gericht op een goed of doel
- NOOT 1
- Het doel van fluit spelen is het spelen zelf, het doel van bouwen daarentegen is een gebouw
- Aristoteles maakt hier het onderscheid tussen de
- immanente activiteit : deze is zinvol op zichzelf omdat ze niet is gericht op een extern doel, product of resultaat.
- transitieve activiteit : (Poësis) : handelingen gericht op iets dat buiten de handeling ligt.
- Bijvoorbeeld het bouwen is om het doel van een huis te bereiken.
- NOOT 1
22-03-2023 : Fokke: Er is een verschil tussen transitieve werkwoorden (bouwen) en intransitieve werkwoorden (slapen). Je kunt NIET “iets” slapen . . .
- 25 1094 a 05 Als er een doel bestaat buiten de handeling, is het product eigenlijk superieur aan de handeling
- NOOT 2
- Het product of resultaat: een overwinning noemen we niet het product maar het resultaat van een strategie
- NOOT 2
- 25 1094 a 10 Wanneer dergelijke vakbekwaamheden en wetenschappen tot dezelfde discipline behoren [“¦] het vervaardigen van teugels vallen onder de rijkunst; rijkunst op haar beurt onder oorlogsactiviteiten en alle oorlogsactiviteiten vallen onder de strategie
- Alle andere vakbekwaamheden en wetenschappen vallen onder “¦.. [“¦]
- Ook de laatste wordt immers nagestreefd omwille van de eersten.
- En het maakt een verschil over het doel van het handelen de handeling zelf is of iets dat van die handeling onderscheiden is, zoals bij de genoemde wetenschappen
- NOOT 3 :
- Niet alleen de transitieve maar ook de immanente activiteiten worden hiërarchisch geordend volgens het schema van middel en doel.
- Men kan zich echter afvragen of deze laatste niet veeleer tot het niveau van de doeleinden moet worden gerekend.
- Aristoteles beweert niet dat ethische daden middelen zijn om het geluk te verwerven, maar dat ze ingrediënten zijn van het geluk, zoals een dansstap bestandsdeel is van de dans als geheel
- 25 1094 a 24 Zullen wij niet beter in staat zijn te bereiken wat behoorlijk is als wij een doel voor ogen hebben, zoals boogschutters?
- 26 1094 a 29 Men zal zeggen dat dit goed behoort tot de meest gezaghebbende wetenschap, die bij uitstek de leiding heeft. Van dien aard blijkt nu de politieke wetenschap te zijn.
22-03-2023 De ethica gaat vooraf aan de politica
- 26 1094 b 10 Het is weliswaar ook de moeite waard voor één enkel individu het goede te realiseren, maar het is toch edeler en verhevener dit te doen voor een volk of voor een stadstaat
- 27 1095 a 03 Al met al is een jonge man geen geschikt toehoorder van lezingen over politiek.
22-03-2023 Wij zijn door de loop der jaren …..
[karikatuur?]
- 27 1095 a 10 Net als voor voor een onbeheerst mens dient een onrijp mens kennis immers tot niets.
- Wie daarentegen zijn verlangens en handelingen afstemt op een redelijk principe zal heel wat baat vinden bij de kennis van deze materie
.
1-2 Opvattingen over de aard van het goede
27 1095 a 18 Over de naam van dit goed is iedereen het wel ongeveer eens: de meerderheid zo goed als de meer ontwikkelden noemen dit goede geluk.
- 28 1095 a 28 Je kunt spreken van:
- Geluk voor genot
- Geluk voor rijkdom
- Geluk voor aanzien
- 28 1095 a 27 Sommigen (Plato en leden van de academie) meenden dat er naast al die goede dingen nog iets goeds is, dat op zichzelf bestaat en tegelijk verklaart waarom al die andere goede dingen goed zijn.
- Al deze opvattingen onderzoeken is wellicht verspilde moeite, het volstaat de meningen te onderzoeken die het meest gangbaar zijn of een redelijke grond blijken te hebben.
07-03-2023 Uit deze zin blijkt dat Arie kennelijk anders dacht en dat hij daarom na 20 jaar de academie verliet? NOG UITZOEKEN
- 28 1095 b 03 Het mag ons evenwel niet ontgaan dat er een onderscheid bestaat tussen
- uiteenzettingen die van principes uitgaan en
- uiteenzettingen welke tot principes leiden.
- Ja, ook Plato stelde terecht deze vraag en onderzocht of de weg van of na de principes loopt, zoals men In het stadion van de scheidsrechters naar het keerpunt kan lopen ofwel omgekeerd.
22-03-2023 : inductief deductief
- 28 1095 b 08 Wie een goede Vorming heeft genomen, bezit de principes of kan ze gemakkelijk verwerven
22-03-2023 principes lees ik hier als “axioma’s”
.
1-3 Kritiek op de gangbare opvattingen over geluk
- 29 1095 b 15 Te oordelen naar de levensvormen van mensen stelt de meerderheid, de meest ordinaire mensen (zoals te verwachten is) het goede en het geluk kennelijk gelijk aan genot;
-
-
- en daarom houden zij ook van een leven dat gericht is op genieten.
-
- Er zijn immers, zo kan men zeggen, 3 typische levensvormen:
- de zojuist genoemde genot ————- (de hedonist)
- de politieke mens ———————– (de homo politicus)
- de levensvormen gewijd aan studie — (de filosoof)
- NOOT 7
- Plato betoogt in de staat ( 580d2 – 581 e3 ) dat de menselijke ziel uit 3 delen of vermogens bestaat
- en leidt daaruit af dat er 3 levensvormen mogelijk zijn.
- Aan het begerende deel van de ziel beantwoordt een leven van zingenot,
- aan het gepassioneerde deel een leven van dienst als staatsburger,
- aan het redelijke deel een leven van studie.
- en leidt daaruit af dat er 3 levensvormen mogelijk zijn.
- Plato betoogt in de staat ( 580d2 – 581 e3 ) dat de menselijke ziel uit 3 delen of vermogens bestaat
-
22-03-2023 : De Staat : boek 9 :: zie De staat ALL document
TO DO ( I T L )
-
- 29 1095 b 21 Ontwikkelde en sociaal actieve mensen stellen geluk gelijk aan aanzien; omdat dit (in het algemeen gesproken) het doel van de politieke levensvorm is.
- Maar dit doel is duidelijk te oppervlakkig voor wat wij zoeken. Naar men algemeen aanneemt hangt aanzien immers eerder af van wie achting betuigt dan van wie geacht wordt, terwijl we ons het goede voorstellen als iets dat eigen is aan de persoon en hem niet makkelijk kan worden ontnomen.
- 29 1096 a 05 De derde levensvorm is het leven gewijd aan studie
- (zie ook “later” Hoofdstuk 10-6 – 1177 blz 321 )
- 29 1095 b 21 Ontwikkelde en sociaal actieve mensen stellen geluk gelijk aan aanzien; omdat dit (in het algemeen gesproken) het doel van de politieke levensvorm is.
07-03-2023 Ik behoor tot de derde groep: studie
- 30 1096 a 08 Rijkdom is duidelijk niet het goede dat we zoeken: Het is een gebruiksgoed, een middel tot iets anders
- NOOT 10 Aristoteles heeft niet een vierde levensvorm op het oog maar wil aantonen dat een leven gevuld met handel en handenarbeid een vrij man niet past.
- Gewaardeerd worden die alleen bij het beheer van een landgoed
- (zie politica 1256 a1 – 1258 a 18)
- Gewaardeerd worden die alleen bij het beheer van een landgoed
- NOOT 10 Aristoteles heeft niet een vierde levensvorm op het oog maar wil aantonen dat een leven gevuld met handel en handenarbeid een vrij man niet past.
.
1-4 Kritiek op Plato”s idee over het goede
De term "Goed"
De term "Het goede"
- 30 1096 a 12 Het is wellicht beter het goede in het algemeen aan een onderzoek te onderwerpen en ons af te vragen in welke zien de term “goed” gebruikt wordt. Zo’n onderzoek valt ons wel zwaar, Omdat de vormen zijn geïntroduceerd door vrienden van ons
- NOOT 11
- Arie bekritiseert in dit hoofdstuk de vormen leer van Plato, maar gebruikt In het volgende hoofdstuk elementen van dezelfde leer, bijvoorbeeld dat het geluk niet onder de goede dingen gerekend kan worden maar op zichzelf een volkomen goed is
- NOOT 13
- In de reeks van veelvouden gaat het tweetal vooraf aan alle andere veelvouden.
- Een tweetal kan immers bestaan zonder dat er een drietal is, maar het omgekeerde gaat niet op.
- Als er een vorm “veelvoud” bestond zou die dus vooraf moeten gaan aan (eerder zijn dan) wat in principe al aan haar vooraf gaat, namelijk het tweetal., maar die veronderstelling is ongerijmd . . .
- In de reeks van veelvouden gaat het tweetal vooraf aan alle andere veelvouden.
- 30 1096 a 20 De term “goed” nu wordt zowel gebruik in de categorie van substantie als die in van kwaliteit in relatie.
- 30 1096 a 24 Verder wordt de term “goed” in evenveel betekenissen gebruikt Als de term “reëel“
- 31 1096 a 35 Men kan zich ook afvragen wat ze eigenlijk bedoelen met een “een ding-op-zichzelf“
- 31 1096 b 10 De leer van de vormen is niet op elk goed van toepassing . . .
- NOOT 11
01-01-2016 Is dat zo?
22-03-2023 “Er zijn vormen zonder inhoud” zoals democratie als vorm. Niemand weet dan wat deze vorm inhoudt.
- 31 1096 b 13 De dingen worden dan dus duidelijk op twee manieren goed genoemd de:
- sommigen zijn op zichzelf goed,
- andere dankzij die eerste goede dingen
- NOOT 17
- Aristoteles volgt hier Plato , de Staat 357 b 3 d 2
- NOOT 17
- 32 1096 b 25 Het goede is dus niet iets gemeenschappelijks dat aan één vorm beantwoord.
- 32 1096 b 35 [“¦] Maar in deze uiteenzetting zijn we nu juist op zoek naar zo’n goed [“¦]
.
22-03-2023 Tot zover de eerste sessie van de Ethica
28-04-2023 De tweede sessie van de Ethica
1-5 De aard van het goede
- 33 1097 a 15 Laten we nog een eens terugkomen op het goede dat het object van ons onderzoek vormt.
- In elke activiteit en bij elke keuze is het goede het doel, want omwille van het doel doet ieder mens al het overige
- 33 1097 a 26 Welnu: het staat buiten kijf dat er meerdere doeleinden bestaan:
- Het is dus duidelijk dat niet alle doelen einddoelen zijn.
- Het hoogste goed is klaarblijkelijk wel een einddoel
- 34 1097 b 1 Van dien aard nu blijkt bovenal het geluk te zijn.
- Dat kiezen we altijd omwille van zichzelf en nooit omwille van iets anders.
28-04-2023 Het hoogste goed = = geluk
28-04-2023 Het hoogste goed = = geluk
28-04-2023 Het hoogste goed = = geluk
- 34 1097 b 6 Het begrip “autarkie”
- Noot 22
- Op dit begrip van onafhankelijkheid komt Aristoteles terug in 1177
- 34 1097 b 10 Het mens is immers van nature een gemeenschapswezen
- 34 1097 b 14 Voor het ogenblik nemen wij aan dat iets op zichzelf volstaat
- als het alleen (op eigen kracht) het leven begerenswaardig en vrij van tekorten maakt.
- En zoiets is volgens ons het geluk
- als het alleen (op eigen kracht) het leven begerenswaardig en vrij van tekorten maakt.
- Noot 22
28-04-2023 Zinvol leven volgens de piramide van Maslow:
28-04-2023 Zie ook “macht” bij Elias: het begrip “relatieve speelsterkte”
[expand title=”relatieve speelsterkte”]
Cultuur is niet los te denken van verschillen in macht. Cultuur en macht veronderstellen elkaar. Nu is het van belang macht te zien als iets wat in principe eenieder heeft. Er is niet simpelweg sprake van machtigen en machtelozen.
De socioloog Norbert Elias analyseert macht in termen van onderlinge en wederzijdse afhankelijkheid en spreekt in dit verband van voortdurende verschuivende machtsbalansen. Elias gebruikt de metafoor van de samenleving als een speelveld en een spel, waarin elke deelnemer relatieve speelsterkte heeft. Inzet van het spel zijn al die dingen die de leden belangrijk vinden om na te streven, zoals bezit en aanzien, maar ook tolerantie, vrijheid en rechtvaardigheid.
De spelregels worden bepaald door de gedragscodes van die samenleving. De speelsterkte van de deelnemers is afhankelijk van hun maatschappelijke positie (bevoegdheid, verantwoordelijkheid en daarmee zeggenschap), hun netwerk van relaties en hun kennis en vaardigheden. Ieder lid van de samenleving heeft als deelnemer in principe de macht het verloop van het maatschappelijke spel te beïnvloeden ook al wint de sterkste speler. Zoals regelmatig in de geschiedenis van verschillende samenlevingen te constateren is, kunnen de kansen in het maatschappelijk spel keren en daarmee ook de posities van de deelnemers.
Met macht kun je dus waardevolle dingen tot stand brengen, zoals orde scheppen in chaos, acties organiseren, tegenstructuren in het leven roepen en anderen met macht over hun eigen leven toerusten. Kortom, empowerment en emanciperen. Het gegeven van macht werkt door in het sociaal-culturele leven van mensen. “˜De” cultuur van een samenleving of een ander sociaal systeem bestaat dan ook niet. Steeds dient de vraag gesteld te worden: “˜wiens cultuur?”. “˜De” cultuur van een sociaal systeem is dan in feite die cultuur die binnen dat sociaal systeem een gezaghebbende status bezit. En die status is weer een product van de speelsterkte van bepaalde groepen op dat moment. In de Vlaamse en Nederlandse samenleving heeft de van oorsprong Vlaamse en Nederlandse meerderheid “˜vanzelfsprekend” de grootste invloed. Vanzelfsprekend in de zin dat mensen vanuit een meerderheidspositie hun invloed als zo evident ervaren, dat ze niet kunnen zien en beseffen welke invloed ze hebben. Het is dan ook niet gek dat bijvoorbeeld een professional niet beseft dat hij vanuit een dominante positie hulp of diensten verleent. Hij zal zichzelf geen vragen stellen over de vanzelfsprekendheid van zijn opvattingen, waarden en normen. Deze worden immers stilzwijgend gedragen en bevestigd door de meerderheid. Anders gezegd, zijn opvattingen, waarden en normen maken zeer waarschijnlijk deel uit van het dominante denken in de samenleving.
[/expand]
geluk†‘ genot†‘ aanzien |
-
- 34 1097 b 21 Geluk is dus duidelijk iets dat op zichzelf staat: Het is het doel van ons handelen
.
1-6 Het goede ligt in de eigen taak van de mens
- 34 1097 b 25 We missen nog een duidelijke uiteenzetting van wat het hoogste goed is. Misschien lukt het ons wel als we er achter komen wat de eigenlijke taak van de mens is
- 34 1097 b 29 Wat kan die taak dan wel zijn?
- Het leven blijkbaar niet, want dat komt zelfs aan planten toe, terwijl wij nu juist op zoek zijn naar wat specifiek is voor de mens.
- 35 1098 a 1 Wij moeten de vitale functies van voeding en groei dus uitsluiten.
- Daarop volgt een niveau van leven dat gekenmerkt wordt door zintuiglijke waarneming
- Ook dat lijkt de mens gemeen te hebben met een paard, een rund en alle andere dieren
- Wat dus overblijft is een leven dat men actief kan noemen,
- het leven van het rationele deel van de ziel
13-03-2023 Vita Activa : de naam van het boek van Arendt
28-04-2023 REDE – logisch redeneren – “verstand” (juiste afwegingen maken)
28-04-2023 Geweten kun je niet “kweken”
- 35 1098 a 7
- Als de eigen functie van de mens dan bestaat uit een activiteit van de ziel
- en zich volgens de rede of althans niet zonder haar voltrekt; en
- als wij stellen dat de functie van X van een goede X identiek qua soort is
- (zoals bijvoorbeeld de functie van een citerspeler en die van een goede citerspeler)
- en dat dit zondermeer in alle gevallen geldt;
- in het ene geval wordt de grotere kwaliteit die het resultaat is van de voortreffelijkheid aan de functie toegevoegd
- (De functie van een citer speler is de citer te bespelen, en die van een goede citer speler, goed te spelen) en
- als dat zo is en we de functie van de mens definiëren als een vorm van leven, en
- Als de eigen functie van de mens dan bestaat uit een activiteit van de ziel
28-04-2023 Geluk is een activiteit
28-04-2023 Geluk is een activiteit
28-04-2023 Geluk is een activiteit
-
-
- als dit leven bestaat uit een activiteit van de ziel, namelijk uit handelingen die met de rede verbonden zijn;
- als de functie van een voortreffelijk mens bestaat uit de juiste en edele beoefening van die activiteit; en
- als elke activiteit goed wordt beoefend als de beoefening ervan in overeenstemming is met haar eigen voortreffelijkheid;
- welnu,
- als dat zo is,
- dan bestaat het goed van de mens in de activiteit overeenkomstig haar voortreffelijkheid; en als er meerdere vormen van voortreffelijkheid zijn, in de activiteit die overeenstemt met de beste en meest volkomen voortreffelijkheid
-
.
==== Wikipedia : Het functie-argument
In boek I stelt Aristoteles dat iedereen het erover eens is dat geluk (Grieks: eudaimonia) het ultieme doel van het menselijk bestaan is, maar dat er discussie is over de vraag wat geluk nu precies inhoudt. Aristoteles probeert dit te achterhalen door op zoek te gaan naar de functie (Grieks: ergon) die uniek is voor de menselijke soort (het zogenaamde “˜functie-argument”). Hij concludeert dat deze kenmerkende functie het verstand is. Leven als een mens komt er dan op neer dat men zijn verstand gebruikt, en goed leven, dat wil zeggen gelukkig leven, betekent dat men zijn verstand op voortreffelijke wijze gebruikt. Geluk is voor Aristoteles dus nadrukkelijk een activiteit. Wie bijvoorbeeld slaapt kan op dat moment niet echt gelukkig zijn.
.
1-7 Onze definitie geeft een schets van het hoogste goed
- 36 1098 a 21 Laat dit dan binnen als een schets van het goede, want men moet toch eerst een algemene schets maken en later de details aanbrengen.
- Wat met zorg geschetst is, kan trouwens iedereen uitwerken en tot in de details afwerken, dat weet men.
- 37 1098 b 7 [“¦] een goed begin is het halve werk [“¦]
28-04-2023 Definitie
28-04-2023 Het hangt af van de context :: Later bij Wittgenstein “de volzin”
- 36 1098 b 3 Nu erkent men sommige principes door inductief redeneren, andere door zintuiglijke waarneming, weer andere door een soort vertrouwdheid, de ene zo en de andere anders.
.
1-8 De definitie komt overeen met de opvattingen over geluk
- 37 1098 b 9 We moeten ons principe, de definitie van het goede, evenwel niet alleen beschouwen aan de hand van onze conclusie en de premissen van onze redenering, we moeten haar ook onderzoeken in het licht van de algemene opvattingen die erover bestaan.
- 37 1098 b 12 De goede dingen nu worden traditioneel in 3 soorten verdeeld.
- Noot 32 : Uitwendige hulpmiddelen die een mens doen slagen: zo is bijvoorbeeld rijkdom nodig om royaal te zijn.
- Zie ook Aristoteles retorica 1360
- Noot 33 : ” goederen of kwaliteiten van de ziel”
- “Ziel” is hier hetzelfde als “karakter“: de uitdrukking “goederen of kwaliteiten van de ziel” verwijst naar de voortreffelijkheden van het karakter
- Noot 34 : “goederen van het lichaam “: al wat het lichaam mooi, gezond en sterk maakt
- Noot 32 : Uitwendige hulpmiddelen die een mens doen slagen: zo is bijvoorbeeld rijkdom nodig om royaal te zijn.
28-04-2023 Ik werk zelf met de termen “geest” en “lichaam”. Aristoteles hanteert het begrip OUSIA wat vertaald wordt als substantie. In zijn tijd was er echter nog geen sprake van substanties zoals wij deze kennen: 1 (Spinoza), 2 (Descartes) of meer (Leibniz)
- 37 1098 b 21 Ook de opvatting dat de gelukkige mens “een goed leven leidt” en “het goed maakt” harmonieert met deze definitie. We hebben immers gezegd dat het geluk zoiets is als een goed leven en succes
28-04-2023 Cirkelredenering?
28-04-2023 Tot zover de tweede sessie van de Ethica
10-05-2023 De derde sessie van de Ethica
.
1-9 Onze definitie bevat alle vereisten voor geluk
- 38 1098 b 30 De opvatting dat geluk bestaat uit voortreffelijkheid of uit een bepaalde vorm van voortreffelijkheid strookt met onze definitie.
- Tot voortreffelijkheid behoort immers de activiteit overeenkomstig de voortreffelijkheid.
10-05-2023 geluk is een activiteit — “de weg naar”
10-05-2023 geluk kan ook een karaktereigenschap zijn
- 38 1098 b 33 Het maakt waarschijnlijk nogal wat uit of men het hoogste goed
- als een bezit dan wel
- als een toepassing beschouwd,
- dat wil zeggen,
- als een karaktereigenschap
- dan wel als een activiteit
- 39 1099 a 12 Bij de meeste mensen [“¦] heerst er een conflict tussen de dingen die ze aangenaam vinden, omdat die niet van nature aangenaam zijn.
- Wie daarentegen van het edele houd, geniet van wat nature aangenaam is
- 39 1099 a 15 Hun leven heeft genot dus helemaal niet nodig als een bijkomend versiersel;
- het draagt dat genot in zich
- 39 1099 a 25 Geluk is dan het hoogste, gezondheid het aangenaamste dat er is; en men moet die kwaliteiten niet scheiden zoals in het opschrift van Delos:
-
-
- Het edelst is rechtvaardigheid
- Het beste gezondheid,
- Maar het aangenaams is toch te krijgen wat je hart begeert
- Het beste gezondheid,
- Het edelst is rechtvaardigheid
-
-
- dat wil zeggen,
In een andere vertaling van deze inscriptie:
-
- Geluk is het beste, het edelste en het aangenaamste, en niet is het gescheiden, zoals
de inscriptie in Delos zegt:-
- “Het edelst is rechtvaardigheid, het beste gezond zijn:
- Het aangenaamst van alles is krijgen wat je verlangt.”
- “Het edelst is rechtvaardigheid, het beste gezond zijn:
-
- Geluk is het beste, het edelste en het aangenaamste, en niet is het gescheiden, zoals
- 39 1099 a 31 Niettemin kan geluk zoals wij zeiden klaarblijkelijk ook niet zonder uitwendige goederen:
-
-
-
-
- ( Maslow zie bladzijde 34 : piramide)
-
-
-
- een bed,
- eten,
- drinken,
- een huis en
- [boeken]
-
- 39 1099 b 4 Wie er weerzinwekkend uitziet, van lage afkomst is, een solitair leven lijdt of geen kinderen heeft, kan toch moeilijk gelukkig zijn; en allicht is dat nog minder het geval als men door en door slechte kinderen of vrienden heeft, of als men de goede die men had heeft verloren
- 40 1099 b 8 Zoals we al zeiden kan geluk dus blijkbaar ook niet zonder dat soort voorspoed. En daarom stellen sommige geluk op één lijn met voorspoed, andere met voortreffelijkheid
.
1-10 Goddelijke beschikking, lot of eigen inspanning
- 40 1099 b 9 Zo komt men ook tot de moeilijke vraag of men geluk kan verwerven door studie, door gewoonte of door een andere vorm van oefening, dan wel of het ons ten deel valt door een soort goddelijke beschikking of door het lot
10-05-2023 Toeval of niet?
-
- Noot 37
- Zie ook Ethica Eudemia 1214 a
- Zie ook Plato Meno 99 e 4 100 b 3
- [99e] 4 Sokrates: Dat vind ik dan niet zo erg. Met hem hebben we het er nog wel eens over, Meno.
- Maar wanneer wij in ons gesprek juiste vragen en antwoorden hebben geformuleerd,[100a] wordt deugd aangeboren noch aangeleerd, maar is er veeleer sprake van een goddelijke genade die wordt geplant in mensen die dat niet weten, behoudens een enkele staatsman die bij machte is een ander op te leiden in staatsmanschap.
- [99e] 4 Sokrates: Dat vind ik dan niet zo erg. Met hem hebben we het er nog wel eens over, Meno.
- Noot 37
10-05-2023 Geluk is voor Aristoteles geen gevoel (a state of mind)
-
-
-
-
- Als dat soort mensen bestaat, dan kan van hen worden gezegd dat ze voor de levenden betekenen wat volgens Homeros Teiresias voor de doden was: ‘Als enige onder de bewoners van de Hades bezit hij kennis, de anderen zijn slechts vluchtige schimmen’. En zo is het ook met deugd. Hier op aarde zou zo iemand de werkelijkheid zijn te midden van schimmen.
- [100b] Menoon: Dat hebt ge mijns inziens heel mooi gezegd, Sokrates.
- Sokrates: Dan is dus de slotsom van onze conversatie, Meno, dat wanneer deugd onder ons verschijnt, er sprake moet zijn van goddelijke genade. Maar daarover krijgen we geen zekerheid door ons af te vragen hoe deugd onder de mensen komt, maar door bij de gratie van die deugd te zoeken naar wat ze werkelijk is. Ik moet nu weg; probeer je de oude Anutos bij te brengen wat je nu uit eigen […] overtuiging weet, dan voelt hij zich ook weer prettig. Slaag je daarin, dan hebt je het volk van Athene een dienst bewezen.
-
-
-
- 40 1099 b 22 Alles wat afhankelijk is van de werking van de natuur is immers van nature zo goed en fraai als het maar zijn kan, en dan geldt evenzeer voor alles wat gerealiseerd wordt door de verschillende vaardigheden en oorzaken in het algemeen, en in het bijzonder voor de resultaten van de hoogste oorzaak
- Noot 38
- Volgens Aristoteles’ principe van doelgerichtheid moet het resultaat van natuurlijke processen altijd optimaal zijn
- Noot 38
- 41 1099 b 30 [“¦] Wij beweerden namelijk dat het doel van de politiek het hoogste goed is
- 41 1100 a 5 Voor geluk is immers niet alleen volkomen voortreffelijkheid onontbeerlijk, maar zoals wij zeiden ook een leven dat zijn voltooiing heeft bereikt
10-05-2023 “een leven dat zijn voltooiing bereikt” is in de ogen van Aristoteles status: dan heeft men zijn doel bereikt
.
1-11 Kan men iemand tijdens zijn leven gelukkig noemen?
- 41 1100 a 10 Mogen wij kan ook niemand anders gelukkig noemen zolang hij leeft?
- Moeten wij met Solon wachten tot we “het einde zien“?
- 41 1100 a 15 Maar we zeggen niet van iemand dat hij gelukkig is wanneer hij gestorven is, en dat is ook niet wat Solon bedoeld, maar wel dat men dan pas met zekerheid kan zeggen dat hij gelukkig geweest is; men gaat ervan uit dat hij zich dan eindelijk buiten het bereik van ongeluk en tegenslag bevindt
- Noot 43 :
- In dit hoofdstuk laat Aristoteles hoe zijn opvatting in de definitie van geluk een van de moeilijkste vragen van de ethiek helpt oplossen:
- Noot 43 :
kan de mens gelukkig zijn als zijn leven wordt bedreigd door allerlei losse wisselingen en onheil?
-
-
-
- In tegenstelling tot gangbare opinies is geluk volgens Aristoteles in de grond niet afhankelijk van uitwendige oorzaken.
-
-
Het is een inwendig en stabiel aspect van de persoonlijkheid, al wordt het door het lot beïnvloed.
10-05-2023 — aangeboren — EN
10-05-2023 — aangeleerd — maar het is wel handig als je tot de bovenlaag behoord
-
-
-
- De ervaring van de broosheid van het menselijke wijst er juist op dat, als geluk bestaat, het iets blijvend en stabiel moet zijn.
-
-
- 42 1100 a 31 We moeten terugkomen op de eerste moeilijkheid.
- Misschien krijgen we aan de hand daarvan ook inzicht in de nu gestelde vraag.
- Als we dus het einde moeten zien en we dan pas iemand gelukkig mogen noemen
- (niet in de zin dat hij dan pas gelukkig is, maar omdat hij dat vroeger was)
- dan is het inderdaad bizar dat we hem op het moment dat hij gelukkig is niet het geluk mogen toeschrijven dat hij effectief bezit, omdat we niet de levenden gelukkige mensen noemen wegens de wisselingen van het lot, en omdat we ervan uitgaan dat geluk iets bestendigs is en zeker niet snel veranderd, terwijl het rad van fortuin zo vaak heen en weer draait voor een en dezelfde mens.
- 42 1100 b 4 Want zoveel is duidelijk:
- Als we de toevalligheden van het lot willen volgen zullen wij vaak dezelfde persoon nu gelukkig en dan weer diep ongelukkig noemen, en zo van de gelukkige mens een soort kameleon maken, een wankel bouwsel
- 42 1100 b 8 […] maar wat beslissend is voor geluk en ongeluk zijn iemands voortreffelijke activiteiten en hun tegengestelden
- 42 1100 b 11 Het probleem dat we dat we zojuist bespraken bevestigt ook onze definitie.
- Geen enkele menselijke bezigheid is immers zo bestendig als voortreffelijke activiteiten – naar men meent zijn die zelfs nog bestendiger dan wetenschappelijke kennis
10-05-2023 — Kun je kennis ingepompt krijgen? NEE, je moet er wel mee leren omgaan. Dus doorzettingsvermogen et cetera is ook (een karaktertrek) van fundamenteel belang
- 43 1100 b 18 Een gelukkig mens zal aldus de stabiliteit bezitten die we zoeken, hij zal zijn leven lang gelukkig zijn.
- Hij zal altijd of bijna altijd doen en beschouwen wat voortreffelijk is, en de wisselvalligheden van het lot te dragen op een manier die hem siert, in alle opzichten volstrekt harmonieus, als hij tenminste “waarlijk goed, en als een onberispelijk vierkant” is.
- TO DO Noot 46 Protagoras 339b
- 43 1101 a 1 Een waarlijk goed en verstandig mens, zo menen wij, draagt alle wisselvalligheden van het lot zoals het behoort, en gebruikt de gegeven omstandigheden om altijd te doen wat het edelste is.
10-05-2023 Fokke, een voorloper van de Stoa?
- 44 1101 a 14 Wat let ons om te zeggen dat iemand gelukkig is als hij naar de voorkoming voortreffelijkheid handelt en over voldoende uitwendige goederen beschikt, en dat niet slechts gedurende een willekeurige periode, maar doordat het leven zijn voltooiing heeft bereikt?
- 44 1101 a 25 Dat een mens na zijn dood geen enkele invloed zal ondergaan van de lotgevallen van zijn nakomelingen en van al zijn vrienden lijkt een wel erg onvriendelijke gedachte en is in tegenspraak met de gangbare opvattingen.
- NOOT 48 Aristoteles geeft hier antwoord op een bijkomende moeilijkheid vervat in de uitspraak van Solon.
- Na te hebben aangetoond dat geluk ondanks de wisseling van het lot mogelijk is, kan Aristoteles in dit hoofdstuk iets toevoegen aan de gangbare opinie die stelt dat het lot geen grote rol speelt.
- Of het lot alleen de levenden of ook de overledenen treft, daarover geeft hij geen uitsluitsel …
- Uit zijn “de anima” blijkt evenwel dat hij geen persoonlijke onsterfelijkheid aanneemt.
- (Het actieve en eeuwige “intellect” waarvan daar sprake is, is een kosmisch, niet een persoonlijk beginsel)
- NOOT 48 Aristoteles geeft hier antwoord op een bijkomende moeilijkheid vervat in de uitspraak van Solon.
.
1-12 Geluk is een hoogst achtenwaardig (respectabel) en goddelijk goed
- 45 1101 b 12 Welnu, alles wat prijzenswaardig is, wordt klaarblijkelijk geprezen omdat het een bepaalde hoedanigheid bezit, en in een bepaalde relatie wordt iets anders staat.
- 45 1101 b 18 Ook de lofprijzingen aan de goden maken dat duidelijk.
- Het heeft immers onmiskenbaar iets lekkers de goden in verhouding tot ons te prijzen;
- Dat gebeurt nu eenmaal omdat lofprijzingen zoals we zeiden een verhouding impliceren.
- Maar als een lofprijzing alleen maar het relatieve betreft, is het duidelijk dat de hoogste dingen geen lofprijzing maar iets groters en beters verdienen.
- En dat blijkt ook zo te zijn. We bezingen de zaligheid en het geluk van de goden, evenals die van de meest goddelijke onder de mensen.
- Met de goede dingen gaat het precies zo: niemand prijst geluk zoals men rechtvaardigheid prijst, men bezingt het als iets beters en meer goddelijks.
- 46 1102 a 2 [“¦] uit het feit dat geluk een principe is.
.
1-13 Inleiding tot het onderzoek naar voortreffelijkheid
- 46 1102 a 5 Omdat geluk bestaat uit een activiteit van de ziel overeenkomstig haar voortreffelijkheid, moeten wij de voortreffelijkheid onderzoeken; want wellicht krijgen we op die manier ook een betere kijk op het geluk.
- 46 1102 a 13 De voortreffelijkheid waarop ons onderzoek zich moet richten is uiteraard menselijke voortreffelijkheid
- 46 1102 a 15 En als we het of een menselijke voortreffelijkheid hebben bedoelen we niet die van het lichaam maar die van de ziel.
- Ook geluk noemen we trouwens een activiteit van de ziel.
- Het spreekt vanzelf dat de staatsman enige kennis moet hebben van wat er te zeggen is over de ziel, net zoals iemand die oogziekten wil behandelen ook iets moet weten van het lichaam als geheel;
- Zelfs nog meer dan deze in zoverre als politiek waardevoller en hoger is dan geneeskunde
- 47 1102 a 26 Bepaalde punten met betrekking tot de ziel hebben we ook in onze lezingen voor een breder publiek afdoen besproken, en daarvan moeten we gebruik maken:
- Het spreekt vanzelf dat de staatsman enige kennis moet hebben van wat er te zeggen is over de ziel, net zoals iemand die oogziekten wil behandelen ook iets moet weten van het lichaam als geheel;
- Ook geluk noemen we trouwens een activiteit van de ziel.
10-05-2023 Ik spreek liever van geest dan van ziel
10-05-2023 Plato: De ziel is onsterfelijk
10-05-2023 – gezien als lichaam
10-05-2023 – gezien als term als “niet meer herinnerd worden”
-
- met name dat zij bestaat uit een
- rationeel deel en een
- irrationeel deel
-
-
- 47 1102 a 32 In het irrationele deel is een element dat kennelijk aan alle levende wezens gemeenschappelijk is en dat ook bij planten voorkomt:
- ik bedoel het verklarende principe van voeding en de groei
- 47 1102 b 3 De voortreffelijkheid van dit element is dus klaarblijkelijk aan alle levende wezens gemeenschappelijk en niet specifiek menselijk
- 47 1102 b 8 [“¦] in de slaap wordt de activiteit van de ziel opgeschort waardoor men haar edel of verdorven kan noemen
- 48 1102 b 11 Het ??? voedende element van de ziel moeten we buiten beschouwing laten, aangezien het geen aandeel heeft in menselijke voortreffelijkheid
- 47 1102 a 32 In het irrationele deel is een element dat kennelijk aan alle levende wezens gemeenschappelijk is en dat ook bij planten voorkomt:
-
Wikipedia : Kortom, de mens die zich aan de filosofie wijdt, leidt een goddelijk leven. Toch moet Aristoteles toegeven dat een mens niet onafgebroken kan filosoferen; om als mens te blijven functioneren moet iedereen namelijk in de noodzakelijke levensbehoeften voorzien. Dit zijn dingen als eten, drinken en slapen.
10-05-2023 Met betrekking tot het (ir)rationele: zie hiervoor de allegorie van de wagenmenner
- 48 1102 b 13 Er is kennelijk nog een ander natuurlijk element in de ziel dat we weliswaar ook irrationeel is zomaar maar toch in zekere zin deel heeft aan de rede.
- Zowel bij een beheerst als bij een onbeheerst mens prijzen we immers de rede, dat wil zeggen het deel van hun ziel dat de rede bezit, want dit spoort hen op de juiste manier aan tot de beste handelingen.
- Maar er is in hem klaarblijkelijk nog een ander element, dat van nature buiten de rede staat, daar tegenin gaat en zich ertegen verzet.
- Het is hier weer precies als met verlamde ledematen: wanneer men die naar rechts wil bewegen, slaan ze naar de linkerkant uit
- Zo is het ook met de ziel: de neigingen van onbeheerste mensen gaan de tegenovergestelde kant op: bij lichamen echter zien we die verkeerde beweging, bij de ziel niettemin moet men waarschijnlijk aannemen dat ook in de ziel iets bestaat dat tegengesteld is aan de rede voor maar zich daarentegen bezet en ertegenin gaat hoe dit element zich precies van de andere onderscheid is van geen belang, maar klaarblijkelijk is het oordeel aan de rede, zoals we zeiden.
- Bij een beheerst mens gehoorzaamt het althans aan de rede en bij een matig en dapper mens is het ongetwijfeld nog volgzamer, want bij hen is het volledig in harmonie met de rede.
- Zo blijkt ook het irrationele deel tweeledig te zijn:
- het vegetatieve element heeft helemaal niets gemeen met de reden, terwijl
- het begerende element of in het algemeen het strevende element daar enigszins deel aan heeft, namelijk in zover het ernaar luistert en eraan gehoorzaamt.
- Zo blijkt ook het irrationele deel tweeledig te zijn:
- 48 1102 b 33 In deze zin zeggen we dat iemand “voor rede vatbaar is“, dat wil zeggen luistert naar de raad van zijn vader en vrienden,
- niet in de zin waarin iemand de reden vat die ten grondslag ligt aan mathematische eigenschappen.
- Dat het irrationele deel zich in zekere zin door de rede laat overtuigen ziet men ook bij waarschuwingen en bij iedere vorm van terechtwijzing en aansporing.
- 48 1103 a 1 Als men ook van dit deel moet aannemen dat het “de rede bezit“,
- zal ook het rationele deel twee elementen hebben:
- Eén dat de rede probeert in eigenlijke zin en binnen zichzelf bezit en
- Eén dat ernaar luistert zoals een mens luistert naar zijn vader.
- Volgens dat onderscheid wordt ook voortreffelijkheid in verschillende soorten ingedeeld.
- We spreken enerzijds over goede eigenschappen van het intellect en anderzijds over die van het karakter.
- Inzicht, schranderheid en verstandigheid zijn vormen van intellectuele voortreffelijkheid, vrijgevigheid en matigheid vormen van voortreffelijkheid die samenhangen met het karakter
- maar die hebben het over iemands karakter hebben zeggen we immers niet dat hij inzicht heeft of schande is, wel dat hij bedaard of matig is.
- Toch prijzen we ook degene die inzicht heeft om deze eigenschap
- 48 1102 b 11 En de eigenschappen die prijzenswaardig zijn noemen we voortreffelijkheden
- zal ook het rationele deel twee elementen hebben:
.
—– Ethiek – Stromingen
22-03-2023 Zie ethiek stromingen:
-
4.1Deontologie
-
- Plichtsethiek of deontologie (van het Grieks δÎον, deon, “plicht, verplichting”; en -λογία, -logia) is een ethische stroming die het goede of rechtvaardige definieert aan de hand van de intentie die speelt bij het handelen.[30] Een persoon handelt dus moreel goed als zijn intentie overeenkomt met een correct ethisch motief of plicht. Het staat daarmee in contrast met consequentialisme, dat de aandacht richt op de gevolgen van een morele daad. Binnen de deontologie maken gevolgen echter niets uit, en kan zelfs een daad goed zijn ondanks dat het slechte gevolgen heeft. Vaak bestaat de plicht die men moet volgen uit een variant van de Gulden Regel: doe een ander niet aan wat je ook zelf niet wilt ondergaan. De deontologie is een vorm van beginselethiek.
- De Duitse filosoof Immanuel Kant is de voornaamste vertegenwoordiger van de deontologie. De bekendste deontologische theorie vindt men terug in het werk van Immanuel Kant in zijn Kritik der praktischen Vernunft (1788).
-
-
4.2Consequentialisme
-
- Het consequentialisme of gevolgenethiek verwijst naar morele theorieën die stellen dat de gevolgen (consequences) van een bepaalde handeling de basis vormen van een geldig moreel oordeel over die handeling. Dus vanuit een consequentialistisch standpunt is een moreel deugdelijke handeling er een die goede gevolgen of een goede uitkomst heeft. Deze visie wordt vaak verbonden met het aforisme: “Het doel heiligt de middelen.”[36]
-
-
4.3Deugdethiek
-
- De deugdethiek stelt, in tegenstelling tot de eerder vernoemde stromingen, het karakter van de persoon die handelt centraal binnen het moreel oordelen. De deugdethiek bestaat dan ook niet uit regels of bepaalde principes, maar uit een reeks deugden die als leidraad voor het menselijk leven moeten dienen. Dit soort ethiek kwam het eerst voor bij Griekse filosofen als Plato en Aristoteles, maar kent een hele geschiedenis door de filosofie heen. Zo kan men ook bij Thomas van Aquino en David Hume van een deugdethiek spreken, en is het in de hedendaagse filosofie weer naar voren gekomen bij auteurs als Elizabeth Anscombe,[13] André Comte-Sponville en Alasdair MacIntyre.[29] Deugdethiek is een teleologische ethiek, daar het namelijk het bekomen van een gelukkig en deugdzaam leven als doel voorop stelt.
-
-
4.4Zorgethiek
-
- De zorgethiek (ethics of care) is een moderne stroming in de moraalfilosofie die de zorg van mensen voor elkaar centraal stelt binnen het ethisch denken. De zorgethiek stelt de zorg voor elkaar en voor de wereld, en het opbouwen van goede intersubjectieve relaties als doel. Zorgethiek wordt vanwege de sterke nadruk op relaties als een eigen stroming gezien. Deze vorm van ethiek heeft moderne wortels in de feministische kritiek op de klassieke morele theorieën, die als te strak en te afstandelijk werden beschouwd.
-
- 4.5Moreel pluralisme
-
- Een andere mogelijke positie die kan worden ingenomen is het erkennen van verschillende ethische waarden naast elkaar.[40] Het gaat hier dus met andere woorden om een pluralisme van bestaande waarden waarbij deze verscheidenheid aan morele waarden, normen, idealen, plichten en deugden niet kan gereduceerd kan worden tot één soort. Voorstanders van deze benadering zijn onder anderen Isaiah Berlin[41], John McDowell, Thomas Nagel[42] Charles Taylor en Bernard Williams.
-