III burgerschap en staatsvormen
bladzijde 107 tot en met 152
In dit hoofdstuk behandelt Aristoteles zes staatsvormen. Een staatsinrichting bepaald hoe het leven in een stad / land is. In dit boek komen een aantal kernstukken uit de politieke filosofie van Aristoteles aan de orde:
- De polis moet het algemeen belang als oogmerk hebben
- Ambtenaren moeten worden toegewezen op grond van verdienste
- De polis moet gericht zijn op ontwikkeling van deugd, een staatsburger moet wel over vrije tijd beschikken
In dit hoofdstuk behandelt Aristoteles de grondbeginselen van de ideale staat
1 Een staatsburger, theoretisch gedefinieerd
2 Een staatsburger, praktisch gedefinieerd
3 Identiteit van de polis
4 Zijn een goed burger en een goed mens identiek?
5 Moeten ook handswerklieden burgers zijn?
6 Vormen van bestuur en gezag
7 Classificatie van staatsvormen
8 Kenmerken van staatsvormen
9 Rechtvaardigheid als grondslag voor politieke macht
10 Gezag in de staat
11 Voordelen en nadelen van soevereiniteit van het volk
12 Criteria voor rechtmatige verdeling van de macht
13 Aanspraken op politieke macht
14 Vormen van koningschap
15 Voordelen en nadelen van het koningschap
16 De absolute alleenheerschappij
17 De hoogste vorm van koningschap
18 Samenvatting ( standpunt van Aristoteles)
Inleiding
- 108 In dit hoofdstuk komen een aantal kern stukken uit Aristoteles ‘ politieke filosofie aan de orde:
- 108 De polis moet het algemeen belang als oogmerk hebben
- 108 Ambtenaren moeten worden toegewezen op grond van verdienste
- 108 De polis moet gericht zijn op ontwikkeling van deugd
. 1 Een staatsburger, theoretisch gedefinieerd
- 113 1274 b 35 Wat is een polis , wat is een staat? Politeia :=: staatsinrichting
- 113 1275 a 1Een polis bestaat uit een aantal staatsburgers
- 113 1275 a 7 Een burger is niet burger doordat hij hier of daar woont; deze woonplaats deelt hij met metoiken en slaven
- metoiken, (van: huis, woning) dus eigenlijk medebewoners: zo noemde men in sommige oude Griekse stadstaten de residerende vreemdelingen die een eigen status hadden verworven en tot op zekere hoogte in de stedelijke gemeenschap ingeburgerd waren.
- 113 1275 a 13 Ook metoiken kunnen soms van het recht in een polis gebruik maken
- 114 1275 a 20 Waar wij naar op zoek zijn is de staatsburger in de volle zin, zonder een dergelijk bezwaar dat vraagt om bijstelling van zijn titel
- 114 1275 a 23 Van deze staatsburger in de volle zin is de meest wezenlijke karakteristiek het recht om deel te nemen aan beslissingen en bestuur
- 114 1275 a 25 Onder de bestuursambten zijn er die een beperking in termijn kennen: niet voor een tweede keer, of na een tussenpoos
- 115 1275 b 5 Daarom komt de burger zoals hij zojuist is gedefinieerd vooral voor als burger in een democratie, terwijl hij in andere staatsvormen wel kan voorkomen, maar dit zeker niet noodzakelijk is
- 115 1275 b 7 In sommige staatsvormen speelt het volk namelijk geen rol en kent men geen regelmatige volksvergadering, maar alleen bijeenkomsten van uitgekozen raadsheren of adviseurs, worden de rechtszaken groepsgewijs behandeld
- 115 1275 b 15 […] een bestuurder met een beperkte ambtstermijn
- 115 1275 b 17 Wie nu staatburger is, is uit het bovenstaande duidelijk: wie namelijk het recht heeft te beraadslagen of gerechtelijk staatsambt te bekleden, die noemer ten slotte burger van de betreffende polis , en polis noemde in het algemeen de gehele som van zulke personen die groot genoeg is om een onafhankelijk bestaan te verzekeren
.
2 Een staatsburger, praktisch gedefinieerd
- 115 1275 b 23 In de praktijk definieert men een staatsburger echter als iemand wiens beide ouders burgers zijn
17-10-2021 Kortom, door overerving word je staatsburger
.
3 Identiteit van de polis
De term “polis” kan zowel de inwoners als het gebied dat ze bewonen aanduiden; deze ambivalentie is een probleem voor de vaststelling van de identiteit van een polis. Ook een verandering van bevolking lijkt van invloed op deze identiteit, aangezien de polis het totaal van de burgers is. De conclusie van Aristoteles is dat alleen de staatsinrichting als criterium voor de identiteit van hun stad kan dienen
- 116 1276 a 6 Sommigen vragen zich af wanneer een handeling wel of niet voor rekening van de staat komt
- 116 1276 a 13 Sommigen betogen dat sommige staatsvormen berusten op geweld en niet het algemeen belang dienen
- 117 1276 a 18 […] wanneer een polis eigenlijk nog dezelfde mag worden genoemd en wanneer niet meer dezelfde maar een nieuwe
- 118 1276 b 10 […] is het duidelijk dat men vooral op de staatsinrichting moet letten als men van dezelfde polis wil spreken. Daarentegen is men vrij haar nieuwe naam te geven dan wel dezelfde naam te blijven gebruiken, zowel wanneer de inwoners dezelfde zijn gebleven als wanneer er allemaal nieuwe mensen bijkomen wonen
.
4 Zijn een goed burger en een goed mens identiek?
- 118 1276 b 20 Zoals voor een burger hetzelfde geldt als een zeeman, beide zijn één bepaald lid van een grotere gemeenschap
- Nu hebben zeelieden verschillende functies: de ene roeier, een andere stuurman, et cetera
- Niettemin is het evident dat zij allemaal een gemeenschappelijke taak hebben: een behouden vaart, want dat is waar elke zeeman zich voor inspant
- 118 1276 b 28 Op dezelfde manier hebben burgers , ook al is het in verschillende hoedanigheden, als taak het behoud van de gemeenschap, en die gemeenschap is hun staatsinrichting
17-10-2021 AXIOMA: De burgers van een polis hebben als taak het behoud van de gemeenschap door middel van hun staatsinrichting
- 119 1276 b 40 […] aangezien het onmogelijk is dat alle burgers gelijk zijn, kan de deugd van een burger en die van een goed man zeker niet een en dezelfde zijn
- 119 1277 a 15 De stelling van Aristoteles is dat een burger niet noodzakelijk verstandig behoeft te zijn, maar dat een goed bestuurder een goed en verstandig mens is
- 121 1277 b 10 Maar er bestaat een vorm van gezag die iemand uitoefent over vrije mensen die zijn gelijken in afkomst zijn.
- Die is het die wij politiek bestuur noemen, en die moet de regeerder aanleren terwijl hij er gereageerd wordt, zoals men het bevel over de cavalerie leert voeren door te dienen als cavalerist en het bevel over de troepen door zijn legeraanvoerder te dienen als commandant in een lagere officiersrangen
- 121 1277 b 25 […] de taak van een man is verwerven, die van een vrouw behouden.
- Daarentegen is inzicht de enige deugd die in het bijzonder eigen is aan een regeerder
- 121 1277 b 30
- De geregeerde is te vergelijken met een fluitenmaker,
- de regerende met de fluitist die het instrument weet te bespelen
17-10-2021 Het begrip politicus is synoniem aan wat Aristoteles een regeerder noemt
.
5 Moeten ook handswerklieden burgers zijn?
- 122 1278 a 7 In vroeger tijden bestond in sommige staten de klasse van handarbeiders uit slaven of vreemdelingen; dit verklaarde dat de meeste handarbeiders dat ook nu nog zijn. De beste polis zal een handarbeider niet tot burger maken; maar als ook deze wel burger is kan de door ons gedefinieerde burgerdeugd niet aan iedere burger worden toegekend, zelfs niet aan iedere vrije burger, maar alleen aan hen die zijn vrijgesteld van arbeid noodzakelijk voor hun levensbehoeften
- 122 1278 a 15 Aangezien er namelijk meerdere staatsinrichtingen zijn, moet er ook meer zijn dan één soort staatsburgers , en in het bijzonder meer dan één soort geregeerde staatsburger zijn.
- Dit heeft tot gevolg dat de handarbeider en de dagloner in de ene staatsinrichting noodzakelijkerwijs burgers moet zijn en in de andere onmogelijke burgers kunnen zijn:
- dit geldt bijvoorbeeld in het geval van een zogeheten aristocratische staatsinrichting, één waarin de ambten worden toebedeeld op basis van verdienste en voortreffelijkheid:
- iemand die het leven van een handarbeider of dagloner leidt is niet in de positie om zijn voortreffelijkheid ontplooien.
- Ook in oligarchieën in kannen dagloner geen burger zijn: daar berust toegang tot ambten op inkomensklasse
- Een andere wijze kan daar wel burger zijn: bekwame vakmensen komen vaak tot grote welstand
- In Thebe bestond overigens een wet die iedereen van ambten uitsloot die zich gedurende de laatste 10 jaren met handel ingelaten had
- dit geldt bijvoorbeeld in het geval van een zogeheten aristocratische staatsinrichting, één waarin de ambten worden toebedeeld op basis van verdienste en voortreffelijkheid:
- NOOT 37
- Zonder studie of opleiding kan intellectuele en sociale voortreffelijkheid waarin de mens zijn hoogste waarde bereikt niet tot haar recht komen.
- Bovendien ontbreekt het mensen die moeten werken aan vrije tijd waarin ze zich volledig kunnen ontplooien
- Dit heeft tot gevolg dat de handarbeider en de dagloner in de ene staatsinrichting noodzakelijkerwijs burgers moet zijn en in de andere onmogelijke burgers kunnen zijn:
16-09-2021 De reden dat handwerkslieden geen burger zijn is hier (nog) niet glashelder.
- 123 1278 a […] dat de naam burger in de eerste plaats wordt gebruikt voor wie toegang heeft tot ambten
.
6 Vormen van bestuur en gezag
- 124 1278 b 10 Staatsinrichting is de organisatie van de stad met betrekking tot ambten, in het bijzonder het ambt dat over alles en allen zeggenschap heeft.
- Dat is in iedere staat de regering oma en de wijze van regeren wordt bepaald door de staatsinrichting, in die zin dat bijvoorbeeld in een democratie het volk het hoogste gezag heeft, in een oligarchie een kleine groep. In dit geval spreken we van verschillende staatsinrichtingen, en dat zullen we ook bij andere staatsvormen doen
- 124 1278 b 15 Als eerste grondslag moeten we nu vaststellen:
- voor welk doel de polis tot stand is gebracht en
- hoeveel vormen van gezag over de mens en zijn levensgemeenschap er bestaan
- 124 1278 b 25 Maar ook eenvoudigweg om te kunnen leven verenigen mensen zich een houden ze polis gemeenschappen instant: vermoedelijk is goed leven voor een deel al gelegen in het feit dat zij leven – zolang in dit leverde moeilijkheden niet al te zeer overwegen
17-10-2021 Dus als je genoeg te eten en te drinken hebt, kun je een goed leven leiden en pas daarna kun je je bezighouden met politiek
- 124 1278 b 30 Aristoteles maakt onderscheid tussen 2 vormen van gezag:
- Het gezag van de meester,
- Het gezag over vrouwen en kinderen, en over het huishouden als geheel, dat hij dan ook huishoudelijk gezag noemen
- 125 1279 a 10 Daarom achten mensen het juist (wanneer een staatsinrichting berust op gelijkheid en gelijkwaardigheid van burgers ) dat zij bestuursfuncties om de beurt bekleden
- 125 1279 a 17 Het is duidelijk dat, gemeten naar maat van absolute rechtvaardigheid, alle staatsinrichtingen die het gemeenschappelijk belang op het oog hebben juiste statie heeft dingen zijn, en al die welke alleen het eigenbelang van de bestuurders op het oog hebben, ondeugdelijk en evenzovele ontaarde varianten van een juiste staatsinrichting. Ze hebben namelijk het despotische karakter van de heerschappij van een meester, terwijl een polis een gemeenschap is van vrije mensen
.
7 Classificatie van staatsvormen
- 126 1279 b 5 De ontaarde varianten van de genoemde staatsvormen zijn tirannie ten opzichte van monarchie, ole architect ten opzichte van aristocratie, en democratie ten opzichte van burger gemeenschap (Politeïa). Tirannie is alleen heerschappij in het belang van de heerser, olie-jaagt hij is gericht op het belang van de rijken, en democratie op dat van de onbemiddelden: geen van drieën is gericht op wat de gemeenschap baat
https://nl.wikipedia.org/wiki/Politika_(Aristoteles)#Classificatie_van_staatsvormen
personen | Corrupte vorm (ten gunste van een elite) | Ten gunste van allen: |
1 | Tirannie | Monarchie |
klein aantal | Oligarchie | Aristocratie |
groot aantal | Democratie | Politeïa |
.
8. Kenmerken van staatsvormen
- 127 1279 b 16 Tirannie is als gezegd despotische alleenheerschappij over de polis gemeenschap
- 127 1279 b 20 Een eerste vraagstuk betreft deze definities.
- Gesteld dat een meerderheid rijk was en het gezag voerde over de stad
- hoewel de situatie waarin de meerderheid het gezag voert democratie heet
- en evengoed als omgekeerd ergens de armen weliswaar geringer in aantal waren dan de rijken maar dat ze sterker waren toch het gezag voerden over de stad
- hoewel de situatie waarin een minderheid het gezag voert toch oligarchie heet
- dan zou men kunnen denken dat onze definities van de staatsvormen onjuist zijn
- 128 1280 a 1 Waar het gezag op rijkdom berust, of het nu om een klein of groot aantal vermogende gaat, is de staatsvorm noodzakelijkerwijs een oligarchie;
- waar het bij onbemiddelden berust is het een democratie.
- Het is als gezegd alleen een bijkomstig verschijnsel dat de ene groep klein is en de andere groot
- 128 1280 a 5 Welgesteld zijn slechts weinigen, maar de status van vrij man bezitten ze allemaal, en op deze twee gronden baseren beide groepen hun aanpak op leiding in de stad
.
9 Rechtvaardigheid als grondslag voor politieke macht
22-12-2021 Aristoteles heeft het hier over gelijkheid voor gelijken, wat is dat? De vorige keer heeft Fokke hierover een vergelijking gegeven. Dit moet nog verder worden uitgewerkt. Het gaat hier over gelijkheid, maar beter is het om te spreken over economische gelijkheid. De onrechtvaardigheid van dit systeem ziet er in dat de rijken rijk geworden zijn vanwege een verdeling van de waarde van een product.
- 128 1280 a 32 /// JST Zo is er de opvatting dat rechtvaardigheid gelijkheid is. Dit is wel juist, maar rechtvaardigheid is niet gelijkheid voor allen, het is gelijkheid voor gelijken
- NOOT 50
- Aristoteles, Ethica 1131 a 10 — 1131 b 24 bespreekt deze distributieve rechtvaardigheid uitvoeriger.
- Ze komt neer op een evenredigheid tussen rechten en waarde van personen:
- hoe grote verdiensten iemand heeft voor de stad, des te meer aanspraken kan hij doen gelden
- NOOT 50
- 129 1280 a 30 Dan lijkt de redenering van oligarchisch gezindten steekhoudend, dat het niet rechtvaardig is degenen die bij de inleg maar één procent heeft bijgedragen een even groot aandeel in hoofdsom of winst toe te kennen als degene die de andere 99 procent heeft verstrekt.
- Maar laten we aannemen dat in werkelijkheid het doel waarvoor zij zich aaneen gesloten hebben niet zomaar leven was maar veeleer goed leven (anders konden ook slaven en dieren een polis vormen, maar dat is niet mogelijk, omdat zij uitgesloten zijn van geluk of een leven naar vrije keuze) en dat het doel ook niet een bondgenootschap ter voorkoming van wederrechtelijke handelingen was, en al evenmin handelsverkeer en wederzijdse betrekkingen
- NOOT 52
- Volgens Aristoteles, Ethica 1112 b 14 spreekt het vanzelf dat een goede rechtsorde het oogmerk is van de beoefenaar van de “politieke wetenschap”
- 130 1280 b 15 Dat het zo zit is als volgt in te zien:
- Alsof iemand het grondgebied van twee steden bijeen brengen dan zou dit nog altijd niet één polis zijn.
- Zelfs niet als burgers van de ene stad konden trouwen met burgers van de andere, wat toch een van de meest bindende middelen is waarover een polis beschikt
- 1280 b 35 Een polis wordt pas gevormd door een gemeenschap waarin de huishoudens en families een goed leven delen omwille van een volledig ingevuld bestaan onafhankelijk van anderen
- 130 1280 b 40 Doel van een polis is dus goed leven
- 131 1281 a 5 […] een polis gemeenschap bestaat omwille van waardevolle activiteiten
.
10 Gezag in de staat
- 131 1281 a 15 Als de armen omdat zij in de meerderheid zijn onder elkaar verdelen wat aan de rijken toebehoort, is dat niet onrechtvaardig?
- 131 1281 a 15 “Wel allemachtig, het is dat zeker een rechtmatig besluit genomen door het soevereine gezag” zou iemand kunnen tegenwerpen.
- Maar wat is dit anders dan het grootst mogelijke onrecht?
- 131 1281 a 18 Als alles is geconfisqueerd en de meerderheid onderling verdeeld wat aan de minderheid toebehoort,
- is het duidelijk dat ze hiermee de polis te gronde richt;
- maar deugd kan toch niet te gronde richten wat haar bezit,
- en rechtvaardigheid is toch niet iets wat een polis te gronde richt?
- NOOT 55
- rechtvaardigheid is het hoogste goed in de polis en de deugd van de staat
- NOOT 55
- 131 1281 a 25 Is het dan rechtvaardig dat een rijke minderheid regeert?
- Als deze rijken dezelfde dingen doen (roven en de meerderheid haar bezittingen afnemen) is dat dan rechtvaardig?
- 132 1281 a 35 Misschien zal iemand verdedigen dat het in het algemeen verkeerd is als soeverein gezag bij personen berust in plaats van bij de wet, omdat de menselijke geest nu eenmaal aan emoties onderhevig is.
- Maar wat maakt het voor onze onopgeloste vraagstukken uit als het gezag wel bij en weet berust maar deze wet oligarchisch of democratisch is?
.
11 Voordelen en nadelen van soevereiniteit van het volk
- 132 1281 a 40 De bewering dat de meerderheid soeverein (het hoogste gezag uit te oefenen / staatsalmacht ) moet zijn
- (veeleer dan een kleine groep gevormd door de besten)
- lijkt een oplossing te bieden die weliswaar moeilijkheden met zich meebrengt maar vermoedelijk toch ook een kern van waarheid bevat
- Het is namelijk mogelijk dat een meerderheid
- ( gevormd door mensen die elk afzonderlijk niet veel waard zijn)
- in haar geheel toch beter is dan zo’n elite
- niet per individu maar gezamenlijk
- zoals feestmaaltijden waaraan allen een bijdrage hebben geleverd rijker zijn dan die welke op kosten van één bij zo’n zijn georganiseerd
- niet per individu maar gezamenlijk
- (veeleer dan een kleine groep gevormd door de besten)
- 133 1281 b 10[…] ieder kan een bepaald gedeelte beoordelen en zo beoordelen ze tezamen over het geheel
- NOOT 58
- TO DO Voor een vergelijkbaar idee over de grotere waarde van de collectiviteit, zie ook Aristoteles, Metafysica 993 a 30 — 993 b 4
- NOOT 58
- 133 1281 b 25 […] de vraag waarover een meerderheid soeverein gezag moet hebben
- 133 1281 b 30 Om samenleven mogelijk te maken, moet een groot deel van de bevolking ook deelnemen aan politieke beraadslaging en rechtspraak
22-12-2021 Beethoven, “De smaak van Hazes” t.o.v. Pink Floyd: is een subcultuur “gelijk aan” een andere cultuur zoals klassieke muziek?
- 134 1282 a 1 Zoals een arts rekenschap moet afleggen ten overstaan van artsen, zo moeten beoefenaars van ieder vak niet doen ten overstaan van een eigen vakgenoten. Dit geldt dus ook voor mensen die in de politiek zitten / gaan
- 134 1282 a 13 /// JST Uit deze redenering zou volgen dat men de massa niet moet machtigen tot verkiezing of beoordeling van bestuurders
- 134 1282 a 18 […] over sommige vaardigheden de beoefenaar niet als enige en ook niet het beste kan oordelen
- Zo is bij een huis bouwen de bouwer niet de enige die er inzicht in heeft: de gebruiker zal zelfs beter tot oordelen in staat zijn
- Zo is een schipper beter in staat een roer te beoordelen dan een timmerman
- Zo is een maaltijd ter beoordeling aan de gast, niet aan de kok
- 135 1282 a 40 Want volk, Raad en rechtbank bestaan uit een groot aantal personen, en hun gezamenlijk vermogen is groter dan dat van degenen die individueel of als lid van een kleine groep hoge staatsambten kleden
Dus geen Poetin / Erdogan | N personen | polis | |
meerdere mensen | Politeïa |
18-10-2021 Hier is al een idee van een trias politica te zien . . .
gedeelde macht
- 135 1282 b 1 Het eerstgenoemde probleem (leiders ten opzichte van mensen die geen bijdrage leveren)
- bewijst niettemin overduidelijk dat de wetten (mits het goede wetten zijn) soeverein moeten zijn,
- en dat de bestuurder, of er nu één is of meerderen,
- soeverein gezag moeten hebben in alle kwesties waarover wetten onmogelijk precies uitspraak kunnen doen,
- omdat het moeilijk is algemene bepalingen te maken die opstaan voor alle gevallen
- soeverein gezag moeten hebben in alle kwesties waarover wetten onmogelijk precies uitspraak kunnen doen,
- en dat de bestuurder, of er nu één is of meerderen,
- bewijst niettemin overduidelijk dat de wetten (mits het goede wetten zijn) soeverein moeten zijn,
.
12 Criteria voor rechtmatige verdeling van de macht
- blz 111: Aanspraak op macht en rechten moet niet op afkomst of rijkdom berusten maar op eigenschappen die voor de polis van belang zijn (burgerdeugd)
>>>> Grens aan rijkdom : Waarom niet?
- 136 1282 b 15 In alle wetenschappen en vakken is het doel een goed, maar het grootste goed, een goed bij uitstek, is het doel van de meest gezaghebbende kundigheid van allemaal: de staatkunde.
- Dit staatkundige goed is rechtvaardigheid, dat wil zeggen, wat het algemeen belang dient.
- Iedereen is het er over eens dat rechtvaardigheid een vorm van gelijkheid is, en stemt tot op zekere hoogte in met de uitkomst van de filosofische analyse van ethische vraagstukken, dat rechtvaardigheid bestaat in relatie tot bepaalde personen, en vereist dat gelijke mensen een gelijk aandeel hebben;
- maar dan mag niet onopgehelderd blijven op wat voor dingen deze gelijkheid of ongelijkheid betrekking heeft.
- Dit vormt namelijk een probleem dat zich voor politiek-filosofische behandeling leent
- 136 1282 b 35 […] de beste instrumenten moet je geven aan wie de kunst het beste staat
18-10-2021 je kunt politicus worden
23-09-2021 Wet normering tot inkommens 209. 000 euro Balkenende norm.
- 137 1282 b 40 Vandaar dat met recht mensen van goede komaf, vrijgeborenen en rijken strijden om de eer van een ambt
23-09-2021 Je moet tijd hebben om te regeren :: dit idee kun je weerleggen door gewoon een beroep te maken van het vak politiek
13 Aanspraken op politieke macht
- blz 111 : Wat als een persoon (of meerdere ) in bekwaamheid ver boven de rest uitsteekt?
- 138 1283 a 30 Eerder is al gezegd dat de aanspraken van alle partijen in zekere zin rechtvaardig zijn, maar niet van allemaal rechtvaardig zonder meer.
- Die van de rijken berusten hierop, dat zij een groter deel van de grond bezitten en dat grond een gemeenschappelijk belang is waarvan de hele polis profiteert, en verder op het feit dat zij over het algemeen zich beter aan contracten houden
- De aanspraken van mensen van vrije geboorte een goede komaf berusten hierop, dat zij een hechte groep vormen, want mensen van goede afkomst zijn in hogere mate elkaars medeburgers dan mensen van geringere afkomst, en goede afkomst is in eigen land in tel bij iedereen
- 138 1283 b 1 Stel nu dat in één stad al deze groepen (goede, rijken en edel geborenen) te vinden zijn, en daarnaast nog een grote groep gevormd door burgers die buiten deze categorieën vallen: zal er dan discussie zijn over de vraag wie moet regeren, of niet?
- 138 1283 b 15 Hier ligt een probleem waarop iedereen stuit die dingt naar een politiek ambt
- 139 1283 b 30 Dit alles lijkt erop te wijzen dat geen van alle criteria waarop groepen de eis baseren dat zij mogen regeren terwijl de rest zich door hen moeten laten regeren juist is:
- Zowel tegenover een aanspraak op regeringsmacht gebaseerd op voortreffelijkheid als
- tegenover een gebaseerd op rijkdom kunnen brede delen van de bevolking immers met recht en reden inbrengen
- dat een meerderheid heel wel beter kan zijn dan een minderheid, of rijker, zij het ook niet individueel maar gezamenlijk
- 139 1283 b 40 De term “juist” moet worden opgevat als “op basis van gelijkheid“
- 140 1284 a 10 […] Als een God onder mensen […] Alexander de Grote
- 140 1284 a 15 Aristoteles vindt dat er bepaalde mensen zijn die meer bekwaam zijn dan anderen
- 140 1284 a Sommige democratisering gerichte Staten kennen een systeem van ostracisme
- Ostracisme was in de Atheense democratie een stemprocedure in Volksvergadering om politieke leiders (generaals) die men te machtig vond voor tien jaar te verbannen. Men probeerde zo waarschijnlijk al te grote tegenstellingen binnen de politieke gemeenschap (polis) te overbruggen.
- Een soort van “negatieve verkiezingen” waarbij alle stemgerechtigden de naam van hun “staatsgevaarlijk medeburger” op een potscherf (ostracon) konden schrijven. Was er een voldoende aantal scherven tegen 1 persoon, maar werd hij voor 10 jaar verbannen. Het systeem schijn in Athene hoofdzakelijk in de vijfde eeuw voor Christus te zijn toegepast en later niet meer
18-10-2021 de kop boven het maaiveld uitsteken
18-10-2021 de maximale termijn van een politicus : = x jaar ( de houdbaarheidsdatum)
- 141 1284 b 25 met betrekking tot ostracisme: in het geval van de beste staatsvorm levert dit een probleem op als iemand zich superieur betoont, niet zozeer in eigenschappen als kracht, rijkdom en populariteit, maar een deugd?
.
14 Vormen van koningschap
- Blz 111 : er van uitgaande dat er een wijze heerser is . . .
- 142 1284 b 35 Het is vermoedelijk op zijn plaats na de voorgaande discussie over te gaan tot bespreking van het koningschap:
- dit beschouwt Aristoteles namelijk als een van de juiste staatsvormen . . .
- Aristoteles maakt onderscheid in verschillende typen:
- 142 1285 a 10 Type I Dit koningschap komt neer op een functie van legeraanvoerder met absolute volmacht en voor onbepaalde tijd
- 143 1285 a 20 Type II Het koningschap waar deze over gaat van vader op zoon. Niet- Grieken zijn van nature slaafse dan Grieken, en die in Azië weer meer dan hier in Europa, en zo verdragen zij hun despotisch regime zonder morren
- 143 1285 a 30 Type III Een gekozen tirannie. Hierbij vindt geen erf opvolging plaats
- 144 1285 b 10 Type IV Een koning met instemming van het volk
- NOOT 88
- In een aantal steden bleef de koning als enige taak over offers te brengen, en dus uitsluitend religieuze taken vervulde
- NOOT 88
- 144 1285 b 30 Type V Er is één zo met het hoogste gezag over alles, op de manier waarop ieder volk en iedere poging dat heeft over zijn gemeenschap zaken.
- Dit komt overeen met het bestuur van een huishouden:
- zoals de leiding van het huishouden een koningschap over het huisgezin is,
- zo is dit koningschap de huishoudelijke leiding van één of meer steden over volkeren
- Dit komt overeen met het bestuur van een huishouden:
.
15 Voordelen en nadelen van het koningschap
- 145 Aristoteles onderzoekt type I en type V
- 145 1286 a 1 De eerste kwestie, vanwege aanvoering, valt meer onder wetgeving dan onder staatsinrichting: een aanvoerder voor het leven kan in alle staatsvormen voorkomen, zodat wij deze vooralsnog buiten beschouwing kunnen laten. Maar het andere type koningschap is wel een staatsvorm oma dus dat moeten we onderzoeken, en de problemen die de inhoudt doornemen
- 145 1286 a 5 Dit onderzoek begint met de vraag wat meer voordeel werkt: door de beste persoon te worden geregeerd, of door de beste wetten
- 145 1286 a 10 Voorstanders van het koningschap vinden dat wetten alleen een algemene regel voor woorden maar geen aanwijzingen geven voor bijzonder geval.
- […] Je kunt niet volgens geschreven regels leidinggeven […]
- Het is dus bij deze visie duidelijk dat een staatsinrichting die louter opgeschreven wetsregels berust niet als de beste kan gelden.
- Toch moeten bestuurders ook over een algemene regel beschikken,
- want een beginsel dat vrij is van emoties is te verkiezen boven een waarin emoties in geboorte zijn:
- en de wet is daarvan vrij, terwijl de mensen zullen ze onvermijdelijk bevat, bij iedereen.
- Maar allicht kan men hier tegenover stellen dat de mens in individuele gevallen tot een betere beslissing zal komen
20-10-2021 een wetgeving met jurisprudentie?
- 146 1286 a 35 Een gezamenlijk besluit: […] een groot aantal zal het niet gauw overkomen dat ze allemaal tegelijk in woede ontsteken en een beoordelingsfout maken
- 146 1286 b 1 Visie op de samenleving : Groepen mensen kunnen in partijstrijd verwikkeld raken, wat bij één persoon onmogelijk is
- 146 1286 b 10 En dit is vermoedelijk de reden waarom de mensen vroeger door koningen werden geregeerd: mensen die in voortreffelijkheid uitmunten waren zeldzaam, in het bijzonder doordat de steden waarin men toen woonde klein waren
- 147 1286 b 15 Toen deze mensen minder deugdzaam werden en zich gingen verrijken ten koste van de gemeenschap, lag het voor de hand dat hieruit op een of andere manier oligarchieën ontstonden, want men had rijkdom tot hoogste waarde verheven
- 147 1286 b 1 25 Met betrekking tot erven : hoe zit het met de kinderen van een koning?
- 147 1286 b 30 Dan is er nog een vraagstuk met betrekking tot de krijgsmacht. Aristoteles gaat uit van oorlog als uitgangspunt.
.
16 De absolute alleenheerschappij
- 148 1287 a 15 […] Dat het rechtvaardig is evenveel te regeren als geregeerd te worden, en dus ook: om de beurt te regeren
- 148 1287 a 15 Maar dan heeft men al een wet: een dergelijke ordening is een wet. Het zou dus de voorkeur verdienen dat de wet die heerschappij uitoefent veel eerder dan 1 bepaalde persoon onder de burgers , en volgens dezelfde redenering moeten (als het al beter is dat ook een aantal personen heerschappij uitoefent, deze personen de functie hebben van handhavers en dienaren van de wet bestuursambtenaar moeten nu eenmaal zijn) maar volgens hen is het niet rechtvaardig dat er wel allen gelijkwaardig zijn 1 persoon al deze ambten in zich verenigt
- 149 1287 a 30
- Wie verlangt dat de wet geregeerd lijkt dus te verlangen dat de godheid en het verstand alleen heersen;
- Wie verlangt dat de mens regeert voegt daar nog een wild beest aan toe:
- dat is de aard van begeerte, en drift doet zelfs de beste mensen als regeerders ontsporen.
- Vandaar dat de wet “verstand zonder streving” is
20-10-2021 Kortom: het is beter om met wetten te regeren dan een rechtvaardige alleenheerser alle macht te geven
- 149 1287 b 5 De wet staat boven de partijen. Nog meer gezag dan geschreven wetten hebben de ongeschreven wetten van het gewoonterecht, die bovendien betrekking hebben op gewichtige aangelegenheden
- NOOT 97
- ongeschreven wetten behelzen universele plichten als verering van de goden, respect voor ouders en dergelijke, vanouds zo evident dat schriftelijke vastlegging overbodig leek
- NOOT 97
20-10-2021 Anno 2021 hebben we vrijwel alle ongeschreven wetten in wetten omgezet ?
- 150 1287 b 20 Juist het feit dat sommige dingen wel en andere niet in wetten vervat kunnen worden is de oorzaak dat men zich afvraagt en onderzoekt of het de voorkeur verdient dat de beste wet of dat de beste persoon regeert
.
17 De hoogste vorm van koningschap
- 151 1288 a 7 Eerst moeten we definiëren wie en wat het is dat aan een koning toebehoort,
- wie en wat geschikt is voor aristocratisch gezag,
- en wie en wat geschikt is om te worden bestuurd door het gezag van een Politeia :
- Voor koningschap komt een bevolking in aanmerking
- die in staat is zich te laten regeren door familie die uitmunt in de kwaliteiten die vereist zijn voor politieke leiderschap: (een gekozen koning)
- voor aristocratisch gezag komt een bevolking in aanmerking
- die in staat is zich te laten besturen door een heerschappij van vrije mensen die door hun voortreffelijkheid geschikt zijn om leiding te geven;
- voor het gezag van een Politea komt een bevolking in aanmerking
- met een weerbare meerderheid die in staat is te regeren en zich te laten regeren volgens een wet die ambtenaren welgestelden toebedeeld naar hun verdienste
.
18 Samenvatting ( standpunt van Aristoteles)
- 152 1288 a 35 Wij beweren dus dat er drie juiste staatsvormen zijn, en dat de beste daarvan noodzakelijkerwijs die is waarin de situatie zich voordoet uit ofwel één personen, of een familie als geheel, of een groter aantal personen in voortreffelijkheid boven alle andere uitsteekt, waarbij deze anderen in staat zijn zich te laten regeren en degenen die boven hen uitmunten in staat zijn te regeren met als oogpunt het meest verkieslijker leven.
- Eerder hebben we aangetoond dat de voortreffelijkheid van een man die van een burger van de beste bowlers noodzakelijkerwijs een en dezelfde zijn
- Daarmee is duidelijk geworden dat dezelfde manier en dezelfde middelen waardoor de mens tot een goed mens wordt, moeten worden aangewend om een polis in te richten onder aristocratisch of koninklijk bewind
- Het gevolg is dat dezelfde opvoeding en gewoonten die iemand tot een goed mens maken hem ook geschikt zullen maken voor het bestuur van een polis en voor het koningschap
12-01-2022
-
Aristoteles
-
Machiavelli
-
Hobbes