12

Sessie 12 – 7 april 2020 via een livestream


177 – Hoofdstuk 12 De dood van God Nietzsche, Wagner



 

177 – Hoofdstuk 12 De dood van God Nietzsche, Wagner

### Noot: over wat het betekent om als God dood te zijn

### Uitgangspunten: Schopenhauer, Wagner en de Grieken

Schopenhauer

179 Wagner

182 Dionysisch, apollinisch

Grieken

### De ware werkelijkheid

### Een nieuwe cultuur

### Nihilisme

186 De dolle mens

 

.

177 – Hoofdstuk 12 De dood van God Nietzsche, Wagner

“Met Nietzsche vindt de zoektocht van de moderne mens naar een nieuwe bestaansoriëntatie waarin niet langer God maar hijzelf in het middelpunt staat, een voorlopige maar wel zeer radicale apotheose.”

Is de zoektocht de apotheose? Heeft Nietzsche ook wat gevonden in zijn zoektocht en wat dan? Waarom is het een apotheose en als het voorlopig een apotheose is, wat heeft de zoektocht van Nietzsche dan overtroffen?

.

### Noot: over wat het betekent om als God dood te zijn

Wat betekent het om dood te gaan? Het betekent dat je bent gestorven, dat je dus eerst wel hebt geleefd. Nietzsche was geen “hardcore” atheïst: iemand die meent dat God zeker niet bestaat. Of een idee of concept waar of echt is, was voor Nietzsche niet echt relevant. Dat viel toch niet vast te stellen en bovendien: veel relevanter is wat er wordt bereikt met een begrip. Alle woorden en begrippen zijn volgens Nietzsche alleen maar interpretaties. Feiten bestaan namelijk niet: we hebben alleen maar geconstrueerde betekenissen en om deze te begrijpen moet je je niet laten afleiden door waar woorden naar zouden verwijzen in de wereld maar moet je je afvragen wat degene die het woord gebruikt met het woord wil bereiken bij anderen en wat andere effecten van woorden in geloofssystemen  van mensen zijn.

God was ooit een vitaal begrip, waarmee het leven van mensen diepgaand werd beïnvloed, zowel ten goede als ten kwade. Maar dit woord “werkt” niet meer. Daarom is God dood.

.

### Uitgangspunten: Schopenhauer, Wagner en de Grieken

De uitgangspunten van het denken van Nietzsche zijn de filosofie van Schopenhauer en het klassieke Griekenland.

.

Schopenhauer

Eén van de vruchten (de z.g. “werkingsgeschiedenis”) van het denken van Schopenhauer was het idee van de Wil: de oceaan van krachten waar alles op drijft. Mensen proberen de oceaan tevergeefs vaak te ordenen door zichzelf als een autonoom “ik” te denken of om structuur en wetmatigheid te zien in de oceaan.

Deze greep op de stroom van de werkelijkheid mislukt altijd: de oceaan is te sterk. Bovendien is de Wil indifferent ten opzichte van onze noden en ons geluk. Het verlangen, de uiting van de Wil in ons gemoed, leidt daarmee altijd tot frustratie. Leven is pijn. “Het ergste moet nog komen”, zo laat Schopenhauer weten. We kunnen alleen maar berusten, meegaan in de stroom, of vluchten in verlangenloos ervaren, zoals in kunst.

Nietzsche zal zich uiteindelijk tegen deze tragische opvatting van het leven keren. Hij ontmaskert het als een vijandigheid tegen het leven. Deze vijandigheid blijkt diep in onze cultuur en geschiedenis is te zitten. Nietzsche wordt daarom de psychoanalist van de cultuur, die de vroegste trauma’s en verdringingen moet opsporen en oplossen.

 

.
179 Wagner

Met Richard Wagner ontmoetten we één van de eerste grote modernisten: pretentieuze intellectuelen die het gat door de kerk achtergelaten in de hoge cultuur op wilden vullen vanuit Kunst, Literatuur, Wetenschap en Filosofie. Hoge Cultuur wil zeggen: activiteiten en producten die uitstijgen boven de lokale en alledaagse praktijk, zoals kunst, cultuur en instituties die een universele visie op de mens uitdragen of die kennis verzamelen en bewaren voor ieder mens, uit heden, verleden of toekomst.

Dit had de kerk bijna 2000 jaar gedaan, maar sinds de Verlichting was de kerk niet meer voor iedereen de vanzelfsprekende instantie plek om dit te brengen en te halen.

Hiermee werd Hoge Cultuur een braakliggend terrein en kwamen er kandidaten zoals de Staat, Partijen, Genootschappen maar ook kunstenaars die hier invulling aan meenden te moeten geven.

Richard Wagner meende dat de kunsten hier een rol in moesten spelen en dan met name opera, als kunstvorm waar poëzie, geschiedenis, muziek, dans, literatuur en filosofie konden worden samen gebracht: het Gesamtkunstwerk.

Wagner meende met zijn opera’s te kunnen volbrengen wat de Grieken met de tragediespelen deden: een plek waar gezamenlijk inzicht en waarden werden uitgewerkt, beleefd en doorgegeven.

 

.

182 Dionysisch, apollinisch

.

Grieken

Waar anders te beginnen dan bij de Grieken? Gelukkig wist Nietzsche hier al heel veel van. Hij was immers een briljante student en hoogleraar filologie.

Nietzsche ontdekte dat de oude Grieken een besef hadden van twee tegengestelde principes, die veel gelijkenissen vertonen met ideeën van Schiller: het dionysische (stofdrift, roes, mateloosheid) en het apollinische (vormdrift, harmonie, maat). Deze twee werden afwisselend aanbeden, alsof ze allebei af en toe aan hun trekken moesten komen maar elk nooit de ander zouden mogen overheersen of wegdrukken.

In de oude tragedies (tot Euripides en Socrates) kwam deze tegenstelling ook tot uitdrukking: een menselijke held die op het opnam tegen de natuurlijke orde, ging altijd ten onder. Menselijk pogen (vormdrift) ging teloor als het zichzelf probeerde op te leggen aan de weerbarstige werkelijkheid (stof). Wat restte er dan nog wel? Dat was een schouwspel te maken, een stilering (vormdrift), van dit tragische gegeven.

“De vorm behoedt de toeschouwers voor het geweld van het inzicht en loutert hen.” Door de tragedie op een esthetische afstand te beleven, wordt de tegenstelling wel beleefd maar overkomt het de toeschouwers niet. Ze zien het in, maar raken niet beschadigd. Ze worden gelouterd en ondergaan een catharsis. Met de ervaring van de tragedie keren ze terug in hun dagelijks leven, geupdate met het besef van de uiteindelijke zinloosheid van de menselijke vormdrift. Niet alleen als weten (we weten immers wel dat de dood onvermijdbaar is) maar ook als zelf meegemaakt hebben.

.

### De ware werkelijkheid

Met Euripides en Socrates komt het idee van een hoger plan in de werkelijkheid op: een eeuwige orde buiten de aardse werkelijkheid waar Apollo en niet Dionysos heerst en waar mensen direct toegang toe zouden kunnen hebben. De werkelijkheid lijkt dan wel chaotisch en vloeibaar en het menselijk streven te frustreren, er onder zit een hoger plan, een meer ware werkelijkheid, een beloning die overeenkomt met  de vormdrift (het apollinische).

Deze ware, hogere werkelijkheid staat bij het Christendom nog meer centraal, als het Koninkrijk der Hemelen, het Hiernamaals. Het leven zelf is dan tragisch en het menselijk streven in deze wereld hopeloos vol noodzakelijk lijden en futiel, na dit leven wacht een beloning en een uiteindelijke zin.

De tragiek van het leven op aarde wordt in het Christendom als effect van de erfzonde en invloed van het Kwaad gezien en ontkend door reikhalzend naar het bestaan na dit leven te kijken.

Volgens Nietzsche is dit de uitdrukking van een verziekte moraal die verhoudingen omkeert: niet het leven maar de dood wordt het doel.

 

.

### Een nieuwe cultuur

Met Richard Wagner wil Nietzsche nu een nieuwe cultuur in Duitsland stichten, die voor wat betreft het tragische levensgevoel op de pre-socratische Grieken terug grijpt. Daartoe zouden nieuwe tragedies moeten worden geschapen, nu op Germaanse mythes gebaseerd.

Maar Nietzsche krijgt het, mede door Wagners uiteindelijk teruggrijpen op Christelijke en Boeddhistische motieven in Parsifal, steeds moeilijke met de verering van tragische bestaansmysterie.

De catharsische bevestiging van de tragiek tracht haar toch te overwinnen of erkennen. Het lijden wordt er in bevestigd als iets dat negatief is en wat door er een schouwspel van te maken, en daarmee op afstand mee plaatsen, een hemel op aarde te creëren, weg van de tragedie.

 

.

### Nihilisme

Nietzsche noemt de tragedie en het christendom nu twee varianten van “nihilisme”: een leer waarin de zin of bestaan van waarden wordt ontkend. Bij de Grieken wordt deze zinloosheid nog erkend maar dragelijk gemaakt.

Vanaf Socrates wordt de zinloosheid overtroffen door een illusoire, nieuwe, wel zinnige, werkelijkheid aan gene zijde.

Het komt er voor Nietzsche nu op aan een nieuwe variant van het nihilisme te ontwikkelen: die positief is en in staat blijft het leven te omarmen.

 

Van Professor Paul van Tongeren is een goede lezing op Youtube beschikbaar over nihilisme bij Nietzsche: https://www.youtube.com/watch?v=tApkXQe8bNE.

 

.

186 De dolle mens
  • In het nieuwe nihilisme gaat het om het beamen van de aarde en wat de consequenties hiervan zijn. Daarmee zelfdestructieve en vijandige tendensen naspeuren en ongedaan maken. “In plaats van medelijden leer ik jullie de medevreugde!” In plaats van nee-zeggen, ja-zeggen.
  • De therapeut ontdekt in de regressie dat de mens en zijn cultuur leidt aan “ressentiment”: wrok, jaloezie. Ressentiment is afgeleid, secundair gevoel: om iets dat je niet hebt, omdat je let op wat anderen hebben en jij niet. Het is het gevoel van de loser, de zwakkere, die vooral bezig is om anderen die sterker is toch onder zich te houden. Het is “slavenmoraal”. Deze slavenmoraal heeft God gedood door in God ook de slavenmoraal te projecteren. Van de God der Wrake uit het Oude Testament (die al enigszins ressentimenteel) is maakt de Christen een God die medelijden met mensen heeft. “Wij hebben God vermoord! Wij hebben hem aan medelijden laten sterven!”
  • Door niets meer boven hem te dulden behalve zijn eigen kleingeestigheid heeft de mens de aarde van zijn  zon losgekoppeld. Leeft de mens in een moreel vacuüm zonder oriëntatiepunt.
  • De Übermensch is de mens die vervolgens met dit nieuwe nihilisme kan leven en geen “oud” regressief verlangen meer heeft naar een zin van het leven, die niet ressentimenteel is en die in zichzelf een nieuw ankerpunt vestigt en alle waarden “omwaardeert”.