Inhoudsopgave

11 – INLEIDING
De grillige geschiedenis van de moderne mens:
Descartes, Rousseau, Nietzsche, Lefort, Hegel, Teilhard, Heidegger, Foucault
12 Een zintuiglijke historie
14 Dood van God, dood van de vorst
18 Geen ankerpunt
22 De sterfelijke `God-mens'
27 – Hoofdstuk 1 Zekerheid weggeslagen — en herwonnen – Clemens non Papa, Descartes, Anselmus
30 Scepsis 
31 Cogito ergo sum 
35 Descartes' God
39 – Hoofdstuk 2 De mens een subject – Descartes, William Harvey, Fritz Kahn
41 Onguur
45 Een stuurman op zijn vaartuig
51 – Hoofdstuk 3 Een ingewikkelde machine Spinoza, Mozart, Lamettrie, Ryle
53 De eeuw van de ontmaskering 
58 Lamettrie: de geest is een functie
65 – Hoofdstuk 4 Monsters en de vrije wil Mary Shelley, E.T.A. Hoffmann, Turing, Kant
68 Een soort spul 
70 Wat kan ik weten? 
74 Waarneming en televisie
79 – Hoofdstuk 5 Miniaturen en de gulden regel Kant, Pamuk
84 Hoe ik wil wat ik wil 
87 Gulden regel 87
93 – Hoofdstuk 6   Tweeslachtigheid Kant, Augustinus, Rousseau
94  Een gemengde zegen 94 
97  De mens is goed 
100 Country girl
7 Republicanisme en universalisme Rousseau, Kant 107
111 Mensenrechten 
114 Meeste stemmen 
116 Burger zonder eigenschappen
121 – Hoofdstuk 8 Het volk en zijn eigenheid Leibniz, Herder, Walter Scott
123 Het volkse  
127 Beleefdheid 
130 Ivanhoe
135 – Hoofdstuk 9 Verstrooiing Madame de Stael, Luther
137 Inwendigheid 
140 Piet Hein, Amsterdam en Zuiderzee 
142 Grimmige consequenties
147 – Hoofdstuk 10 Geschiedenis en de woestheid . van de wereld Hegel, Schopenhauer
Hegels Geest 149 
Natuurlijke historie 150 
Hooggebergte 153 
De chaos van de wereld 158 147
165 – Hoofdstuk 11 De mens een kunstenaar Schiller
166 Ode an die Freude 
167 Esthetische opvoeding 
171 Creatieve mensen en mansarden 
177 – Hoofdstuk 12 De dood van God Nietzsche, Wagner
179 Wagner 
182 Dionysisch, apollinisch
186 De dolle mens
191 – Hoofdstuk 13 O mens! Geef acht! Nietzsche, Bataille, Marsman 191
193 Wil tot macht 
195 Decadentie
198 Dionysisch pessimisme
200 Echo's in de kunst
207 – Hoofdstuk 14 Een absurde paradox Kierkegaard, Camus
201 Existentie  
212 Don Juan
216 Jouw lied
221 Hoofdstuk 15 Het onbewuste Jean Paul, Nietzsche, Freud
222 Tafelzilver  
224 Melkwegen en woesternij
226 A talking cure
231 – Hoofdstuk 16 Vrijheid Proust, Bergson, Husserl, Sartre, Beauvoir
233 Fenomenologie 
235 Een mondain bewustzijn
237 Hufters
240 Veroordeeld
247 – Hoofdstuk 17 De hinderlijke ander Sartre
249 De hel 249 
254 One night stand
259 Hoofdstuk 18 Toegang tot het zijn Heidegger, Husserl, Arendt
261 Ter-hand 
264 Vastbesloten
267 Ommekeer
271 Hoofdstuk 19 Humanisme in debat Heidegger, Sartre,
Gadamer 
277 Waarheid 
279 Op dichterlijke wijze
283 – Hoofdstuk 20 Structuur Lévi-Strauss, Saussure, Lacan
284 Menswetenschappen 
286 Kaartspel
290 Algemene linguïstiek
293 Mode en het onbewuste
297 – Hoofdstuk 21 Hofdames Foucault 
298 Woorden en dingen 298 
299 Velázquez 299
303 Dubbelblik 303
306 Een nieuw subject 306
309 – Hoofdstuk 22 Het schrift Derrida 
311 Grammatologie 
313 Vervreemding
317 Trauma
318 Paraplu
323 – Hoofdstuk 23 Belofte en gelaat Ricoeur, Proust, Levinas 323
325 Te haastig 
328 325 Ruimtevaart
330 Erfenis
335 BESLUIT Tegenstrijdig ­ en onvoorzien 
355 Kakofonie 335 
336 Denkende machine
337 Tovenaarsleerling
340 Onuitwisselbaar
342 Antropoceen
344 Ecosystemen
345 2001 345
348 DANKWOORD 
349 GEBRUIKTE LITERATUUR
355 REGISTER