laatste wijziging: 07-03-2018

Sessie 09 : 05-02-2018 humanisme vrije wil zelf

H 7 De humanistische revolutie

De blik naar binnen (232)

Transcendentie. Het buiten. Kosmos, God, de natuur. Kennis = bijbel X logica.  Ook de kunst moest hieraan voldoen.

Immanentie       Het binnen. Alles wat ooit buiten was, is nu binnen. De wereld is een groot park van de mens geworden.

Hoe is de transcendentie afgebrokkeld?

Het belang van het innerlijk wordt nu ingezien. De literatuur gaat van verhalen over heldendaden naar verhalen over de innerlijke wereld; innerlijke monologen. Het innerlijk wordt dan onderwerp van de interesse. Een voorbeeld hiervan is Descartes: deze begint bij de twijfel, het denken

Humanisme = het centraal stellen van het gevoel.

Dialectiek: ontstaat doordat je op zoek gaat naar je relatie met de wereld in andere mensen.

Hegel: transcendentie is een gedachteprestatie. De geest is het product van het je verhouden tot de wereld. Bewustzijn ontstaat vanuit zintuiglijke ervaring

  1. Het liberale humanisme.  Liberalen stellen het individu centraal, een goede samenleving volgt vanzelf.
  2. Het socialistisch humanisme. juist omgekeerd: de samenleving is de hoeksteen.
  3. Het evolutionair humanisme. (259) “survival of The fittest”. Sociaal darwinisme.

Bij 1 en 2 gaat het om het gevoel van het individu. Daar wordt bepaald wat waar(devol) is. De mens = het criterium. Het vertrouwen van het individu heeft een aantal vooronderstellingen, die niet handhaven zijn. Hegel zag kennis vergaren als een lineair proces. Toch is het ook cyclisch, ervan ook weer dingen weg.


Hoofdstuk 8 De tijdbom in het laboratorium

9 / 11  heeft het data geloof alleen maar een boost gegeven.

De basis van het liberalisme is:

De vrije wil: zo zijn dat je altijd helemaal vrij kunnen kiezen wat je wilt. Voor de Grieken was dit een juridisch, maatschappelijk begrip van vrijheid. Een vrij man = iemand die niet voor anderen hoeft te werken.

Het authentieke zelf: er zijn altijd meerdere “stemmen” actief, elk daarvan leveren een zelf op. Het authentieke zelf noemt Kant het “ik denk” ( schuldgevoel = het enige bewijs dat er keuzevrijheid is: je weet het iets anders had kunnen kiezen)

299 Trias Politica