laatste wijziging: 21-10-2022
Eerste onderzoeking
BRON:
- Verena Maijer – 2009 – Edmund Husserl – Denken zonder oordelen – bladzijde 63 tot en met 66
Uitdrukking en betekenis
- 63 Omdat symbolische tekens tussen het beschouwende ik (subject) en hun intentionele zaken of mensen (object) bemiddelen, is het zinvol om het onderzoek met een waardenbepaling (semiotiek of tekenleer) te beginnen. Husserl maakt aanvankelijk verschil tussen voortekens en betekenisvolle symbolen.
- 63 De streep op de brugpijler geeft de hoge waterstand van het afgelopen jaar aan, rook wijst op vuur en de knoop in je zakdoek herinnert. De functie van het aanduiden is kennelijk gelijk aan die van de associatie: het een maakt van het ander bewust. Alleen bij conventionele aankondigingen zeggen we ook wel dat ze iets betekenen, want in de “eigenlijke zin is iets pas aanduiding te noemen als dit en waar dit in een denkend wezen daadwerkelijk als aanwijzing voor iets dient”
- De aanduidende functie vertoont enige bijzonderheden: de streep op de brugpijler brengt niet alleen toevallig het hoge water van het afgelopen jaar in herinnering maar hij ‘legt getuigenis af ’, hij motiveert om overtuigd te zijn van het feit dat het toen hoogwater was. Ook leidt het feit dat de streep in de functie van aanduiding wordt gebruikt tot een ‘voelbare’ samenhang, tot een natuurlijk aandoende verwijzingseenheid van het een naar het ander.
- 63 Van de loutere aanduidingen onderscheidt Husserl de uitdrukkingen in de taal als eenheden die niet alleen naar iets verwijzen maar iets betekenen.
- 63 Allereerst bestaat en ontstaat het spreken door middel van taal in een communicatief proces dat Donald Davidson driehoeksmeting, triangulatie, noemt.
- 63 De spreker spreekt zich uit over iets, de luisteraar begrijpt de bedoeling van de spreker doordat hij deze ‘als een persoon opvat die niet louter geluiden produceert maar tegen deze praat’. Ook hier fungeren de uitdrukkingen voorlopig als aanduidingen voor de gedachten van de spreker, al kunnen ze in deze functie niet opgaan.
- 64 […] we leven in de betekenis
- 64 […] we praten over iets, namelijk over objecten in de ruimste zin
- 64 Zo kunnen we ###