laatste wijziging: 18-08-2022

Intentionaliteit

De basis hiervoor is het begrip van de intentionaliteit, dat Husserl onder verwijzing naar Franz Brentano (1838-1917) opnieuw introduceert. Brentano bedoelde daarmee de eigen aard van de psychische fenomenen, onderscheiden van de fysische fenomenen om op iets gericht te zijn, d.w.z. altijd bewust zijn van iets te zijn. Husserl breidt dit begrip uit.

De intentionaliteit van het bewustzijn verwijst naar de voortdurende correlatie tussen:

Het gedachte voorwerp is daarbij het resultaat van een synthese, waarin de vele noesen tot eenheid van een object bewustzijn worden gebracht. Noema is niet het object in zijn werkelijk zijn als zodanig, maar het in de zingevende functie van de bewustzijns act intentioned gevatte object. De gegevens van gewaarwording (sensuele hyle) dienen als basis voor de noesen. Daarom spelt de analyse van de waarneming voor Husserl een belangrijke rol. Sensuele hyle en noesen vormen de reële inhoud van het beleven, het gedachte (noemata) is de irreële inhoud (intentionele object).