laatste wijziging: 24-04-2018
408 501 H 2 Antinomie v-d-Z-R
DEEL 2 AFDELING 2 BOEK 2 HOOFDSTUK 1
Hoofdstuk 2 De antinomie van de zuivere rede
Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Antinomie
- 408 hoe we hebben in de inleiding bij dit deel van ons werk laten zien dat iedere transcendentale schijn van de zuivere rede berust op dialectische afleidingen, waarvan de logica in de drie formele typensilo gisteren het schema levert – zoals de categorieën hun logische schema aan de vier functies van alle oordelen ontlenen.
- 408 het eerste type pseudo rationele afleidingen betrof de onvoorwaardelijke eenheid van de subjectieve voorwaarden van alle voorstellingen in het algemeen (van het subject of de ziel), en correspondeert met de categorie ze syllogismen, waarvan de Major, als principe, de betrekking van een predikaat tot een subject uitdrukt.
- 408 het tweede type dialectisch argument zal dus, naar analogie met de hypothetische syllogismen, de onvoorwaardelijke eenheid van de objectieve voorwaarden in de verschijning tot zijn inhoud maken
- 408 En zo heeft het derde type , dat in het volgende hoofdstuk aan de orde komt, de onvoorwaardelijke eenheid van de objectieve voorwaarden voor de mogelijkheid van objecten in het algemeen als thema.
- 408 nu is het opvallend dat het transcendentale paralogisme een loutere eenzijdige schijn voortbracht betreffende de idee van het subject van ons denken, en dat er vanuit de rede begrippen niet de minste schijn voor de bewering van het tegendeel ontstaat. Het voordeel ligt geheel aan de zijde van het pneumatisme, maar hoezeer dat de schijn ook mee heeft, het kan zijn erfelijke gebrek niet te loochenen en in de vuurproef van de kritiek vervliegt het in een loutere rook.
- 408 //// Heel anders wordt het als we de rede toepassen op de objectieve synthese der verschijningen. Dan neemt ze haar principe van de onvoorwaardelijke eenheid heel overtuigend te kunnen laten gelden, maar ze raakt al gauw in zulke tegenstrijdigheden verstrekt, dat ze genoodzaakt wordt om afstand te doen van haar kosmologische aanspraken.
- 408 //// Hier doet zich namelijk een nieuwe fenomeen van de menselijke rede aan ons voor: een geheel natuurlijke antithetica, die niemand hoeft uit te denken en die geen opzettelijke geplaatste strikken nodig heeft, maar waarin de rede vanzelf terechtkomt en wel onvermijdelijk.
- 409 Sceptische wanhoop kan de “euthanasie van de zuivere rede” genoemd worden.
- 409 Ik noem alle transcendentale ideeën die betrekking hebben op de absolute totaliteit in de synthese van de verschijningen, wereld begrepen, deels vanwege deze onvoorwaardelijke totaliteit, waarop ook het begrip van het heelal berust (dat zelf slechts een idee is), deels omdat ze uitsluitend de synthese van de verschijningen betreffen, dus de synthetische synthese.
- 409 De absolute totaliteit in de synthese van de voorwaarden voor alle mogelijke dingen überhaupt leidt daarentegen tot een ideaal van de zuivere rede, dat volstrekt verschilt van het wereldbegrip, ook al hangt het ermee samen. Zoals dus de paralogismen van de zuivere rede de basis legden voor een dialectische psychologie, zo zal de antinomie van de zuivere rede de transcendentale grondbeginselen onthullen van een vermeende zuivere (rationele) kosmologie, niet om zich geldig te bevinden en ze aan te nemen, maar – zoals de benaming conflict van de rede al aangeeft – om te laten zien dat zo’n kosmologie, met al haar betoverende maar valse schijn, een idee is, die zich niet met verschijningen laat verenigen.