laatste wijziging: 08-07-2019
659 670 H 3 Architectuur
De transcendentale methodeleer
Hoofdstuk 3 - De architectuur van de zuivere rede
TO DO Samenvatting
- Definitie van de rede
- Definitie van filosofie
- natuurwet & zedenwet
- metafysica =
- 659 Onder ###architectuur versta ik de kunst (van het bouwen) van systemen.
- Omdat gewone kennis pas door systematische eenheid tot wetenschap komt, dat wil zeggen van een louter aggregaat veranderd in een systeem, is de architectuur de leer van het wetenschappelijke in onze kennis in het algemeen, en behoort het dus noodzakelijk tot de methodeleer
- Onder een ###systeem versta ik de eenheid van uiteenlopende kenniseenheden onder een idee.
- Die idee is het redebegrip van de vorm van een geheel, voor zover dat begrip het domein van het menigvuldige in dat geheel en bovendien de onderlinge schikking van de delen ervan a priori bepaald
- Het wetenschappelijke redebegrip bevat dus het doel en de vorm van het geheel dat men met dat doel congrueert.
- De eenheid van het doel waarop alle delen betrokken zijn, en in die idee waarvan ze ook onderling op elkaar betrokken zijn, bewerkstelligd dat elk ontbreken van delen kan worden opgemerkt op grond van kennis van de overige delen;
- Dat er geen toevallige aan vullingen plaatsvinden
- Dat de mate van onvolledigheid, die haar a priori vastgelegde grenzen heeft, niet onbepaald blijft
- Het geheel is dus geordend, en vormt geen opeenhoping
- Het kan van binnenuit groeien, maar niet (door toevoegingen) van buiten,
- net als het lichaam van een dier, waarvan de groei geen in ledematen toevoegt, maar elke ledemaat sterker en beter geschikt voor zijn doel maakt, zonder dat de proportie verandert
- 659 De idee heeft een schema voor haar verwezenlijking nodig
- Dat wil zeggen een op grond van het principe van het doel a priori bepaalde wezenlijke menigvuldigheid en orde van de delen.
- Een schema dat niet volgens een idee, dat wil zeggen niet volgens het hoofddoel van de rede wordt ontworpen, maar empirisch tot stand komt, aan de hand van doeleinden die zich toevallig aandienen (waarvan het niet te voorzien valt), geeft technische eenheid;
- Een schema dat alleen uit een idee voortkomt (waarbij de rede de doelen a priori aangeeft, en ze niet uit de empirie verwacht), grondvest architectonische eenheid
- 660 Wat bij ###wetenschap noemen,
- kan niet technisch ontstaan, op grond van de overeenkomsten in het menigvuldige, of van de toevallige toepassing van kennis voor allerlei willekeurige uiterlijke doelen, maar alleen architectonisch, op grond van de verwantschap in het menigvuldige en de afleiding uit een enkele hoogste en innerlijke doel, dat het geheel pas mogelijk maakt;
- en het schema van nieuwe wetenschap moet de omtrek en de indeling van het geheel overeenkomstig de idee, dat wil zeggen a priori, bevatten, en dat geheel met zekerheid en volgens principes van alle andere gehelen onderscheiden
- 660 Niemand probeert een wetenschap tot stand te brengen zonder daaraan een idee ter grondslag te leggen
- Maar in de uitwerking van die wetenschap komt het schema, zelfs de definitie die hij meteen in het begin van zijn wetenschap geeft, heel zelden met zijn idee overeen
- want die ligt in de rede als een kiem, waarvan alle delen nog zeer onontwikkeld zijn en zelfs door microscopisch onderzoek bijna niet onderscheiden kunnen worden
- daarom mogen we wetenschappen, aangezien ze allemaal met het oog op een zeker algemeen belang worden uitgedaagd, niet volgens de beschrijving die de grondlegger ervan geeft verklaren in bepalen, maar moeten we dat doen aan de hand van de idee die we, gezien de natuurlijke eenheid van de delen die hij heeft samengebracht, in de rede zelf gegrondvest vinden
- want dan zal blijken dat de grondlegger, en vaak ook nog zijn laatste navolgers, rond het idee kwamen die ze voor zichzelf niet duidelijk kunnen maken, en daardoor de bijzondere inhoud, structuur (de systematische eenheid) en de grenzen van de wetenschap niet kunnen aangeven
- 661 Onder de ###rede versta ik hier het hele hoogste kenvermogen, en ik stel dus het rationele tegenover het empirische
- Wanneer ik van alle inhoud van de kennis, objectief beschouwd, abstraheert, dan is alle kennis in subjectieve zin ofwel historisch, of rationeel.
- De historische kennis is kennis uit gegevens
- De rationele kennis is kennis uit begrippen
- Wanneer ik van alle inhoud van de kennis, objectief beschouwd, abstraheert, dan is alle kennis in subjectieve zin ofwel historisch, of rationeel.
- 662 Alle redekennis komt ofwel voort uit begrippen, ofwel uit de constructie van begrippen; de eerste hit filosofische kennis, de tweede wiskundige.
- Het innerlijke verschil tussen beide typen kennis heb ik al in het eerste hoofdstuk behandelt.
- 662 Het systeem nu van alle filosofische kennis is ### filosofie.
- Men moet haar objectief opvatten, als men er het model voor de beoordeling van alle pogingen tot filosoferen onder verstaat, dat moet dienen voor de beoordeling van elke subjectieve filosofie oma van van de structuur vaak zo verschillend en veranderlijk is.
- Op deze wijze is filosofie louter de idee van een mogelijke wetenschap die nergens in concreto is gegeven, maar die men op allerlei manieren probeert te benaderen, doordat het enige begaanbare pad, sterkere zintuiglijkheid overwoekert, wordt ontdekt, en men erin slaagt, voor zover dat mensen vergund is, de tot dusver gebrekkige kopie van het voorbeeld gelijk te maken.
- Tot op dat moment kan men geen filosofie leren, want waar is ze, wie beschikt over haar, en waar kunnen we haar aan herkennen?
- Vooralsnog kan men alleen leren filosoferen, dat wil zeggen het talent van de rede in het volgen van haar alweer een principes oefenen aan de hand van zekere schijnbare filosofische pogingen, maar altijd onder het voorbehoud van het recht van de rede om die principes in hun bronnen te onderzoeken, en ze aan te nemen of te verwerpen
- Men moet haar objectief opvatten, als men er het model voor de beoordeling van alle pogingen tot filosoferen onder verstaat, dat moet dienen voor de beoordeling van elke subjectieve filosofie oma van van de structuur vaak zo verschillend en veranderlijk is.
- 663 Tot dusver was het begrip ### filosofie slechts een schoolbegrip, een begrip van een systeem van kennis die alleen als wetenschap wordt nagestreefd, met als enige doel de systematische eenheid van dat weten, en dus de logische volmaaktheid ervan.
- Er is echter ook nog een kosmisch begrip dat altijd aan de benaming “filosofie” ter grondslag heeft gelegen, vooral wanneer men dat begrip als het ware personifieerde en het zich in het ideaal van de filosoof als oerbeeld voorstelde
- In die zin is filosofie de wetenschap van de relatie van alle kenners tot de wezenlijke doelen van de menselijke rede (theologie van de menselijke rede), en is de filosoof geen technicus van de rede, maar de wetgever van de menselijke rede
- Het zou van grootspraak getuigen zich in deze zin filosoof te noemen en zich aan te matigen het oerbeeld te ervaren, dat alleen in die idee ligt
- De wiskundige, de natuuronderzoeker en de logicus zijn evenwel alleen technici van de rede, hoe uitstekend de eerste twee ook gevorderd zijn in de rede kennis in het algemeen, en de laatste vooral in filosofische kennis. maar er is ook nog een ideale leraar, die hen al een aanzet om de wezenlijke doelen van de menselijke rede te bevorderen en hen daarbij als werktuigen gebruikt. Alleen hem zouden we filosoof moeten noemen., Omdat hij niet bestaat, maar de idee van zijn wetgeving in elke menselijke rede wordt gevonden, zullen we ons uitsluitend aan die idee houden en nader bepalen welke systematische eenheid vanuit het standpunt van de doelen de filosofie volgens dat kosmische begrip voorschrijft
- 663 Wezenlijke doeleinden hoeven niet de hoogste te zijn;
- daarvan kan er, gezien de volkomen systematische eenheid van de rede, maar één zijn.
- Daarom zijn ze ofwel het einddoel, ofwel ondergeschikte doelen, die als middel noodzakelijk tot het einddoel behoren.
- Dat einddoel is geen andere dan de gehele bestemming van de mens, en de filosofie die daarover handelt, heet ### moraalfilosofie
- 664 De wetgeving van de menselijke rede (de filosofie) heeft twee objecten,
- natuur en vrijheid, en bevat dus zowel de natuurwet als de zeden werd; aanvankelijk in twee afzonderlijke filosofische systemen, maar uiteindelijk in een enkel systeem.
- De filosofie van de natuur richt zich op alles wat is,
- De filosofie van de zeden richt zich alleen op wat behoort te zijn
- natuur en vrijheid, en bevat dus zowel de natuurwet als de zeden werd; aanvankelijk in twee afzonderlijke filosofische systemen, maar uiteindelijk in een enkel systeem.
- 664 Alle filosofie is ofwel kennis op grond van de zuivere rede, of rede kennis op grond van empirische principes. De eerste heet ### zuivere filosofie, de tweede ### empirische filosofie
- 664 De filosofie van de zuivere rede is nu
- ofwel voorbereiding,die het vermogen van de rede ten aanzien van alle zuivere a priori kennis onderzoekt,
- en heet dan ### kritiek,
- ofwel ten tweede kennis , het systeem van de zuivere rede , die de gehele filosofische kennis (zowel de ware als de schijnbare) op grond van de zuivere rede in een systematische samenhang bevat,
- dan is ze ### metafysica
- De naam “metafysica” kan ook worden gegeven aan de gehele zuivere filosofie met inbegrip van de kritiek, die dan het onderzoek omvat van alles wat ooit a priori kan worden gekend, en bovendien de presentatie van een systeem van zuivere filosofische kennis van dat type,, kennis die zich onderscheidt van elk empirisch, en ook van het wiskundig gebruik van de rede.
- De metafysica is ingedeeld in
- de metafysica van het speculatieve, en
- die van het praktische gebruik van de zuivere rede,
- en is dus ofwel metafysica van de natuur, ofwel
- metafysica van de zeden. De eerste bevat alle zuivere principes van de rede op grond van louter begrippen (met uitsluiting dus van de wiskunde) die de theoretische kennis van alle dingen betreffend;
- de tweede bevat de principes die in het doen en laten a priori bepalen en noodzakelijk maken.
- Nu is de moraliteit de enige wetmatigheid door handelingen die volkomen a priori uit principes kan worden afgeleid. Daarom is de metafysica van de zeden eigenlijk de zuivere moraal oma waarin geen antropologie (geen empirische voorwaarden) ter grondslag worden gelegd. Wat men in engere zin metafysica pleegt te noemen, is de metafysica van de speculatieve reden. Omdat de zuivere kennis ook behoort tot de bijzondere stam van de menselijke kennis, en wel tot de filosofische kennis op grond van de zuivere rede, blijven we haar ook metafysica noemen, ofschoon we haar buiten beschouwing laten, aangezien ze nu buiten ons bestek valt
- dan is ze ### metafysica
-
NB. Zie ook Störig deel 2 : eerste 50 bladzijden over Kant
- ofwel voorbereiding,die het vermogen van de rede ten aanzien van alle zuivere a priori kennis onderzoekt,
- 665 Het is van uitzonderlijk belang om typen kennis te scheiden die qua soort en oorsprong van elkaar verschillen, en om zorgvuldig te vermijden dat ze vermengd worden met andere typen, waarmee ze in het gebruik gewoonlijk verbonden zijn. Wat de scheikundige bij het scheiden der stoffen doen, de wiskundigen in hun zuivere leer der groottes, en nog veel meer de plicht van de filosoof, zodat hij met zekerheid de rol van een of ander bijzonder type kennis en de specifieke waarde in invloed ervan bij het uiteenlopende gebruik van het verstand kan bepalen.
- De menselijke rede heeft vanaf het moment dat ze denkt, of liever nadenkt, nooit een metafysica kunnen missen, maar die ook nooit tot stand kunnen brengen in een vorm die voldoende van alle vreemde elementen is gezuiverd. De idee van zo’n wetenschappers net zo oud als de speculatieve menselijke rede, en welke rede speculeert niet, hetzij op scholastieke, hetzij op populaire wijze?
- Men moet evenwel erkennen dat het onderscheid tussen de twee elementen van onze kennis,
- waarvan de ene volkomen a priori tot onze beschikking staat,
- en de andere alleen a posteriori uit de ervaring gehaald kan worden,
- zelfs voor beroepsdenkers zeer onduidelijk bleef, en daardoor nooit tot de grensbepaling van een bijzonder type kennis kon leiden, en dus ook niet tot de echte idee van een wetenschap, die de menselijke rede zo lang en intensief heeft beziggehouden
- Men moet evenwel erkennen dat het onderscheid tussen de twee elementen van onze kennis,
- De menselijke rede heeft vanaf het moment dat ze denkt, of liever nadenkt, nooit een metafysica kunnen missen, maar die ook nooit tot stand kunnen brengen in een vorm die voldoende van alle vreemde elementen is gezuiverd. De idee van zo’n wetenschappers net zo oud als de speculatieve menselijke rede, en welke rede speculeert niet, hetzij op scholastieke, hetzij op populaire wijze?
- 665 Toen men zei dat de ### metafysica de wetenschap is van de eerste principes van de menselijke kennis, had men daarbij niet een heel specifiek soort kennis op het oog, maar alleen een rangorde in termen van algemeenheid, waardoor die kennis niet duidelijk van het empirische kon worden onderscheiden want ook onder empirische principes zijn sommige algemenere, en daarom hoger dan andere; waar zou men in een dergelijke rangorde de scheidslijn moeten aanbrengen tussen het eerste deel en de hoogste elementen, en het tweede deel en de ondergeschikte elementen
- (want wat volkomen a priori wordt gekend, onderscheid men zo niet van wat alleen a posteriori wordt gekend)?
- 666 De basisidee van metafysica werd anderzijds ook nog in nevelen gehuld, zodat ze als a priori kennis en zekere gelijkenis vertonen met de wiskunde, die inderdaad qua a priori oorsprong aan de metafysica verwant is; maar als het op het verschil tussen filosofische en wiskundige kennis aankomt (het verschil dus tussen kennis uit begrippen, en een a priori wijze van oordelen louter door middel van constructie van begrippen) om treedt er een beslissende ongelijksoortigheid aan de dag, die men altijd wel op een of andere manier aanvoelden, maar nooit een duidelijke criteria kon herleiden
- 666 Alle zuivere a priori-kennis vormt dus dankzij het specifieke kenvermogen waarin ze gelegen moet zijn een bijzondere eenheid, en de metafysica is de filosofie die die kennis in deze systematische eenheid moet presenteren
- 666 De metafysica in de engere betekenis van het woord bestaat uit
- De transcendentale filosofie behandelt alleen het verstand en de rede zelf in het systeem van alle begrippen en grondbeginselen, die op objecten in het algemeen worden betrokken, zonder daarbij objecten aan te nemen die gegeven zijn
- De fysiologie van de zuivere rede behandeld de natuur, dat wil zeggen het geheel van gegeven objecten (of die nu de zintuigen, of, zo men wil, een ander type aanschouwing gegeven zijn [ontologie] ), en is dus fysiologie, zij het alleen rationeel.
- Nu is het gebruik van de rede bij deze rationele beschouwing van de natuur ofwel fysisch ( = immanent) , ofwel hyper-fysisch ( = transcendent)
- Fysisch richt zich op de natuur voor zover de kennis ervan in de ervaring (concreet) kan worden toegepast
- Hyper-fysisch richt zich op een verbinding van ervaring’s objecten die alle ervaring overstijgt.
- Deze transcendente fysiologie heeft daarom
- ofwel een innerlijke verbinding,
- ofwel een uiterlijke verbinding tot onderwerp, die evenwel beiden boven mogelijke ervaring uitgaan;
- in het eerste geval is de fysiologie van de natuur als geheel, dat wil zeggen de transcendentale kennis van de wereld;
- in de tweede fysiologie van de samenhang tussen de natuur als geheel en een wezen boven de natuur, dat wil zeggen de transcendentale kennis van God
- Deze transcendente fysiologie heeft daarom
- Nu is het gebruik van de rede bij deze rationele beschouwing van de natuur ofwel fysisch ( = immanent) , ofwel hyper-fysisch ( = transcendent)
- 667 /// JST + DHO Aldus bestaat het hele systeem van de metafysica uit vier hoofddelen:
- ** 1 ** De ontologie
- De ontologie behandeld alleen
- ** 2 ** De rationele fysiologie
- ** 3 ** De rationele kosmologie
- ** 4 ** De rationele theologie
- ** 1 ** De ontologie
- 667 Het tweede deel, namelijk
- rationele fysica
- Noot Kant: Men mag niet denken dat ik daaronder verstaan wat men gewoonlijk “algemene fysica” doet, en meer wiskunde dan filosofie van de natuur is. Op de metafysica van de natuur staat volkomen los van de wiskunde, kan ook bij lange na niet zoveel inzichten bieden die onze kennis uitbreiden als zij, is toch zeer belangrijk voor de kritiek van op de natuur toe te passen zuivere verstand kennis in het algemeen. Bij ontstentenis van zo’n kritiek hebben zelfs wiskundigen oma van bepaalde gangbare, maar in feite metafysische begrippen uit te gaan, de natuur weer ongemerkt met hypotheses belast, die bij kritiek van deze principes verdwijnen, zonder dat daar wordt de toepassing van de wiskunde in dit domein (die volstrekt onontbeerlijk is) in het minst afbreuk wordt gedaan
- rationele psychologie (latijn: psychologica rationalis)
- rationele fysica
- 668 De oorspronkelijke idee van een filosofie van de zuivere rede schrijft deze indeling zelf voor.
- Die indeling is dus architectonisch, in overeenstemming met de wezenlijke doelen van de rede, en niet louter technisch; als het ware op goed geluk opgesteld, aan de hand van toevallig waargenomen overeenkomsten. Juist daarom is onveranderlijk en heeft ze kracht van wet
Vragen met betrekking tot deze indeling
- 668 VRAAG 1 :
- Hoe kan ik a priori kennis, metafysica dus, verwachten van objecten voorzover die aan onze zintuigen, dus a posteriori zijn gegeven?
- /// JST + DHO Het antwoord
- We nemen uit de ervaring alleen wat nodig is om ons een object van de uiterlijke of van de innerlijke zintuiglijkheid te geven.
- Het eerste vinden louter in het begrip materie (ondoordringbare, levenloze uitgebreidheid), het tweede in het begrip van een denkend wezen (in empirische innerlijke voorstelling: ik denk)
- We moeten ons overigens in de hele metafysica van deze objecten volkomen onthouden van alle empirische principes die aan het begrip nog een of andere ervaring zouden kunnen toevoegen, om zoiets over die objecten beoordelen
- /// JST + DHO Het antwoord
- Hoe kan ik a priori kennis, metafysica dus, verwachten van objecten voorzover die aan onze zintuigen, dus a posteriori zijn gegeven?
- 668 VRAAG 2 :
- Waar blijft de empirische psychologie, die altijd haar plaats in de metafysica heeft gehandhaafd, en waarvan men in onze tijd zulke grote dingen verwachten voor de verheldering van de metafysica, nadat men de hoop had opgegeven a priori iets dergelijks tot stand te brengen?
- /// JST + DHO Het antwoord:
- Haar plaats is daar, waar ook de eigenlijke (empirische) natuur leren thuishoort, namelijk aan de kant van de toegepaste filosofie, waarvoor de zuivere filosofie de a priori principes bevat, die dus wel met haar verbonden is, maar niet met haar verminkt mag worden.
- Empirische psychologie moet dus volledig uit de metafysica vervangen worden, en wordt reeds door de idee van de metafysica geheel en al uitgesloten
- Toch zal men haar volgt het schoolgebruik altijd een plaatsje in de metafysica moeten gunnen (zij het alleen als periode) en wel uit economische motieven, omdat ze nog niet zo rijk is dat ze zelfstandig een studie kan vormen, en toch te belangrijk is om haar helemaal uit te stoten, of haar ergens onder te brengen waar ze wat minder verwantschap dat in de metafysica zou vinden. Ze is dus slechts een vreemdelinge, die men enige tijd onderdak verleend doordat ze een uitvoerige antropologie (de tegenhanger van empirische natuur weer) haar eigen onderkomen zou kunnen betrekken
- /// JST + DHO Het antwoord:
- Waar blijft de empirische psychologie, die altijd haar plaats in de metafysica heeft gehandhaafd, en waarvan men in onze tijd zulke grote dingen verwachten voor de verheldering van de metafysica, nadat men de hoop had opgegeven a priori iets dergelijks tot stand te brengen?
- 669 Alleen de metafysica, zowel die van de natuur als die van de zeden, maar vooral de kritiek van de op zich op eigen vleugels naar omhoog wagende rede, die er als voorbereiding aan voorafgaat, vormen eigenlijk wat in strikte zin filosofie kunnen noemen
- 669 Die filosofie betrekt alsook wijsheid, maar langs de weg van de wetenschap; de enige die nooit meer overwoekerd wordt als hij eenmaal gebaat is, en die geen dwalingen toestaat.
- Wiskunde, natuurwetenschap, en zelfs de empirische kennis over de mens hebben aanzienlijke waarde als middelen, grotendeels tot toevallige, maar uiteindelijk toch ook tot de noodzakelijke en wezenlijke doelen van de mensheid; die waarde krijgen ze echter alleen door bemiddeling van de rede kennis op grond van louter begrippen, die hoe men haar ook verder wil noemen, eigenlijk niets anders dan metafysica is
- 669 Juist daarom is de metafysica: de voltooiing van de hele cultuur van de menselijke rede, die onontbeerlijk is, ook als we haar invloed als wetenschap op zekere bijzondere doeleinden buiten beschouwing laten.
- Want ze beschouwt de rede vanuit het oogpunt van haar elementen en haar hoogste maximes, via de mogelijkheid zelf van een aantal wetenschappen, en aan het gebruik van alle wetenschappen samen ter grondslag moet liggen.
- Dat ze er als loutere speculatie meer toedient om fouten te vermoeden dan om kennis uit te breiden, doet geen afbreuk aan haar waarde, maar verleent haar veeleer waardigheid en aanzien door haar functie als censor, die de algemene orde en eensgezindheid, zelfs de welvaart van het wetenschappelijke gemenebest waarborgt, indien de met moet ondernomen en vruchtbare ontwikkeling daarvan behoedt voor afwijkingen van het einddoel: de algemene gelukzaligheid
-
- NOOT Kant: “Censor” moet hier gelezen worden in de betekenis van het woord in het Latijn
- De censor was verantwoordelijk voor de afdracht van belastingen, maar ook voor het handhaven van de openbare orde
- NOOT Kant: “Censor” moet hier gelezen worden in de betekenis van het woord in het Latijn
-