laatste wijziging: 14-08-2022

Fundering – Eerste hoofdstuk

Overgang van de gewone zedelijke kennis van de rede naar de filosofische


Bladzijde 61 tot en met 76 (  = 15 bladzijden )


De maxime is het principe dat de aanzet geeft tot of ten grondslag ligt aan iemands handelingen. Een maxime is een subjectief principe, dat gebaseerd is op wat het subject (het individu) wil

Kant omschrijft het begrip maxime als het subjectieve principe van het willen 

De plicht is de goede wil gerealiseerd, het onderscheid tussen goede wil en zelfzuchtigheid is niet makkelijk te onderscheiden




11-08-2022 Hoe wordt je gelukkig? Niet door materieel te groeien, maar door immaterieel (door de rede, door NA TE DENKEN)
  1. 69 Eerste propositie (bewering) :
    • (Noot 22) Alleen een handeling die omwille van de plicht geschied, heeft morele waarde
  2. 70 Tweede propositie (bewering) :
    • De morele waarde ligt niet in de bedoeling maar ze ligt in de maxime (principe) waarop de handeling is gebaseerd
    • Noot 23 Kant introduceert hier het formele karakter van de ethiek: ##
  3. 70 Derde propositie (bewering) :
    • Plicht is de noodzaak van een handeling omwille van de achting (eerbied) voor de wet
      • (Categorisch imperatief)
      • Men kan een neiging hebben tot iets en er naar handelen zonder er achting voor te tonen.
      • Achting is het gevoel voor de morele wet.
      • De achting is dus niet door een externe invloed gevestigd maar door de rede zelf ingegeven.
      • De achting is dus zuiver en niet heteronoom.
        • Uit deze laatste propositie is dan af te leiden dat de wil wordt bepaald door de objectief morele wet en de subjectief zuivere achting. Anders gezegd:
          • de maxime (subjectief principe) is het gevolg van de praktische wet (objectief principe).
            • Een morele actie is dus dat de rede iemand de plicht geeft om zo te handelen; iemands achting voor de wet zorgt dat deze persoon de wet naleeft.

 

 

Dus om dit hoofdstuk af te sluiten, het maakt niet uit wat de uitkomst van iemands handeling is, het is belangrijk dat die persoon zijn of haar plicht ten opzichte van de morele wet is nagekomen. Als iemands handeling goed lijkt, maar ze is ingegeven door een neiging dan is ze moreel waardeloos en niet autonoom maar heteronoom.