kant

laatste wijziging: 11-08-2022

Fundering – inleiding

Bladzijde 11 tot en met 44

I Kant s ethiek: algemene introductie
II Kant s fundering : de ontstaansgeschiedenis
III Principes van vertaling
IV Bibliografische verantwoording en literatuurlijst
V Glossarium

.

I Kant s ethiek: algemene introductie

.

1 De mens als ethisch wezen

20 hypothetisch imperatief (bijvoorbeeld nastreven van particulier geluk)

.

2 Korte biografische aantekening

13 Aanleiding : de aardbeving van Lissabon in 1755

.

3 Kritiek van de theoretische rede

13 Wat is de mens? ##
14
- Empirisme ##
- Rationalisme ##
15 Onze kennis is het gevolg van van een ordening van zintuiglijke indrukken door de categorieën (vormen) van het verstand

.

4 Kritiek van de praktische rede

17 Met de stelling ##

.

5 De goede wil

17 De openingszin van de fundering is beroemd:
- Het is geheel en al onmogelijk om in de wereld en zelfs ook daarbuiten
  - iets te bedenken wat zonder restrictie voor goed gehouden kan worden,
  - behalve dan een goede wil
18 De goede wil staat centraal
19 Onder maximes verstaat Kant de subjectieve grondbeginselen van het handelen
19 De wil kan ook door praktische imperatieven worden bepaald.
- Dat zijn regels
  - die objectieve grondbeginselen voor het handelen
    - opleggen en uitdrukken
      - waaraan een subject zich moet houden
19 Technische imperatieven
19 Pragmatische imperatieven ##
20 Hypothetische imperatieven ##
20 categorisch imperatief (algemene regel)
- Kants ethiek is niet-consequentionalistisch
21 “Handel alleen volgens die maxime (subjectief oordeel) waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat zij een algemene wet wordt”

.

6 De 4 morele verplichtingen

23
1. x
2. x
3. x
4. x
24 rechtsplicht ##

.

7 Het recht

25 natuurtoestand
26 Kants categorisch imperatief (algemene regel) wat betreft het recht :
- Handel ##
27 vrijheid
27 gelijkheid ##
27 Volkenbond

.

8 Het “bewijs” van de ethiek

28 heteronome wilsbepaling (bepaald door wetten/regels van anderen)
29 “Erscheinung” = verschijnen
31 Het gaat deugd, niet om geluk

.

II Kant s fundering : de ontstaansgeschiedenis

.

1 De titel (vertaald)

31 eudaimonia : geluk
32 Grundlegung zur Metaphysik der Sitten
- Grondslag → Fundering voor de metafysica van de zeden / moraliteit / ethiek
  - Zeden : gewoonten en gebruiken
33 fundament ##
33 ethiek ##

.

2 aanleiding

35 Plato ##
35 Het inzicht ##
36 Nadat Kant in 1781 de eerste ##
36 Om de problematiek van ##

.

· Immanuel Kant

WAT IS VERLICHTING?

https://web.archive.org/web/20031119104958/http://courses.essex.ac.uk/cs/cs101/kant.htm
Verlichting is de bevrijding van de mens van zijn zelfopgelegde voogdij. Voogdij is het onvermogen van de mens om zijn verstand te gebruiken zonder instructies van een ander. Zelfverwonding is deze voogdij wanneer de oorzaak niet ligt in een gebrek aan reden, maar in een gebrek aan vastberadenheid en moed om het te gebruiken zonder aanwijzingen van een ander. Sapere aude! “Heb moed om je eigen verstand te gebruiken!” – dat is het motto van verlichting.

Een kernbegrip bij Kant vormde de zogenoemde ‘copernicaanse revolutie‘ of ‘copernicaanse wending’. Net zoals de zon niet om de aarde draait, zo weerspiegelt de menselijke geest niet de wereld zoals deze werkelijk is maar alleen zoals de wereld zich aan de mens voordoet.