laatste wijziging: 26-03-2024
Kant: begrippen
Begrippen met betrekking tot de “Kritiek van de Zuivere Rede”
- antinomie : een tegenspraak die geen paradox is, maar die (in de filosofie van Kant) ontstaat door het feit dat de zuivere rede, als deze zijn meest fundamentele principes toepast op de fenomenen van de door ons ervaren wereld, onvermijdelijk op tegenspraken stuit.
- apperceptie : bewuste waarneming.
- apprehensie : het begrip / samenvatting
- apodictische: onweerlegbaar. De eigenschap van een stelling die niet bewezen hoeft te worden
- apperceptie : bewuste waarneming
- esthetica : waarneming
- hypothese : veronderstelling in de empirische wetenschap, een stelling die (nog) niet bewezen is en dient als uitgangspunt voor een experiment.
- kenvermogen Cognitie Verstand Vermogen om te begrijpen
- kritiek : In het woord kritiek klinkt het Griekse werkwoord “afzonderen”, “scheiden”, “gerechtelijk onderzoeken”;
- noumena : wat wordt gedacht
- oordelen :
- analytische oordelen :
Deze bol is rond.
Rond (het predicaat) is al een eigenschap van een bol. - synthetische oordelen :
Deze bol is rood.
Pas na zintuiglijke waarneming kan ik deze uitspraak doen.
- analytische oordelen :
- phaenomena : fenomeen; een waarneembare/observeerbare gebeurtenis; “iets wat [gezien] kan worden”
- rede : menselijk denkvermogen
- synthese : de handeling die verschillende voorstellingen bij elkaar voegt en hun menigvuldigheid in één kenniseenheid vat.
- these : een stelling, die bewezen of beargumenteerd moet worden
- transcendentaal : overstijging (geeft de grenzen van de rede aan) “transcendentaal” geeft aan dat die kritiek zich niet richt op objecten, maar op de manier waarop we voorafgaand aan de ervaring tot kennis van die objecten kunnen komen.
- transcendentale esthetica (alsof je de bril bestudeert i.p.v. het beeld dat door de bril wordt waargenomen)
- zuivere : Wanneer Kant het woord “zuiver” gebruikt bedoelt hij dat het niet “bevuild” is met ervaring.