laatste wijziging: 23-02-2020

01 Apologie: de dood van Socrates.

Beluisterd tijdens wandelingen begin juli 2018

In totaal 20 bladzijden

BRONNEN:


TO DO:


De Apologie van Socrates (verdedigingsrede), is niet in dialoogvorm geschreven.

De Apologie bestaat in feite uit 3 redevoeringen:

1: "17 - 35 d" :: bladzijde 3 tot en met 15, bevat de eigenlijke verdediging.
  1. Socrates maakt een onderscheid tussen de ‘vroegste’ aanklagers (die hem in het verleden in een kwaad daglicht hebben gesteld) en de ‘recente’ aanklagers (die daadwerkelijk een aanklacht tegen hem hebben ingediend) en verdedigt zich tegen beide groepen afzonderlijk.
  2. De eerste vindt hij het gevaarlijkst, omdat ze voor het merendeel anoniem zijn. Tot deze groep behoort ook Aristophanes, die in zijn de blijspel Wolken Socrates als een wereldvreemde kamergeleerde belachelijk maakt.
    Door brandhout te maken van de jonge, onervaren Meletus bewijst hij dat hij van de ‘recente’ aanklagers niets te vrezen heeft.
  3. Socrates legt intussen uit hoe hij ertoe gekomen is de Atheners steeds weer te confronteren met hun onwetendheid, bewijst hij dat zij ongelijk hebben. Zijn levenstaak bestaat uit kritisch onderzoek van zichzelf en van anderen met als enig doel de zorg voor de ziel, opdat deze zo goed mogelijk wordt. Hij licht vervolgens toe waarom hij zich verre heeft gehouden van het politieke leven en zich geconcentreerd heeft op gesprekken met individuele mensen. Zijn ‘roeping’ weerhield hem ervan politiek actief te zijn.
  4. Verder is hij er stellig van overtuigd dat zijn invloed op de jeugd niet zo verderfelijk is geweest als sommigen beweren.
    [Niettemin wordt hij met een meerderheid van een dertigtal stemmen schuldig bevonden.]
2:  "35 e - 38 b" korte redevoering. Socrates beweert  
    niet verontwaardigd te zijn over zijn veroordeling.
De laatste redevoering (38c-42a)

------------------

------------------

Zoals de hartstochtelijke minnaar geen middel onbeproefd laat om te mogen verkeren in de omgeving van de geliefde, zo laat Socrates niets achterwege om de leugens weg te breken die de door hem zo fel begeerde kristal van waarheid omgeven en beletten te stralen. Ontspannen openheid springt bij zijn optreden altijd in het oog. Graag en onvermoeibaar houdt hij zich gereed voor een ieder die met hem wil spreken over welk probleem dan ook; onpartijdig en belangeloos ordent hij met zijn gespreksgenoot het onderwerp, en nooit kan men Socrates verwijten dat hij de wijsheid in pacht zou willen hebben. Nee, steeds oefent hij zichzelf en zijn omgeving in alsmaar zorgvuldiger gebruik van het belangrijkste instrument dat mensen ter beschikking staat: onderscheidingsvermogen. Werkt dat goed, dan kan alles wat niet waar is op organische wijze worden afgevoerd en zal de waarheid omtrent welk onderwerp dan ook vanzelf aan het licht komen. Zo soepel als Socrates zich altijd weer blijkt te richten naar de eigenschappen van zijn gesprekspartners, zo streng en precies houdt hij zich aan de beschreven methode. Ze levert hem een grote bekendheid op in Griekenland en regelrechte populariteit in Athene. Vooral bij de jongelui die zich maar wat graag in het gezelschap van Socrates bevinden, als die zijn vriendelijke, maar onverbiddelijke vragenvuur loslaat op de ‘kenners van de waarheid‘.

En daarvan lopen er nogal wat rond: professionele volksopvoeders die zich – vaak tegen forse betaling – beschikbaar houden als leermeesters van de jeugd, de zogenaamde ‘sofisten‘. De vrije, onafhankelijke Socrates, die zijn inkomen laat afhangen van wat men voor hem over heeft, ervaren zij als een directe bedreiging van hun wankele nering. Langs slinkse wegen, grotendeels anoniem, spannen ze bij de Atheense volksvergadering een rechtszaak tegen hem aan. De beschuldiging luidt als volgt: Sokrates zou zich bezighouden met duistere zaken, recht praten wat krom is en daarmee de jeugd bederven. Een vage en algemeen gehouden beschuldiging. Waar moet Sokrates zich tegen verweren? En tegen wie? Dat deze zaak hem de kop zal gaan kosten, weet hij overigens op voorhand en als het op een stemming aankomt, zal er hoe dan ook een schuldig over hem worden uitgesproken. Terecht begint Sokrates zijn verdedigingsrede dan ook met een vraag naar de zin van deze onderneming. Maar ineens neemt hij een draai. In een moment van grote luciditeit besluit de hoogbejaarde grijsaard om in het belang van de stad Athene, in het belang ook van de waarheid die hij een mensenleven lang heeft willen dienen, nog een keer in de volle openbaarheid verantwoording af te leggen van zijn optreden, zijn motieven ervoor en de methode die hij altijd volgde. En dezelfde man die zich aan het begin van dit optreden verontschuldigt dat hij eigenlijk geen volksredenaar is, komt te staan onder de inspiratie van zijn hartstochtelijk geloof in de goden, zijn brandende liefde voor de waarheid en zijn blind vertrouwen in uiteindelijke gerechtigheid. Een vlammend pleidooi voor zuiver onderscheidingsvermogen is het gevolg van deze geïnspireerde houding. De Apologie biedt een ieder die zich op de hoogte wil stellen van de theoretische en praktische inzichten van Sokrates, een ideale inleiding. Het betoog is nergens hoogdravend of langdradig, maar steeds spannend en, zoals alle dingen die werkelijk goed zijn, in hoge mate actueel. Bovendien bevat het alle principes waarvan gebruik dient te worden gemaakt door hen die wetten maken en door degenen die in staat zijn, eraan te gehoorzamen.

APOLOGIE Gesprekspartners: Sokrates, Meletos, juryleden van het Volksgerecht van Athene.

EERSTE REDE :

INLEIDING

VERDEDIGING TEGEN DE VROEGSTE AANKLAGERS
SOKRATES IS GEEN NATUURVORSER
SOKRATES IS GEEN SOFIST

 

SOKRATES’ WETENSCHAP

 

 

verdediging tegen de jongste aanklagers

 

 

 

Socrates' levenswijze kan hem het leven kostten

 

 

Socrates is een zegen van de goden voor Athene

 

Socrates' bovennatuurlijk teken

 

 

Socrates en de jeugd

 

Socrates zal niet smeken

 

tweede rede
NA HET UITSPREKEN VAN HET DOODVONNIS:
welke straf stelt Socrates voor

 

 

 

derde rede
HET VONNIS BLIJFT ONGEWIJZIGD.

 

 

 

 

 

NOTEN

 

  1. Namelijk Aristophanes, die in zijn komedie De wolken de draak steekt met Sokrates.
  2. Meletos wordt ook genoemd in Euthyphroon. Hij is een dichter.
  3. In Delphi staat de beroemde Apollotempel waar de Pythia, priesteres van Apollo, haar orakelspreuken gaf.
  4. Een geliefde krachtterm van Sokrates.
  5. Anaxagoras was een natuurfilosoof; hij woonde lange tijd in Athene tot hij werd aangeklaagd wegens goddeloosheid. Hij vluchtte naar Lampsakos, waar hij in 428 v. Chr. stierf.
  6. Achilles, die in zijn boosheid niet meer met de Grieken wilde meevechten tegen Troje. Dus trok Patroklos, Achilles’ beste vriend, diens wapenrusting aan. In de daarop volgende strijd wordt Patroklos gedood door Hektor. Dan wil Achilles zich wreken.
  7. g Vgl. Symposion 220-222.
  8. h De zeeslag bijArginous(s)ai, een eilandengroep tussen het eiland Lesbos en het vasteland.