laatste wijziging: 29-01-2019
007 – 023 Taalspelen – aanwijzen
[ Bladzijde ] – [ nummer opmerking ] 013 001
- 016 – 007 We kunnen ons ook indenken dat het hele proces van het gebruik van de woorden in een van die spelen is waardoor kinderen hun moedertaal leren. Ik (Wittgenstein) zal deze spelen /// JST “### taalspelen” noemen, en van een primitieve taal soms spreken als van een taalspel
- 016 – 008 De woorden “daarheen” en “dit” worden toegevoegd aan bouwer A
- Er worden telwoorden A, B, C, D, et cetera toegevoegd
- Ook worden kleurstaaltjes toegevoegd voor de kleur van een element
D - plaat - daarheen
C - kleurstaaltje - blok - daarheen
A - dit - pilaar - daarheen
- 017 – 009 Worden ook “daarheen”en “dit” aanwijzend geleerd?– Stel je voor op welke manieren je iemand een gebruik zou kunnen leren! Je zult daarbij naar plaatsen en dingen wijzen, – manier gebeurt dit aanwijzen ook bij het gebruik van de woorden en niet alleen bij het leren van een gebruik –
- 017 – 010 Wat duiden de woorden de woorden van deze taal nu aan? – Wat ze aanduiden, waar zouden anders uit moeten blijken dan uit de manier waarop ze worden gebruikt? En die hebben we al beschreven. De uitdrukking “dit woord duidt dat aan” zou dus deel moeten gaan uitmaken van deze beschrijving.
- 018 – 011 Gereedschap in een gereedschapskist: een hamer, een tang, een zaag, een schroevendraaier, een duimstok, een lijmpot, lijn, spijkers en schroeven. Wat ons in verwarring brengt, is natuurlijk de uniforme gedaante waarin de woorden ons gesproken, geschreven of gedrukte tegemoet treden. Want hun gebruik staat ons niet zo helder voor ogen. En met name niet wanneer wij filosoferen ( 7-1-2019 JST met name dan over het gebruik van abstracte begrippen )
- 018 – 013 /// JST Als we zeggen: “Elk woord in een taal duidt iets aan” dan hebben we daarmee voorlopig nog helemaal niets gezegd (Of het moeten betekenisloze woorden zijn, zoals La la la la.
- 019 – 014 Stel je voor dat iemand zegt: “alle gereedschap dient om iets te modificeren “. Zo modificeren de hamer de positie van de spijker, de zaag de vorm van de plank, et cetera. En wat wordt door de duimstok gemodificeerd, door de lijmpot, door de spijkers? Onze kennis van de lengte van een ding, de temperatuur van de lijn, en de stevigheid van de kist – /// JST zou met deze assimilatie van uitdrukkingen iets gewonnen zijn?
- 019 – 015 Het woord “aanduiden”. Het zal vaak nuttig blijken bij het filosoferen tegen onszelf te zeggen: /// JST iets benoemen, dat is zoiets als een ding een etiket op plakken.
- 019 – 016 Maken kleurstaaltjes deel uit van de taal? -> Ja.
- 019 – 017 Woordsoorten. /// JST Hoe we woorden in soorten groeperen, zal van het doel van de indeling afhankelijk zijn – en van onze voorkeur
- 020 – 018 Onze taal kan men beschouwen als een oude stad: een wirwar van steegjes en pleintjes, oude en nieuwe huizen, en huizen waarin verschillende tijden stukken zijn nagebouwd; en dit alles omgeven door een groot aantal nieuwe buitenwijken met rechte en regelmatige straten en met gelijkvormige huizen.
- 020 – 019 /// JST Als ik “plaat!” roep, is dit dan een woord of een zin? –> beide ……..
- Wanneer ik “plaat!” roep, dan wil ik dat je mij een plaat brengt. Houdt “dat willen” in dat je, in welke vorm dan ook, een andere zin denkt dan die welke je uitspreekt?
- We zeggen dat we het bevel in contrast met andere zinnen gebruiken, omdat in onze taal die andere zinnen tot de mogelijkheden behoren. Iemand die onze taal niet verstaat, een buitenlander, die al vaker heeft gehoord hoe iemand het bevel “breng mij een plaat!” gaf, zou kunnen denken dat die hele reeks van klanken één woord is, dat ongeveer correspondeert met het woord “bouwelement “in zijn eigen taal.
- 021 – 020 /// JST Zinnen in contrast met andere zinnen.
- Breng mij een plaat
- Plaat
- Geef mij een plaat aan
- Breng twee platen Deze zinnen hebben dezelfde betekenis
- *** In het Russisch “Steen rood” t.o.v. “De Steen in rood“.
- Seven of Nine heeft in het begin van haar leven op Voyager heel veel moeite met het onderscheid tussen bevel en vraag. Dit komt door haar Borg verleden.
- 022 – 021 /// JST Wat is het verschil tussen een bewering “Vijf platen” en een bevel “Vijf platen!” ?
- In de taal – communicatie met anderen speelt ook stembuiging een rol
- In de taal – communicatie met anderen speelt ook gelaatsuitdrukking rol
- We zouden onze ook taal kunnen voorstellen waarin alle beweringen de vorm en de intonatie van retorische vragen hebben; of ieder bevel de vorm van de vraag “zou je dat willen doen? “
- 22 – 022 Er is verschil tussen:
- een beweringszin (opvatting van Frege) “Er wordt beweerd dat dat en dat het geval is”
- en een vraagzin “Regent Het?” Ja / Nee
- Twee akten met betrekking tot het toekennen van de waarheidswaarde, overwegen en beweren. Voorbeelden:
- Is het vandaag maandag? Ja
- Regent het? Nee
- Twee akten met betrekking tot het toekennen van de waarheidswaarde, overwegen en beweren. Voorbeelden:
- Het is alleen een misverstand wanneer men meent dat de bewering nu uit twee akten bestaat, overwegen en beweren (toekennen van de waarheidswaarde, of iets dergelijks) en dat we deze akten op basis van het teken van de zin verrichten, ongeveer zoals een noorden van het blad zingen. Het hardop of zachtjes lezen van het geschreven zien is inderdaad te vergelijken met het blad zingen van noten, maar het “bedoelen” (denken) van een gelezen zin niet.
- 023 – 023 Hoeveel soorten zinnen zijn er eigenlijk? Er zijn talloze soorten. Nieuwe typen taal (nieuwe taalspelen) ontstaan, en andere verouderen en worden vergeten.
- 23 Het woord “taalspel” moet hier beklemtonen dat het spreken van een taal deel uitmaakt van een activiteit, of een levensvorm.
- 24 Voorbeelden van de verscheidenheid aan taalspelen:
- – Bevelen, en op bevel handelen – Beschrijven van een voorwerp op grond van het uiterlijk, op grond van metingen -Een voorwerp maken aan de hand van een beschrijving ( een tekening) – rapporteren hoe zich iets heeft toe gedragen – gissen naar de opdracht – een hypothese opstellen en toetsen – weergeven van de de resultaten van een experiment in tabellen en diagrammen – een verhaal verzinnen en voorlezen – toneelspelen – liedjes zingen – raadsels oplossen – een mop bedenken; vertellen – een probleem uit de toegepaste rekenkunde oplossen – uit de ene taal in de andere vertalen -verzoeken, danken, vloeken, groeten, bidden