laatste wijziging: 27-09-2022

549 I Vrijheid handelen

DEEL 4 Hebben, doen en zijn

Eerste hoofdstuk : Zijn en doen: de vrijheid

549 I Vrijheid is de eerste voorwaarde voor het handelen


Begrippen:


04-11-2020 Google existentie gaat vooraf aan essentie:

Existentie (het zinloos leven/bestaan) gaat dus in de theorie van Sartre vooraf aan essentie (het betekenis geven aan het leven – eigen verantwoordelijkheid).

Volgens Sartre bestaat er dus geen God en is de mens dan ‘veroordeeld om vrij te zijn’. Deze vrijheid brengt echter een grote persoonlijke verantwoordelijkheid met zich mee: de mens moet het dan zelf doen – hoe moeilijk dat ook soms is.


04-11-2020 vrij en vogelvrij
05-11-2020 : Sartre gebruikt hier het begrip menselijke-werkelijkheid



 



07-11-2020 pro – jecten
24-09-2022 Ik maar hoe dan ook een keuze





vermoeidheid wandeling in de bergen


 

10-11-2020 Kortom: Dus de mens  is een door en door sociaal wezen

11-11-2020 “Emotioneel” bewustzijn kan alleen maar niet-thetisch zijn, dat wil zeggen . . .  Een object waarvan ik mij bewust ben, zit niet IN mijn bewustzijn, ook niet als voorstelling. Het bewustzijn is thetisch, wat betekent dat het zich ergens op richt, het transcendeert zichzelf om een object te bereiken, beter nog: het is die transcendentie zelf
- Thetisch bewustzijn is een bewust bewustzijn 
  dat zich richt op het object en weet wat dat object is. 
  Soort stellend/ponerend bewustzijn. 
- Niet-thetisch bewustzijn stelt zich geen object, 
  bewustzijn dat verloren raakt in het object. 
  Er wordt geen object geponeerd. 
  Als je boos wordt heb je geen object voor oog maar je vervalt in het object.

581 Men moet bewust zijn om te kiezen en men moet kiezen om bewust te zijn. Keuze en bewustzijn zijn een en hetzelfde

kiezen

 

 

582 We hebben dus volledig bewustzijn van de keuze die we zijn


 

Er zijn telkens (eindeloze) nieuwe keuzes in de nu-momenten

Sartre versus Leibniz
essentie komt na existentie



596  Resultaten van dit onderzoek levert het volgende op: 

596 — 1 — Een eerste blik op de menselijke-werkelijkheid leert ons dat, voor haar, zijn zich beperkt tot doen.

597 — 2 — Maar als de menselijke-werkelijkheid handelen is, betekent dit natuurlijk dat haar besluit om tot handelen over te gaan ook handelen is.

597 — 3— Als de daad niet louter beweging is, moet ze trouwens aan de hand van een        intentie    worden gedefinieerd.

598 — 4—  Daar de intentie keuze van het doel is en de wereld zich via onze gedragingen onthult, onthult de intentionele keuze van het doel de wereld en onthult de wereld zich als zus of zo (in deze of die volgorde) naargelang van het gekozen doel.

598 — 5 —  Als de gegevenheid de intentie niet kan verklaren, moet deze, doordat ze ontstaat, een breuk tot stand brengen met de gegevenheid, welke deze ook moge zijn. Dat moet wel, anders zouden we een tegenwoordige volheid hebben die ononderbroken volgt op een tegenwoordige volheid en zouden we de toekomst niet kunnen prefigureren.

599 — 6 — Die noodzakelijkheid dat de gegevenheid slechts verschijnt binnen het kader van een vernieting die haar onthult, is de met de interne negatie, die we in onze tweede deel hebben beschreven.

599 — 7 —  Zo’n keuze die zonder steunpunt wordt gemaakt en die zichzelf haar motieven oplegt, kan absurd lijken en dat is ze ook.

600 — 8 — Het vrije project is fundamenteel, want het is mijn zijn. Ambitie, noch passie bemind te worden, noch minderwaardigheidscomplex kan als fundamenteel project worden beschouwd.