laatste wijziging: 20-07-2023

Metafysica Zijn en Grond


.

4  Zijn en grond : samenvatting

@@

Het centrale onderwerp in dit laatste gedeelte van dit boek gaat over het begrip grond, reden of oorzaak. Het gehele natuurwetenschappelijke paradigma is gestoeld op deze term.

In de natuurwetenschappen zoeken we naar oorzaken of wetmatigheden die natuurfenomenen verklaren. Hierin veronderstellen wij en natuurwetenschappers dat de werkelijkheid op zichzelf zo’n oorzakelijke en/of wetmatige orde heeft. We veronderstellen dat wij inzicht kunnen krijgen in die orde. De reflex naar het vragen van causale relaties of wetmatigheden is een metafysische reflex. We zagen al bij verschillende denkers dat deze vraag naar grond, reden of oorzaak centraal stond in hun bevraging van de zijnde.

Ik kan me geen mens voorstellen die zich nooit eens hardop heeft afgevraagd: ‘Hoe kon dit ooit gebeuren?’ Iets ontstaat, of gebeurt en we nemen het waar met onze zintuigen. Een bliksemschicht, regen of geen regen, een ontmoeting met een geliefde, een levenslange vriendschap of de dood van een te jong familielid. We vragen ons bij meerdere gebeurtenissen af waarom die gebeurtenissen ontstaan. Deze verklaringen geven een ‘grond’ aan de gebeurtenissen die ze proberen te verklaren. Waarom de spullen die in mijn kamer zijn, kunnen we verklaren doordat ik ze drie trappen omhoog heb gesjouwd en hier heb neergelegd. We kunnen ons afvragen waarom ik dat heb gedaan en dan komen we tot een antwoord in de richting dat ik mijn eigen spullen wilde hebben in mijn kamer. En dan kunnen we ons nog verder afvragen waarom ik dat dan weer wilde en ga zo maar door. Hier komen we op klassiek metafysische terrein. Aristoteles is hier een goed beginpunt.

Zoals we reeds hebben gezien is Aristoteles een van de belangrijkste denkers in de metafysische traditie. Niet alleen de naam metafysica hebben we aan hem te danken maar ook een van de meest intrigerende vragen. Hierboven liet ik zien hoe het begrip van grond of oorzaak moeilijke vragen op kan laten komen. Aristoteles zag dit probleem ook en kwam met een oplossing. De vragen naar oorzaken kunnen leiden tot een oneindige regressie. We kunnen vast komen te zitten met een idee van een oneindige keten van oorzaak en gevolg relaties. De ene oorzaak die de andere oorzaak voortbrengt en ga zo maar door. Volgens Aristoteles was dit onmogelijk en moest er een oorzaak zijn die zichzelf had veroorzaakt, omdat er ooit wel iets moest zijn dat niet veroorzaakt was maar wel de oorzaak was van alles. Causa stil, een oorzaak van zichzelf, is het begrip dat hierbij hoort. Vaak wordt God verbonden met dit begrip. God is de onbewogen beweger, de schepper die alles in beweging heeft gebracht en geen eigen schepper heeft. Het idee van causa sui heeft vaker geleid tot onto-theologie. Dit begrip duidt een manier van denken aan dat veronderstelt dat er een hoogste zijnde is, namelijk God, en dat alle andere zijnden een schaduw zijn van dit absolute zijnde.

God is uit de mode in de eenentwintigste eeuw. In de moderne filosofie is de metafysica ook vaak doodverklaard. Deze crisis komt nadrukkelijk naar voren in de filosofie van Kant die meende dat we nooit en te nimmer deze eerste oorzaak konden waarnemen. Deze eerste oorzaak is slechts een idee, een gedachte die we hebben omdat we nou eenmaal denken in een schema van oorzaak en gevolg. Het idee dat wij als mensen de totaliteit van de werkelijkheid, de werkelijkheid als geheel kunnen kennen is in de filosofie van Kant al op de pijnbank gelegd. Denkers als Dilthey, Gadamer en Heidegger volgen Kant op hun eigen manier.

Beroemd is het idee van Heidegger dat de metafysica altijd een wereld achter de wereld die we waarnemen zoekt. Zo zagen we al bij Nietzsche dat de werkelijkheid veroorzaakt werd door iets daarachter en dit was de wil tot macht. Deze wereld achter de wereld is een projectie van de mens, wij denken deze wereld erbij.

Ten slotte bespreekt Van der Heiden hedendaagse metafysische posities die zich laten verzamelen doordat ze niet de orde van de werkelijkheid proberen te denken, een orde die we zouden veronderstellen in de natuurwetenschappen, zoals een causale orde. Deze hedendaagse posities proberen juist het anders-zijn van de orde te denken en verschillende variaties hierop. Zo is in de metafysica van de gebeurtenis het idee dat een gebeurtenis ten grondslag ligt aan de grond zelf waarop de orde voor ons is. Dat betekent dat binnen een bepaalde orde fenomenen van een grond kunnen worden voorzien. Zo werden de bewegingen van de hemellichamen voor Copernicus zijn ontdekking van het heliocentrische wereldbeeld begrepen binnen de orde van een geocentrisch wereldbeeld. Na de ontdekking van Copernicus kregen de beweging van hemellichamen een geheel andere grond doordat de gehele orde anders was. De ontdekking van Copernicus is dan ook een gebeurtenis die de grond is voor een geheel nieuwe reeks mogelijkheden die in de vorige orde niet eens gedacht kon worden. De metafysica is door dit soort posities vandaag de dag vatbaar geworden voor nieuwe filosofieën die niet meer de orde zoeken in de werkelijkheid, maar de ontvankelijkheid van de mens zoekt voor verschillende ordeningen. De laatste positie die Van der Heiden bespreekt is die van Giorgio Agamben die in navolging van Leibniz beweert dat in tegenstelling tot de klassieke metafysica, we alleen nog het getuigende denken overhouden. In de klassieke metafysica probeerde de mens de orde die in de werkelijkheid zat verstopt te denken. In de moderne metafysica staan we steeds meer open voor het anders-kunnen-zijn. Het getuigende denken maakt zo’n blik mogelijk omdat het bereid is om radicale andersheid en perplexiteit te vervatten in de taal. Deze ontvankelijkheid geeft de mogelijkheid tot het denken van een ordeloze orde.

.

223 – IV. ZIJN EN GROND

 

 


.

229 10 Metafysisch – theologische variaties

 

Maar de gevonden gronden kunnen zelf ook veroorzaakt zijn

 

 

 

229 – 10.1 De God van Aristoteles

 

 

 

233 – 10.2 Onto-theologie

 

 

237 – 10.3 Leibniz’ formulering van het beginsel van grond

 

 

 

 

 

243 – 11 Het einde van de metafysica

 

 

247 11-1 De zelfmoord van de metafysica

 

 

251 — de onmogelijkheid van de fysica

256 – 11.2 Het bijeenhoren van zijn en grond

 

 

 

11-2-1 Het beginsel van grond als stelling over het zijnde

 

 

11-2-2 overgang: de vervolmaking van het zijnde in de techniek

 

11-2-3 Het beginsel van grond als woord van het zijn

 

11-2-4 Het ontstellende zijn

 

269 – 12 Anders dan orde

 

269 – 12.1 God die het denken te boven gaat

 

 

272 12-1-1 Excurs: over gebeurtenissen

 

 

275 – 12.2 Het toevallige

 

 

 

280 – 12.3 Anders-kunnen-zijn

 

 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Beste_van_alle_mogelijke_werelden

 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_de_toereikende_grond