laatste wijziging: 27-08-2022

Fundering – Tweede hoofdstuk

Overgang van de populaire zedelijke wijsbegeerte naar de metafysica van de zeden


Bladzijde 77 tot en met 126 (= 49 bladzijden)6





De wetten voor de praktische rede worden door Kant imperatieven genoemd.






Centraal in Kants ethiek staat dus de zedelijkheid en centraal binnen de zedelijkheid staat de “goede wil“. Zelf drukt hij het op de volgende manier uit: “Het is geheel en al onmogelijk om in de wereld en zelfs ook daarbuiten iets te bedenken dat zonder restrictie voor goed gehouden kan worden, behalve dan een goede wil (bladzijde 61). Over de categorische imperatief  (gebod) zegt hij dan ook: “(de categorische imperatief) … betreft niet de materie van de handeling en hetgeen er uit moet volgen, maar de vorm en het principe waaruit zij zelf voorkomt en het wezenlijk goede ervan bestaat in de gezindheid, wat ook het resultaat moge zijn. Deze imperatief  (gebod) kan die van de zedelijkheid genoemd worden.” [[416]]


17-08-2022 Zie ook geluk bij Aristoteles

Zoals we al hebben vermeld is het noodzakelijk dat de morele wet onafhankelijk is van onze voorkeuren om ons te zeggen wat we moeten doen. Het is duidelijk dat we het hier over de categorische imperatief hebben. De categorische imperatief  (gebod) wordt door Kant ook wel eens de imperatief van de zedelijkheid genoemd.


Bij de categorische imperatief weet men meteen wat deze inhoudt. Dit komt doordat de imperatief  (gebod)  de wet en de maxime (principe) in overeenstemming brengt.


96 Er blijft al met al maar 1 algemene wet over:



Deze redenering is een gedachte-experiment van vijf stappen.

  1. Formulering van een maxime (principe) betreffende een handeling om een bepaald doel te bereiken.
  2. Dan formuleert men het maxime (principe) als een algemene wet
      • bijvoorbeeld: ’iedereen die geen hoop op verbetering van het leven heeft mag zich van zijn leven beroven’.
  3. Dan stellen we ons een wereld voor waarin iedereen die wet gehoorzaamt.
  4. We stellen ons vervolgens voor dat we ons in deze wereld van het leven willen beroven aangezien er geen hoop is op een verbetering van ons leven.
  5. Als laatste stap gaan we zien of er geen fouten zijn in de redenering in de stappen 3 en 4.
      • In het geval van het voorbeeld van de zelfmoord kunnen we zien dat deze redenering van het zelfmoorden in contradictie is met de wet van de natuur.







Als je iets wilt bereiken en je gebruikt daar iets anders voor dan noem je dat middel en doel. Als je bijvoorbeeld wilt dat je niet nat wordt als het buiten regent dan kun je een paraplu gebruiken. Het middel is de paraplu en het doel is niet nat worden.


De stelling wordt vervolgens getoetst aan 4 voorbeelden.

  1. 105 JST /// Iemand die zelfmoord overweegt moet zich eerst afvragen of zelfmoord consistent is met de idee van de mensheid als doel op zichzelf. Dit is niet zo want dan gebruikt hij de persoon (hijzelf) als middel om zich van de ondraaglijke omstandigheden te ontdoen.
  2. 106 JST /// Bij een leugenachtige belofte gebruikt men ook een persoon als middel om zich uit een hachelijke situatie te redden en ziet men de andere mens dus niet als een doel op zich.
  3. 107 JST /// De mens heeft in de natuur een doel op zich, namelijk om zich steeds te verbeteren. Als een persoon zijn speciale aanleg niet cultiveert dan is dit in strijd met het doel van de mensheid op zich namelijk het verbeteren van de mensheid.
  4. 107 JST /// Het natuurlijke doel van mensen is het eigen geluk. Het is met de natuur verenigbaar dat de mens een ander niet helpt in zijn geluk maar hij mag daar geen opzettelijke afbreuk aan doen om zijn geluk te bevorderen.


23-08-2022 Als voorbeeld hier het erfrecht: ik heb een dochter die alles erft (en aangezien ze op het minimum leeft is dit een moreel aanvaardbaar eigenbelang), maar vanuit het bovenstaande maxime als redelijk wezen moet ik tegen een recht van erven zijn

De autonomie van de wil als het bovenste principe van de zedelijkheid


De heteronomie van de wil als de bron van alle onechte principes van de zedelijkheid


Indeling van alle mogelijke principes van de zedelijkheid vanuit het vooronderstelde grondbegrip van de heteronomie


27-08-2022 Ik zou alleen maar gelukkig kunnen zijn als mijn omgeving dat ook is. Dit is dus een spanningsveld tussen eigen geluk en de algemene wil / de samenleving / alle mensen in je omgeving / Assen / Nederland / Europa / in-de-wereld-zijn



Kant stelt dat het immoreel is om als mens een andere mens te mogen gebruiken voor eigen doeleinden.

Kant lijkt absoluut tegen de knechtschap van mensen te zijn.